Par. 5 Verbanden en signaalwoorden (2)

Verbanden en signaalwoorden
Oorzaak - gevolg
Voorbeeld
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Verbanden en signaalwoorden
Oorzaak - gevolg
Voorbeeld

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
Je leert over de verbanden voorbeeld en oorzaak-gevolg.
Je weet welke signaalwoorden bij een voorbeeld en oorzaak-gevolg horen. 

Slide 2 - Diapositive

Morgen heb ik een familiedag in Deventer.
Ik heb ook nog nieuwe schoenen gekocht!
Wist je dat Julia en Kees samen naar de bioscoop gaan?

Slide 3 - Diapositive

Samenhang
Bij teksten is het belangrijk dat er samenhang is.

Zinnen en alinea's staan in een bepaalde volgorde, ze hebben allemaal met elkaar te maken. 

Slide 4 - Diapositive

Welk tekstverband heeft onderstaande zin en waaraan herken je dit tekstverband?

Voor een cake heb je nodig: bloem, boter, suiker, een ei en bakpoeder.

Slide 5 - Question ouverte

Welk tekstverband heeft onderstaande zin en waaraan herken je dit tekstverband?

Iedereen zegt dat sporten gezond is, maar er ontstaan wel altijd erg veel blessures.

Slide 6 - Question ouverte

Verbanden
voorbeeld
oorzaak-gevolg

Slide 7 - Diapositive

Voorbeeld
bijvoorbeeld, zo, zoals, denk aan, neem nou, onder andere

Er wordt een voorbeeld in de tekst genoemd om het duidelijker te maken.

Slide 8 - Diapositive

Wat is in de zin een signaalwoord van 'voorbeeld'?

Sommige mensen houden van actieve vakanties. Zo gaan steeds meer mensen fietsen, wandelen of bergbeklimmen.
A
of
B
van
C
zo
D
sommige

Slide 9 - Quiz

Oorzaak-gevolg
daardoor, doordat, de oorzaak hiervan is, waardoor, ten gevolge van


Slide 10 - Diapositive

Welk signaalwoord van 'oorzaak-gevolg' staat in deze zin?

Doordat de brug open was, kwam Peter te laat op zijn werk.
A
doordat
B
was
C
te
D
op

Slide 11 - Quiz

Doordat de brug open was, kwam Peter te laat op zijn werk.
A
Oorzaak = Peter kwam te laat Gevolg = De brug stond open
B
Oorzaak = De brug stond open Gevolg = Peter kwam te laat

Slide 12 - Quiz

Ik ben te laat naar bed gegaan, met als gevolg dat ik nu erg moe ben.
A
voorbeeld
B
oorzaak - gevolg
C
opsomming
D
tegenstelling

Slide 13 - Quiz

Het liefst ga ik zwemmen, ook houd ik erg van hardlopen.
A
voorbeeld
B
oorzaak - gevolg
C
opsomming
D
tegenstelling

Slide 14 - Quiz

Ik ga het liefst op vakantie naar een warm land, zoals Frankrijk of Italië.
A
oorzaak - gevolg
B
voorbeeld
C
opsomming
D
tegenstelling

Slide 15 - Quiz

Het regent keihard, toch gaat hij op de fiets naar school.
A
oorzaak - gevolg
B
voorbeeld
C
opsomming
D
tegenstelling

Slide 16 - Quiz

Ik ga 's ochtends eerst onder de douche, daarna eet ik, vervolgens ga ik mijn tanden poetsen, tenslotte pak ik de fiets en ga naar school.
A
oorzaak - gevolg
B
voorbeeld
C
opsomming
D
tegenstelling

Slide 17 - Quiz

Hij gaat vanavond naar een feestje, hoewel hij geen zin heeft.
A
oorzaak - gevolg
B
voorbeeld
C
opsomming
D
tegenstelling

Slide 18 - Quiz

Sleep de signaalwoorden naar het juiste tekstverband
opsomming
tegenstelling

oorzaak-gevolg
voorbeeld
zoals
doordat
tenslotte
hoewel
neem nou
vervolgens
echter
 daardoor

Slide 19 - Question de remorquage

Sleep de zinnen naar het juiste tekstverband
opsomming
tegenstelling
oorzaak-gevolg
voorbeeld
Mijn kleine zusje heeft alles van eenhoorns. Zo heeft ze een eenhoornpyjama en eenhoornsokken en -behang. 
Danny heeft veel goede vrienden: Bert, Jarno, Mustafa en Khalid. Ook Kian en Djoeke horen tot zijn vriendengroep. Ten slotte heeft hij nog een allerbeste vriend: Jay.
In rekenen is Rob erg goed. Met taal heeft hij echter meer moeite. In tegenstelling tot zijn moeder; die spreekt drie talen vloeiend.
 Het regent, dus ik word nat.

Slide 20 - Question de remorquage

Kelly werd vroeger veel gepest. Desondanks is ze nu een zelfverzekerde vrouw geworden.

Tekstverband?
A
oorzaak-gevolg
B
voorbeeld
C
opsomming
D
tegenstelling

Slide 21 - Quiz

Doordat er een hond binnen werd gebracht met vlooien, lagen alle asieldieren na een dag te krabben.
Tekstverband?
A
oorzaak-gevolg
B
voorbeeld
C
opsomming
D
tegenstelling

Slide 22 - Quiz

Ik wil graag dat je meehelpt in het huishouden, zo zou je de vaatwasser leeg kunnen ruimen.

Tekstverband?
A
oorzaak-gevolg
B
voorbeeld
C
opsomming
D
tegenstelling

Slide 23 - Quiz

Voor voetbal heb je een goede conditie nodig, daarom train ik twee keer in de week.

Tekstverband?
A
oorzaak-gevolg
B
voorbeeld
C
opsomming
D
tegenstelling

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Diapositive