K2 - Reflexive Verben

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

K2: Reflexive Verben

wederkerend werkwoord

Reflexive Verben

Leerdoel:

- ik ken de wederkerende werkwoorden in Quizlet

- ik weet wanneer een Dativ of Akkusativ komt

- ik kan de juiste naamval gebruiken na een wederkerend werkwoord

1. Ich freue.... schon ........ die Prüfungswoche

1. mir über
2. mich auf
3. dir auf
4. dich über

2. Du ernährst ______immer so gesund!

1. mich
2. mir
3. dich
4. dir

1. Ich ziehe mir meine Jacke an
2. Ich ziehe mich an
Was ist der Unterschied zwischen den beiden Sätzen?

Maak zelf een zin met een Dativ en één met een Akkusativ:
Gebruik het werkwoord: sich waschen

Maak zelf een zin met een Dativ en één met een Akkusativ:
Gebruik het werkwoord: sich kämmen

Ik kan de juiste naamval gebruiken na een wederkerend werkwoord met een voorzetsel

Er hat sich über ____________(der Unterricht) (sich ärgern über)

Bilde einen Satz:
sich entschuldigen bei.....für.....

Bilde einen Satz
sich entscheiden für

Bilde einen Satz:
sich beschäftigen mit

Stel eens 1 vraag die je nu nog hebt.

Grammatik: Ergänze das Reflexivpronomen (= wederkerend voornaamwoord) und reflexive Verb (= wederkerend werkwoord): sich streiten: "Mein Bruder ..... ........... jeden Tag mit meinem Vater."

maak de volgende zin af (wederkerend werkwoord):
Wir haben... über das Thema unterhalten.

1. euch
2. uns
3. sich
4. ihn

Grammatik: Ergänze das Reflexivpronomen (= wederkerend voornaamwoord) und reflexive Verb (= wederkerend werkwoord): sich waschen: "Ich ....... ........... täglich die Haare."

Grammatik: Ergänze das Reflexivpronomen (= wederkerend voornaamwoord) und reflexive Verb (= wederkerend werkwoord): sich irren: "Ihr ........ .............. Heute haben wir den 16., nicht den 17. Februar."

Wieviel hast du verstanden?

0100

Ik ken het rijtje voor de wederkerende werkwoorden
Ik weet wanneer ik 3e of 4e naamval met een wederkerend werkwoord moet gebruiken

😒🙁😐🙂😃