Auditieve discriminatie a/aa o/oo e/ee
1 / 37
La durée de la leçon est: 50 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Welk woord is goed ?
A
knopen
B
knoppen
Slide 7 - Quiz
Welk woord is goed ?
A
baal
B
bal
Slide 8 - Quiz
Welk woord is goed ?
A
veel
B
vel
Slide 9 - Quiz
Welk woord is goed ?
A
beek
B
bek
Slide 10 - Quiz
Welk woord is goed ?
A
pot
B
poot
Slide 11 - Quiz
Welk woord is goed ?
A
hak
B
haak
Slide 12 - Quiz
Welk woord is goed ?
A
feest
B
fest
Slide 13 - Quiz
Welk woord is goed ?
A
raam
B
ram
Slide 14 - Quiz
Welk woord is goed ?
A
boos
B
bos
Slide 15 - Quiz
Welk woord is goed ?
A
man
B
maan
Slide 16 - Quiz
Welk woord is goed ?
A
boos
B
bos
Slide 17 - Quiz
Welk woord is goed ?
A
kaas
B
kas
Slide 18 - Quiz
Welk woord is goed ?
A
veer
B
ver
Slide 19 - Quiz
Welk woord is goed ?
A
kaper
B
kapper
Slide 20 - Quiz
Welk woord is goed ?
A
les
B
lees
Slide 21 - Quiz
Slide 22 - Diapositive
November is een [ maand / mand ].
Slide 23 - Question ouverte
Ik eet [ vel / veel ] snoep.
Slide 24 - Question ouverte
De hond eet een [ bot / boot ].
Slide 25 - Question ouverte
De zon is [ geel / gel ].
Slide 26 - Question ouverte
Ik speel met de [ baal / bal ].
Slide 27 - Question ouverte
Ik ben [ boos / bos ].
Slide 28 - Question ouverte
Slide 29 - Diapositive
Wat zie je?
Slide 30 - Question ouverte
Wat zie je?
Slide 31 - Question ouverte
Wat zie je?
Slide 32 - Question ouverte
Wat zie je?
Slide 33 - Question ouverte
Wat zie je?
Slide 34 - Question ouverte
Wat zie je?
Slide 35 - Question ouverte
maak een zin met
--> veel <--
--> veel <--
