leesvaardigheid en schrijfvaardigheid

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Welkom

Nederlands

Vandaag

Doel: Je weet aan het einde van de les wat meningen en feiten en argumenten zijn.

Staat hier een feit, mening of argument?

Omdat hij goede standpunten heeft.

1. Feit
2. Mening
3. Argument

FEITEN OF MENINGEN?

Uitleg: feit, mening, argumenten

Superhandig, die stuurverwarming

1. feit
2. mening
3. argument

Feit, mening of argument?
De toets was lastiger dan ik had verwacht.

1. Feit
2. Mening
3. Argument

Opdracht

Deze opdracht telt mee als een proefwerk!

stap 1

Je kiest een onderwerp.

Over dat onderwerp kan je veel vinden in het nieuws.

Bijvoorbeeld: politie en macht, abortus, plastic soep, klimaatverandering.

Wat voor onderwerp heb jij in gedachten?

Stap 2

Je zoekt 4 krantenartikelen.

Deze artikelen hebben in elk geval 400 woorden.

Ieder artikel is van afkomstig van een andere bron.

Stap 3

• Je haalt de moeilijke woorden uit de tekst en schrijft de betekenissen erbij.
• Je beschrijft bij iedere tekst de hoofdgedachte.
• Je schrijft je eigen mening per artikel en noemt daarbij een argument.

Stap 4

Je schrijft een eigen artikel naar aanleiding van de artikelen die je hebt uitgezocht. Het artikel is informerend en overtuigend. Dus je geeft informatie en je laat je mening naar voren komen.

Stap 5

Je maakt een mooi voorblad met je naam, klas en onderwerp erop. 

Je doet je artikelen en uitwerking in een mapje en je levert het in.

Stap 6

Je presenteert je onderwerp in de klas.

Dat wordt ingepland. Over de presentatie volgt nog een les.

Aan de slag!!

Wat vind je van deze opdracht?