productzorg periode1tot3

productzorg periode 1tot3
Wat weet je er al van?
1 / 19
suivant
Slide 1: Question ouverte
productzorgMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

productzorg periode 1tot3
Wat weet je er al van?

Slide 1 - Question ouverte

Wat betekent de afkorting KNMP

Slide 2 - Question ouverte

Wat betekent de NAN en wat houdt het in?

Slide 3 - Question ouverte

Wat is de afkorting voor bedrijfsfondsapotheken ?
A
BA
B
SBA
C
BSA
D
BAS

Slide 4 - Quiz

Wat is de reden dat een apotheek een geneesmiddel moet bereiden ?

Slide 5 - Question ouverte

Op welke manieren kan je in contact komen met gevaarlijke stoffen (4)

Slide 6 - Question ouverte

Noem minimaal 3 beschermingsmaatregelen die je kan doen om jezelf te beschermen bij bereiden

Slide 7 - Question ouverte

Welke maatregelen zijn er in het lokaal om veilig te bereiden?

Slide 8 - Question ouverte

Noem minimaal 4 utensiliën die je nodig hebt om te bereiden

Slide 9 - Question ouverte

Wat is kalibreren
A
wegen op de balans
B
gewicht verpakking uitschakelen
C
meten op volume en balans op gewicht controleren
D
balans waterpas zetten

Slide 10 - Quiz

zeg in kleine stappen wat tarreren is

Slide 11 - Question ouverte

Welk gewicht mag je wegen op de milligrambalans minimaal?
A
0,5000
B
0,0500
C
500 mg
D
1 gram

Slide 12 - Quiz

Wat mag je minimaal wegen op een grambalans?
(nooit meer vergeten)
A
1 gram
B
0,050
C
500 mg
D
10 gram

Slide 13 - Quiz

Hoe verwerk je een vloeistof van minder dan 1 gram?

Slide 14 - Question ouverte

Wat is nauwkeuriger
wegen of meten ?
A
Meten want dat zie je goed
B
wegen want je doet het ongeveer
C
meten je kijkt op ooghoogte
D
wegen dat kan je precies aflezen

Slide 15 - Quiz

Waarvoor dient de arbowet?

Slide 16 - Question ouverte

Wat is Rifas? en waarvoor gebruik je het ?

Slide 17 - Question ouverte

Stuur een foto van een grambalans

Slide 18 - Question ouverte

Welke vormen grondstoffen bestaan er?
voorbeeld water is vloeibaar
wat is dan bv creme en suiker?

Slide 19 - Question ouverte