Economisch Bekeken B4 H4 §5

Nederland en het buitenland
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Nederland en het buitenland

Slide 1 - Diapositive

Terugblik

Slide 2 - Diapositive

Export betekent dat Nederland producten uitvoert.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

Als je een pakketje koopt via Aliexpress doe je aan...
A
Importeren
B
Exporteren

Slide 4 - Quiz

Bereken de exportwaarde van Nederlandse rozen er worden 25.000.000 eenheden uitgevoerd met een gemiddelde prijs van € 2,89

Slide 5 - Question ouverte

Er zijn verschillende redenen waarom wij als Nederland importen. Wat is hiervan GEEN reden
A
ons klimaat is niet geschikt om alles te verbouwen.
B
Buitenlandse producten kunnen goedkoper zijn.
C
Nederlandse consumenten willen een ruimere keuze aan producten.
D
Nederland is verplicht door de EU om producten te importeren

Slide 6 - Quiz

Als je via Vinted een shirt verkoopt aan iemand in Parijs doe je aan....
A
Importeren
B
Exporteren

Slide 7 - Quiz

Nederland importeert voor 230 miljoen aan alcohol. Heineken bier exporteert 384 miljoen.
De betalingsbalans is...
A
Positief
B
Negatief

Slide 8 - Quiz

Nederland exporteert meer voedsel dan dat zij importeert.
Op de betalingsbalans is dit...
A
Positief
B
Negatief

Slide 9 - Quiz

In een jaar had Nederland een nationaal inkomen van € 900 miljard. De totale uitvoerwaarde was in dat jaar € 620 miljard en de totale invoerwaarde € 420 miljard.
Bereken hoeveel procent de importwaarde is van het nationaal inkomen, afronden op 1 decimaal.

Slide 10 - Question ouverte

In een jaar had Nederland een nationaal inkomen van € 900 miljard. De totale uitvoerwaarde was in dat jaar € 620 miljard en de totale invoerwaarde € 420 miljard.
Bereken hoeveel procent de exportwaarde is van het nationaal inkomen, afronden op 1 decimaal.

Slide 11 - Question ouverte

Introductie

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Instructie

Slide 15 - Diapositive

Binnen de EU hebben we:
Binnen de EU is er:






vrij verkeer van goederen en diensten
vrijhandel tussen de EU-landen. Je mag vrij goederen en diensten importeren en exporteren binnen EU-landen. Je hoeft bijvoorbeeld geen belasting (invoerrechten) te betalen.

vrij verkeer van personen
Inwoners van een EU-land mogen in een ander EU-land werken en wonen.
vrij verkeer van kapitaal
Je kunt je geld op een spaarrekening bij een bank in een ander EU-land zetten. En je mag geld investeren of beleggen in andere EU-landen

Slide 16 - Diapositive

Verschillen tussen lidstaten
De lidstaten mogen ook veel regels zelf bepalen.Bijvoorbeeld:




Verschillende BTW tarieven
Elk land heeft zijn eigen btw-tarief.

Nederland heeft een BTW tarief van 21%
In Duitsland is dit maar 16%
1
Milieuregels
Het komt voor dat het ene EU-land strengere milieuregels heeft dan een ander EU-land.

In Parijs mag je alleen een scooter rijden als hij elektrisch is.
2
Verschillende regels
Verschillende regels zorgen voor oneerlijke concurrentie tussen EU-landen. De Europese regering probeert de regels gelijk te trekken.

Op feest vakantie naar Spanje, daar mag je drinken.
3

Slide 17 - Diapositive

Ik heb open grenzen en heb de euro.
A
Europa
B
Europese Unie
C
Europese Monetaire Unie
D
Geen

Slide 18 - Quiz

veel Europeanen hebben hier een vakantie huisje en vliegen/rijden zo het land binnen.
A
Europa
B
Europese Unie
C
Europese Monetaire Unie
D
Geen

Slide 19 - Quiz

We hebben een BTW tarief van 16%, hierdoor doen veel mensen boodschappen bij ons. Wel zo makkelijk, want ze hoeven niets omrekenen.
A
Europa
B
Europese Unie
C
Europese Monetaire Unie
D
Geen

Slide 20 - Quiz

Voor milieuregels werken we samen met andere landen. Als je bij ons op vakantie komt heb je wel een paspoort met visum nodig.
A
Europa
B
Europese Unie
C
Europese Monetaire Unie
D
Geen

Slide 21 - Quiz

Zwitserland
A
Europese Monetaire Unie
B
Europese Unie
C
Geen

Slide 22 - Quiz

De Europese monetaire unie wordt ook wel de Eurozone genoemd. Het doel is een gezamenlijke munt. Wat is hiervan geen voordeel
A
Heb je geen kosten voor het omwisselen van vreemd geld.
B
kun je de prijs van producten beter vergelijken
C
EMU landen kunnen goedkoper wisselen naar dollars

Slide 23 - Quiz

Protectiemaatregelen:
Binnen de EU is er:






Invoerrechten
(of douanerechten of importheffingen) heffen op ingevoerde producten. Deze producten worden daardoor duurder.
Contingentering
(of importquota): een maximum stellen aan het aantal producten dat mag worden ingevoerd.
Invoerverbod
bepaalde goederen mogen dan helemaal niet worden ingevoerd.
Exportsubsidie
de overheid geeft subsidie aan exporterende bedrijven. Die kunnen hun producten dan goedkoper aan het buitenland verkopen.

Slide 24 - Diapositive

Europa besluit dat er maandelijks maar 100.000 vaccins geëxporteerd mag worden naar de VS.
A
Invoerrechten
B
Invoerverbod
C
Contingentering
D
Exportsubsidie

Slide 25 - Quiz

Als je een pakketje buiten de EU besteld dan betaal je daarover een bedrag.
A
Invoerrechten
B
Invoerverbod
C
Contingentering
D
Exportsubsidie

Slide 26 - Quiz

Rekentrainer

Slide 27 - Diapositive

Theorie
Voorbeeld

Slide 28 - Diapositive

Je koopt een tas in China voor €250. Hierover betaal je €25 verzendkosten, 25% invoerrechten en 21% BTW.
Bereken de prijs van de tas.

Slide 29 - Question ouverte

Aan de slag

Slide 30 - Diapositive

Maken opdrachten H4 §5
Ben je klaar? 
Maak de opdrachten van de rekentrainer H4 §5

Stel je vragen!

Slide 31 - Diapositive

Evaluatie

Slide 32 - Diapositive

Denk je dat je de stof beheerst die we vandaag hebben behandeld?
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Sondage

Een land met een gesloten economie profiteert ervan als het wereldwijd goed gaat met de economie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 34 - Quiz

Wat heeft geen invloed op de internationale concurrentiepositie?
A
Goed onderwijs
B
Technologische ontwikkelingen
C
Goede gezondheidszorg
D
De handel binnen het land

Slide 35 - Quiz

een smartphone kost in China 249,00 euro de verzendkosten zijn 39,95. De invoerrechten zijn 4% en daarbovenop betaal je 21% BTW. wat kost de smartphone uit China?
Alleen het antwoord

Slide 36 - Question ouverte

Kan ik je nog ergens mee helpen of is er iets waar je graag de volgende les nog mee aan de slag kunt gaan?

Slide 37 - Question ouverte

Slide 38 - Diapositive

Slide 39 - Diapositive

Slide 40 - Diapositive

Slide 41 - Diapositive

Slide 42 - Diapositive

Slide 43 - Diapositive

Slide 44 - Diapositive

Slide 45 - Vidéo