Cette leçon contient 18 diapositives, avec diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Deze les
Vragen over 13.4
Uitleg 13.5
Opdrachten maken
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen 13.4
Aan het einde van 13.4 kun je:
de verschillende manieren uitleggen waarop dieren zijn aangepast aan de kou of warmte.
uitleggen waarom kleine dieren sneller afkoelen.
uitleggen welke lichaamsbouw geschikt is voor extreem warme of koude leefomstandigheden.
het verschil tussen warm- en koudbloedig uitleggen.
uitleggen hoe het lichaamsoppervlakte invloed heeft op de lichaamstemperatuur van dieren.
de aanpassingen beschrijven van woestijnplanten waardoor ze kunnen overleven in de hitte.
Slide 2 - Diapositive
Leerdoelencheck 13.4
Lees het leerdoel.
Overleg in drie- of viertallen over het leerdoel (1 minuut).
Deel het met de klas.
Slide 3 - Diapositive
Leerdoelen 13.4
Aan het einde van 13.4 kun je:
uitleggen welke lichaamsbouw geschikt is voor extreem warme of koude leefomstandigheden.
het verschil tussen warm- en koudbloedig uitleggen.
uitleggen hoe het lichaamsoppervlakte invloed heeft op de lichaamstemperatuur van dieren.
de aanpassingen beschrijven van woestijnplanten waardoor ze kunnen overleven in de hitte.
timer
1:00
Slide 4 - Diapositive
Leerdoelen
Aan het einde van 13.5 kun je:
uitleggen hoe dieren aangepast zijn aan het leven in de donkere diepzee.
aanpassingen benoemen van walvissen waardoor ze op grote diepte kunnen duiken.
Slide 5 - Diapositive
Donkere diepzee
Kilometers diepte: geen zonlicht.
Veel dieren gaan zelf licht uitzenden of leven met lichtgevende bacteriën: bioluminescentie. Hierdoor kunnen ze:
prooi lokken
communiceren (bv. door flitsen)
predatoren afschrikken
Slide 6 - Diapositive
nos.nl
Slide 7 - Lien
Waarom ziet zo'n dier er zo eng uit?
Weinig prooimogelijkheden in diepzee, dus elke mogelijkheid benutten. Ook bij een prooi die groter is dan zichzelf!
Daarom: enorme bek met scherpe tanden en een rekbare maag!
Slide 8 - Diapositive
En nu... één van mijn favoriete dieren!
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Walvis is een zoogdier, dus heeft hij...
Hoe kan hij dan lang onder water blijven?
Slide 11 - Diapositive
Walvis
Blaasgat steekt boven water uit, hierin komen de neusgaten
uit. Ze ademen vlak voor het bovenkomen helemaal uit, zo
kunnen ze heel veel lucht inademen.
Slide 12 - Diapositive
Potvis kan het diepst duiken (2,5 km!).
De druk op het lichaam wordt steeds hoger: op 2,5 km diepte is het alsof er 150 olifanten op je zitten...
Dit maakt voor de cellen weinig uit, die zijn gevuld met water. Voor de longen is dit wel gevaarlijk. De longen worden leeggedrukt door de druk, waardoor de borstkas zou kunnen inklappen.
Gelukkig heeft de potvis een wondernet in zijn borstholte!
Slide 13 - Diapositive
Wondernet = netwerk van bloedvaten dat heel veel bloed kan bevatten.
Volpompen met bloed --> vult lege ruimtes in borstkas.
Toevoer naar spieren, darmen en nieren vermindert tijdens duiken. Hierdoor kan de potvis 75 min. onder water blijven!
Er gaat wel veel bloed naar het hart en de hersenen.
Slide 14 - Diapositive
Aanpassingen
Zwemt niet naar boven en beneden, maar laat zich zakken/drijven.
Speciaal orgaan: spermaceti-orgaan. Gevuld met spermaceti
of walschot (vetachtige stof).
vloeibaar boven 37 graden (kleinere dichtheid)
vast onder 30 graden
Door het walschot af te koelen, wordt de dichtheid groter. Dan is het zwaarder, dus zakt de walvis naar beneden.
Waarom is dit handig?
Slide 15 - Diapositive
Duiken: spermaceti afkoelen.
water in rechterneusgat, gaat langs het orgaan
wondernet laat alleen 'koude' bloed langs stromen (van huid)
Stijgen: spermaceti opwarmen.
warm bloed langs stromen (van romp)
Slide 16 - Diapositive
Spermaceti betekent walvissperma, maar dat is het niet.
Potvis in Engels = sperm whale.
Eerder werd het walschot gebruikt voor kaarsen, cosmetica en vetkrijt.
Candela (eenheid van lichtsterkte) was oorspronkelijk de hoeveelheid licht die één kaars van walschot uitzendt.