KGTHV Meervouden dl. 1


Meervouden
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon


Meervouden

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
      Je leert meervouden spellen.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In deze les:
  1. Meervoud op -en


  2. Meervoud op -s


  3. Meervoud op 's

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer noem je iets een meervoud?

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Enkelvoud - meervoud
De meeste zelfstandig naamwoorden kun je in enkelvoud 
en meervoud zetten. Bij het enkelvoud is er één van iets, 
bij het meervoud is er méér van iets.

Let op! Er zijn uitzonderingen, zelfstandig naamwoorden die geen meervoud hebben. Bijvoorbeeld melk.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zo maak je een meervoud 
Je maakt van een zelfstandig naamwoord meestal een meervoud door -en of -s achter het woord te zetten: vriend → vrienden; wielrenner → wielrenners.

Let op: soms moet je daarnaast

  • een -f- in een -v- veranderen (de f/v-regel) 

  • een -s- in een -z- veranderen (de s/z-regel) 

  • de laatste letter (medeklinker) verdubbelen 

  • een a, e, o of u (klinker) weghalen 

Gebruik bij twijfel een (online) woordenboek of woordenlijst. 

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Meervoud op -en
Woorden die eindigen op een medeklinker
krijgen meestal -en in het meervoud.

Als het voor de uitspraak nodig is, verdubbel je 
de medeklinker of verenkel je de klinker.



Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Noteer een meervoud met

verdubbeling medeklinker / -en

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Noteer een meervoud met

- en / weghalen klinker

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Meervoud op -s
1. Als de laatste lettergreep geen klemtoon heeft, 
is het meervoud op -s.
Bijvoorbeeld: vó-gel - vogels, bé-zem - bezems

2. Ook woorden die eindigen op meer dan 1 klinker
krijgen in het meervoud -s
Bijvoorbeeld: niveau - niveaus, toffee - tofees 

Slide 10 - Diapositive

Benadruk dat de lettergreepregel een uitzondering is op de regel voor het meervoud op -en.
Let op!
Eindigt een woord op een enkele 
a, i, o, u, y
dan krijgt het meervoud -'s.
Dat is nodig om de klank gelijk te houden. 



Slide 11 - Diapositive

Benadruk dat de enkele 'e' hier niet tussen staat. Deze wordt aan het einde van een woord uitgesproken als stomme e en daar mag de -s direct achter. 
Noteer een meervoud waarbij de -f- in een -v- verandert

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Noteer een meervoud waarbij de -s- in een -z- verandert

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Noteer een meervoud op -'s

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

$ 3  hv
kgt / th : Maak opdracht  1 t/m 4
hv           : Maak opdracht 1 t/m 6
Klaar      : Dictee (om en om) in tweetallen
Slot         : Quiz + huiswerk

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de meervoudsvorm van het woord bureau?

Slide 16 - Question ouverte

Het enkelvoud eindigt op een klinker (tweeklank).
Wat is de meervoudsvorm
van het woord avocado?

Slide 17 - Question ouverte

Het enkelvoud eindigt op de enkele lange klinker 'o'.
Wat is de meervoudsvorm van het woord machine?

Slide 18 - Question ouverte

Het enkelvoud eindigt op een klinker.
Wat is de meervoudsvorm
van het woord paardenbloem?

Slide 19 - Question ouverte

Het enkelvoud eindigt op een medeklinker.
Wat is de meervoudsvorm van het woord dadel?

Slide 20 - Question ouverte

Het enkelvoud eindigt op een medeklinker, maar de klemtoon ligt niet op de laatste lettergreep: dá-del. 
Uitzonderingen
Een aantal woorden houden zich niet aan de standaard meervoudsregels. 

Bijvoorbeeld: 
koe-koeien, kind-kinderen, museum-musea

Hier ga je in latere lessen mee oefenen.

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions



Stilstaan bij hoe het gaat

Slide 22 - Diapositive

Welke vragen heb je nog? Die kun je in het volgende scherm noteren.
Welke vragen heb je nog?

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions