Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
Login
Bloktoetsje 8.1 en 8.2
Slide 1 - Diapositive
Wat is de frequentie?
A
f = 400 Hz
B
f = 200 Hz
C
f = 0,4 Hz
D
f = 0,2 Hz
Slide 2 - Quiz
Voor welk onderwerp bij natuurkunde wordt de oscilloscoop gebruikt?
A
beweging
B
licht
C
elektriciteit
D
geluid
Slide 3 - Quiz
Deze oscilloscoop is ingesteld op 1 hokje = 0,001 sec.
Bereken de frequentie.
A
0,01 Hz
B
100 Hz
C
10 Hz
D
1 Hz
Slide 4 - Quiz
Wat is de frequentie?
A
50Hz
B
100Hz
C
500Hz
D
1000Hz
Slide 5 - Quiz
Wat is GEEN voorbeeld van een tussenstof?
A
Lucht
B
Metaal
C
Vacuüm
D
Water
Slide 6 - Quiz
Geluid heeft een tussenstof nodig om zich te verplaatsen. Wat is de tussenstof in het plaatje hiernaast?
A
hout
B
lucht
C
ijzer
D
stenen
Slide 7 - Quiz
wat is de gehoordrempel van de mens?
A
18000 Hz
B
1700 HZ
C
20 Hz
D
135 Hz
Slide 8 - Quiz
Als geluid jouw oren bereikt dan ...
A
gaat jouw slakkenhuis trillen
B
gaan jouw trommelvliezen trillen
C
gaan jouw gehoorzenuwen trillen
D
gaan jouw gehoorbeentjes trillen
Slide 9 - Quiz
Wat is een vacuüm?
A
Uitgezonden licht of warmte
B
Een ruimte zonder lucht erin
C
De lucht in schieten
D
De cabine voor de bemanning van een raket
Slide 10 - Quiz
Stel dat er een ontploffing is in de ruimte, hoe lang duurt het voordat je dit hoort?
A
Dit kun je uitrekenen met de formule s=v*t.
B
Je zal deze ontploffing nooit horen, de ruimte is een vacuüm.
C
In de ruimte is de geluidssnelheid heel hoog omdat er geen stoffen zijn die het geluid blokkeren, dus het duurt heel kort.
D
Geen van de bovenstaande.
Slide 11 - Quiz
Als je een snaar langer maakt, dan wordt de toonhoogte;
A
hoger
B
luider
C
lager
D
zachter
Slide 12 - Quiz
Wat heeft GEEN invloed op de toonhoogte van een trillende snaar?
A
De dikte van de snaar
B
Hoe hard je de snaar aanslaat
C
De lengte van de snaar
D
De spanning van de snaar
Slide 13 - Quiz
Je hoort een straaljager maar je ziet hem niet. Hoe komt het dat het geluid vanaf de straaljager bij je oor? Het geluid komt bij je oor:
A
door het trillen van de straaljager
B
door het lawaai van de motor
C
doordat de lucht in trilling wordt gebracht
D
doordat de straaljager je stembanden laat trillen
Slide 14 - Quiz
Waardoor ontstaat geluid?
A
alleen door trillingen
B
alleen door je stembanden
C
alleen door luidsprekers
D
alleen door het trommelvlies in je oor
Slide 15 - Quiz
Onderzoekers hebben ontdekt dat dolfijnen diep in de zee geluid maken en zo met elkaar ‘praten’. In het dolfinarium roepen trainers de dolfijnen soms met behulp van een fluitje. Door welke tussenstof(fen) verplaatst het geluid zich hierbij?
A
water
B
lucht
C
lucht en water
D
lucht, water en vet
Slide 16 - Quiz
Wat is waar?
A
Lucht is de enige tussenstof
B
Er is altijd een tussenstof nodig om geluid te horen
C
Geluid kan zich niet verplaatsen door een vloeistof
D
Geluid kan zich niet verplaatsen door een vaste stof
Slide 17 - Quiz
Welke stemvork heeft de laagste frequentie?
A
1
B
2
C
3
D
allemaal dezelfde frequentie
Slide 18 - Quiz
Op een stemvork staat ‘440 Hz’. Bereken de trillingstijd van deze stemvork in milliseconden.