Comparativus & Superlativus

Comparativus & Superlativus
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Comparativus & Superlativus

Slide 1 - Diapositive

De nom. ev. man. van de comparativus eindigt op:
A
-ior
B
-ioris
C
-issimus
D
-ius

Slide 2 - Quiz

Waar of niet waar?
De comparativus heeft een rijtje voor mannelijk, een voor vrouwelijk, een voor onzijdig.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 3 - Quiz

De superlativus nom. mnl. van altus is
A
altissimo
B
altissima
C
altissimi
D
altissimus

Slide 4 - Quiz

altissimus vertaal je met:
A
groot
B
groter
C
grootst

Slide 5 - Quiz

Bij de oefening: Sleep de naam naar de juiste eigenschappen.
Rijke, oude senator
Dappere soldaat
De rijke wreedaard
De knappe, blije, arme jongeman
Marcus
Titus
Quintus
Tullius

Slide 6 - Question de remorquage

Wie zou jij kiezen voor je dochter?
Marcus
Titus
Quintus
Tullius

Slide 7 - Sondage

Hoe vertaal je de comparativus
De standaardvertaling: altior = hoger dan
Turris altior quam templum est:
De toren is hoger dan de tempel.

Echter, niet altijd kiezen uit twee: 
Turris altior est:      - De toren is tamelijk hoog.
                              - De toren is te hoog.

Slide 8 - Diapositive

Hoe vertaal je de superlativus?
In vergelijking met anderen:
Turris altissimus omnium est:
De toren is de hoogst van allen.

Op zichzelf staand:
Turris altissimus est:
De toren is erg hoog.

Slide 9 - Diapositive

Hoe vertaal je de superlativus?
In combinatie met quam

Turrim quam altissimum aedificamus:
We bouwen de toren zo hoog mogelijk.

Slide 10 - Diapositive

Onregelmatige vormen
magnus
maior
maximus
groot, groter, grootst
parvus
minor
minimus
klein, kleiner, kleinst
bonus
melior
optimus
goed, beter, best
malus
peior
pessimus
slecht, slechter, slechtst
multum
plus
plurimum
veel, meer, meest
multi
plures
plurimi
veel, meer, de meesten

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Huiswerk
Leer: de onregelmatige vormen van de comparativus en superlativus

Maak: tekst 23A r. 1-7

Slide 13 - Diapositive