Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Verbanden en signaalwoorden
Oorzaak - gevolg
Voorbeeld
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
Je leert over de verbanden voorbeeld en oorzaak-gevolg.
Je weet welke signaalwoorden bij een voorbeeld en oorzaak-gevolg horen.
Slide 2 - Diapositive
Morgen heb ik een familiedag in Deventer.
Ik heb ook nog nieuwe schoenen gekocht!
Wist je dat Julia en Kees samen naar de bioscoop gaan?
Slide 3 - Diapositive
Samenhang
Bij teksten is het belangrijk dat er samenhang is.
Zinnen en alinea's staan in een bepaalde volgorde, ze hebben allemaal met elkaar te maken.
Slide 4 - Diapositive
Welk tekstverband heeft onderstaande zin en waaraan herken je dit tekstverband?
Voor een cake heb je nodig: bloem, boter, suiker, een ei en bakpoeder.
Slide 5 - Question ouverte
Welk tekstverband heeft onderstaande zin en waaraan herken je dit tekstverband?
Iedereen zegt dat sporten gezond is, maar er ontstaan wel altijd erg veel blessures.
Slide 6 - Question ouverte
Verbanden
voorbeeld
oorzaak-gevolg
Slide 7 - Diapositive
Voorbeeld
bijvoorbeeld, zo, zoals, denk aan, neem nou, onder andere
Er wordt een voorbeeld in de tekst genoemd om het duidelijker te maken.
Slide 8 - Diapositive
Wat is in de zin een signaalwoord van 'voorbeeld'?
Sommige mensen houden van actieve vakanties. Zo gaan steeds meer mensen fietsen, wandelen of bergbeklimmen.
A
of
B
van
C
zo
D
sommige
Slide 9 - Quiz
Oorzaak-gevolg
daardoor, doordat, de oorzaak hiervan is, waardoor, ten gevolge van
Slide 10 - Diapositive
Welk signaalwoord van 'oorzaak-gevolg' staat in deze zin?
Doordat de brug open was, kwam Peter te laat op zijn werk.
A
doordat
B
was
C
te
D
op
Slide 11 - Quiz
Doordat de brug open was, kwam Peter te laat op zijn werk.
A
Oorzaak = Peter kwam te laat
Gevolg = De brug stond open
B
Oorzaak = De brug stond open
Gevolg = Peter kwam te laat
Slide 12 - Quiz
Ik ben te laat naar bed gegaan, met als gevolg dat ik nu erg moe ben.
A
voorbeeld
B
oorzaak - gevolg
C
opsomming
D
tegenstelling
Slide 13 - Quiz
Het liefst ga ik zwemmen, ook houd ik erg van hardlopen.
A
voorbeeld
B
oorzaak - gevolg
C
opsomming
D
tegenstelling
Slide 14 - Quiz
Ik ga het liefst op vakantie naar een warm land, zoals Frankrijk of Italië.
A
oorzaak - gevolg
B
voorbeeld
C
opsomming
D
tegenstelling
Slide 15 - Quiz
Het regent keihard, toch gaat hij op de fiets naar school.
A
oorzaak - gevolg
B
voorbeeld
C
opsomming
D
tegenstelling
Slide 16 - Quiz
Ik ga 's ochtends eerst onder de douche, daarna eet ik, vervolgens ga ik mijn tanden poetsen, tenslotte pak ik de fiets en ga naar school.
A
oorzaak - gevolg
B
voorbeeld
C
opsomming
D
tegenstelling
Slide 17 - Quiz
Hij gaat vanavond naar een feestje, hoewel hij geen zin heeft.
A
oorzaak - gevolg
B
voorbeeld
C
opsomming
D
tegenstelling
Slide 18 - Quiz
Sleep de signaalwoorden naar het juiste tekstverband
opsomming
tegenstelling
oorzaak-gevolg
voorbeeld
zoals
doordat
tenslotte
hoewel
neem nou
vervolgens
echter
daardoor
Slide 19 - Question de remorquage
Sleep de zinnen naar het juiste tekstverband
opsomming
tegenstelling
oorzaak-gevolg
voorbeeld
Mijn kleine zusje heeft alles van eenhoorns. Zo heeft ze een eenhoornpyjama en eenhoornsokken en -behang.
Danny heeft veel goede vrienden: Bert, Jarno, Mustafa en Khalid. Ook Kian en Djoeke horen tot zijn vriendengroep. Ten slotte heeft hij nog een allerbeste vriend: Jay.
In rekenen is Rob erg goed. Met taal heeft hij echter meer moeite. In tegenstelling tot zijn moeder; die spreekt drie talen vloeiend.
Het regent, dus ik word nat.
Slide 20 - Question de remorquage
Kelly werd vroeger veel gepest. Desondanks is ze nu een zelfverzekerde vrouw geworden.
Tekstverband?
A
oorzaak-gevolg
B
voorbeeld
C
opsomming
D
tegenstelling
Slide 21 - Quiz
Doordat er een hond binnen werd gebracht met vlooien, lagen alle asieldieren na een dag te krabben. Tekstverband?
A
oorzaak-gevolg
B
voorbeeld
C
opsomming
D
tegenstelling
Slide 22 - Quiz
Ik wil graag dat je meehelpt in het huishouden, zo zou je de vaatwasser leeg kunnen ruimen.
Tekstverband?
A
oorzaak-gevolg
B
voorbeeld
C
opsomming
D
tegenstelling
Slide 23 - Quiz
Voor voetbal heb je een goede conditie nodig, daarom train ik twee keer in de week.