H3P3

3.3 Het Duitsland van Hitler
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

3.3 Het Duitsland van Hitler

Slide 1 - Diapositive

Gelijkschakeling

Slide 2 - Diapositive

Gelijkschakeling
Toen Hitler aan de macht kwam mochten mensen alleen nog maar nazi ideeën horen en lezen.​

Slide 3 - Diapositive

Gelijkschakeling
Toen Hitler aan de macht kwam mochten mensen alleen nog maar nazi ideeën horen en lezen.​

Dus iedereen die invloed had op de jeugd of op kennis moest een nazi zijn. Bijvoorbeeld leraren, trainers, werknemers in musea e.d.


Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Censuur

Slide 6 - Diapositive

Censuur
Kranten, boeken en films stonden onder censuur van de nazi’s.

Slide 7 - Diapositive

Censuur
Kranten, boeken en films stonden onder censuur van de nazi’s.

Alles werd eerst gecontroleerd en alleen wat de nazi’s goed vonden werd uitgegeven.



 

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Jong in nazi-Duitsland

Slide 10 - Diapositive

Jong in nazi-Duitsland
Bijna alle jongens werden lid van de Hitlerjugend, dit werd zelfs verplicht.

Slide 11 - Diapositive

Jong in nazi-Duitsland
Bijna alle jongens werden lid van de Hitlerjugend, dit werd zelfs verplicht.

Meisjes werden lid van de Bund Deutscher Madel.

Jongens leerden een goed soldaat te zijn, meisjes een goede huisvrouw.




 


Slide 12 - Diapositive

De jeugd werd gehersenspoeld. We noemen dat indoctrinatie.

Slide 13 - Diapositive

Door al deze dingen werd de hele samenleving totaal beheerst door de nazi’s. We noemen dat een totalitaire samenleving.

Slide 14 - Diapositive

Terreur

Slide 15 - Diapositive

Terreur

Al vrij snel werden er concentratiekampen gebouwd waar politieke tegenstanders werden opgesloten.

Slide 16 - Diapositive

De Gestapo maakte jacht op deze tegenstanders.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Ook onschuldigen belanden in de gevangenis of werden vermoord.

Slide 19 - Diapositive

Ook onschuldigen belanden in de gevangenis of werden vermoord.

Iedereen was bang om zijn mening te geven. We noemen dat terreur.

Slide 20 - Diapositive

In 1935 werden er ook rassenwetten ingevoerd.



Slide 21 - Diapositive

In 1935 werden er ook rassenwetten ingevoerd.

Relaties tussen ünter- en übermenschen werden verboden.




Slide 22 - Diapositive

De Kristallnacht

Slide 23 - Diapositive

De Kristallnacht

Op 9 en 10 november 1938 vond de Kristallnacht plaats. Overal werden joden aangevallen en hun bezittingen vernield.

Slide 24 - Diapositive

De Kristallnacht

Op 9 en 10 november 1938 vond de Kristallnacht plaats. Overal werden joden aangevallen en hun bezittingen vernield.

Vanaf dat moment werd het geweld tegen de joden steeds groter.

 

Slide 25 - Diapositive

Wat is een totalitaire staat?

Slide 26 - Question ouverte

Wat is gelijkschakeling?

Slide 27 - Question ouverte

Wat is censuur?

Slide 28 - Question ouverte

Waarom richtten dictaturen vaak jeugdbewegingen op?

Slide 29 - Question ouverte

Noem 2 jeugdbewegingen van de Nazi's.

Slide 30 - Question ouverte

Politieke reclame

Slide 31 - Diapositive

Politieke reclame

De Duitsers gebruikten propaganda, politieke reclame, om hun ideeën te verspreiden.

Slide 32 - Diapositive

Politieke reclame

De Duitsers gebruikten propaganda, politieke reclame, om hun ideeën te verspreiden.

Ook over Hitler zelf werd propaganda gemaakt. We noemen dat persoonsverheerlijking.

 

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Slide 35 - Diapositive


Waaraan kun je goed zien dat deze posters propaganda zijn? Wat is de misleiding?

Slide 36 - Question ouverte

Naar een nieuwe oorlog

Slide 37 - Diapositive

Naar een nieuwe oorlog

Hitler negeerde het Verdrag van Versailles.

Slide 38 - Diapositive

Wat stond er in het Verdrag van Versailles?

Slide 39 - Question ouverte

Hij bouwde het leger op.

Slide 40 - Diapositive

Hij bouwde het leger op.

Op die manier zorgde hij ook voor veel werkgelegenheid. Miljoenen mensen werkten in of voor het leger
 

Slide 41 - Diapositive

Hij bouwde het leger op.

Op die manier zorgde hij ook voor veel werkgelegenheid. Miljoenen mensen werkten in of voor het leger

Het buitenland deed niets hier aan. Zij wilden een nieuwe oorlog voorkomen.

 

Slide 42 - Diapositive

Slide 43 - Diapositive

Slide 44 - Diapositive

Slide 45 - Diapositive