Unit 3 lesson 4

Welcome to English class
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welcome to English class

Slide 1 - Diapositive

Unit 3 - Lesson 4

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Lien

Things to do
Together: 
BB: opdr. 29 blz. 131 wb
KB: opdr. 31 blz. 109 wb
TL: opdr. 30 blz. 107 wb

Grammar: short answers
irregular verbs

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Lien

Short Answers 

Slide 6 - Diapositive

Short answers
Obama vroeg: 'Can we change America?' 'Yes, we can!'
Een voorbeeld van een vraag met daarop een short answer.

De Engelsen zijn graag heel beleefd en daarom antwoorden zij niet met alleen maar 'yes' of 'no'. 
Ze maken er altijd een klein zinnetje van. 
Dit gaan we hier bespreken en uitleggen. 

Slide 7 - Diapositive

Hoe maak je een short answer?
Je herhaalt het EERSTE werkwoord uit de vraag. 
In bevestigende zinnen kun je dit woord gewoon overnemen.
Voorbeelden:
Do you know her? Yes, I do.
Can she help you? Yes, she can
Is she famous? Yes, she is

Slide 8 - Diapositive

Hoe maak je een short answer?
In ontkennende short answers zet je nog 'not' achter het werkwoord. Of de verkorte vorm n't
Voorbeelden:
Do you like coriander? No, I don't.
Are they a couple? No, they aren't.
Can he speak Russian? No, he can't.

Slide 9 - Diapositive

Maar let op: 
Als het onderwerp in de zin 'you' is dan gebruik je in de short answer 'I' of 'we'. Dit is omdat het een vraag is aan jou of jullie. 
Voorbeeld:
Do you smoke? No, I don't.
Are you in love? Yes, I am.
Can we help you? No, you can't 
Do you want to leave? Yes, we do. 

Slide 10 - Diapositive

Wat is het juiste antwoord op de vraag:
Is he a teacher?
A
Yes, he is.
B
Yes, he are.

Slide 11 - Quiz

Wat is het juiste antwoord op de vraag:
Can you help me?
A
No, you can't.
B
No, I can't.

Slide 12 - Quiz

Wat is het juiste antwoord op de vraag:
Are you happy?
A
Yes, we are.
B
Yes, you are.

Slide 13 - Quiz

Wat is het juiste antwoord op de vraag:
Do you want a cup of coffee?
A
No, I want not
B
No, I don't
C
No, you don't
D
No, you want not

Slide 14 - Quiz

Wat is het juiste antwoord op de vraag:
Are you guys friends?
A
Yes, you are.
B
Yes, we are.
C
Yes
D
Yes, I am

Slide 15 - Quiz

Irregular verbs

Slide 16 - Diapositive

to be, was/were, ........

Slide 17 - Question ouverte

to become, became, .......

Slide 18 - Question ouverte

to bite, bit, .........

Slide 19 - Question ouverte

to blow, ............., blown

Slide 20 - Question ouverte

to build, ............, built

Slide 21 - Question ouverte

to bring, .............., brought

Slide 22 - Question ouverte

to catch, caught, .............

Slide 23 - Question ouverte

to cost, cost, ..........

Slide 24 - Question ouverte

to do, ......., done

Slide 25 - Question ouverte

to ........... drank, drunk

Slide 26 - Question ouverte

to fly, ........., flown

Slide 27 - Question ouverte

to have, ..........., had

Slide 28 - Question ouverte

Things to do


Maken les 4:
BB: 30 t/m 32, 34 t/m 36
KB: 32, 35, 36, 39
TL: 31 t/m 35 en 37

Slide 29 - Diapositive