Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
NEDERLANDS DOOR
Slide 1 - Diapositive
Een les Nederlands op basis van de content van de Bankzitters. Ze hebben al een de citotoets gemaakt, een eindexamen afgenomen, ze schrijven muziek en spreken natuurlijk Nederlands in hun video’s.
De vragen kunnen meerkeuze of open zijn. Op meerkeuze vragen zit een timer van 20 seconden!
Slide 2 - Diapositive
Er komen verschillende onderdelen uit het mbo-examen aan bod. Videofragmenten dienen als inleiding, maar soms moet je ook heel goed opletten!
Let goed op bij de volgende video! De vraag komt pas na het fragment.
Slide 3 - Diapositive
De Bankzitters doen alsof Koen jarig is. We kijken eerst een fragment waarbij je goed moet opletten! De vraag komt pas na het fragment.
Slide 4 - Vidéo
-
Welke twee spelfouten staan op de verjaardagstaart voor Koen?
A
Gefeliciteerd, 28de
B
Gefeliciteert, 28e
C
Gefeliciteerd, 28ste
D
Gefeliciteert, 28de
Slide 5 - Quiz
1) Welke twee spelfouten komen op de verjaardagstaart van Koen?
Gefeliciteert, 28de
Slide 6 - Diapositive
-
In welke vorm staat "gefeliciteerd" ?
A
Tegenwoordige tijd
B
Voltooid deelwoord
Slide 7 - Quiz
2) In welke vorm staat “gefeliciteerd”?
Voltooid deelwoord
Het voltooid deelwoord eindigt altijd op een ...
A
T
B
D
C
Geen van deze antwoorden is goed
Slide 8 - Quiz
3) Het voltooid deelwoord eindigt altijd op een …?
Geen van deze antwoorden is goed.
De Bankzitters hadden een rol in een clip van Suzan & Freek.
Luister goed naar de songtekst, de vraag komt pas na het liedje.
Slide 9 - Diapositive
De Bankzitters hebben een rol in de muziekclip van Suzan & Freek. We kijken en luisteren eerst naar Honderd Keer. Hierna volgen 2 vragen.
Slide 10 - Vidéo
-
Hoe vaak zingen ze Suzan & Freek het woord "honderd"? De titel telt niet mee. Typ je antwoord in alleen cijfers.
Slide 11 - Question ouverte
1) Hoe vaak zingen Suzan & Freek het woord “honderd”?
11
> extra punt noteren
Er zijn maar vier Bankzitters te zien in deze clip. Sleep de vier Bankzitters die in je in de clip hebt gezien naar Suzan & Freek.
Slide 12 - Diapositive
Voor deze vraag heb je goed moeten kijken. Welke 4 Bankzitters zag je?
De volgende vraag is een sleepvraag. Je moet wachten tot de vraag gestart is. Dan sleep je de Bankzitters die je WEL hebt gezien naar Suzan & Freek.
Koen, Milo, Matthy en Raoul
(Robbie had een kater van carnaval)
Slide 13 - Question de remorquage
Cet élément n'a pas d'instructions
Slide 14 - Vidéo
-
Rob denkt in bed vaak aan zijn tijd in Woensel-West. Volgens Robbie zijn "bed" en "tijd" alle zelfstandige naamwoorden in deze zin. Heeft Robbie het goed?
A
Ja
B
Nee
Slide 15 - Quiz
Volgens Robbie zijn “bed” en “tijd” de enige zelfstandig naamwoorden in deze zin. Klopt dat?
Nee
Rob, bed, tijd, Woensel-West zijn allemaal zn. Zn is een mens/dier/ding.
Milo neemt het eindexamen af bij de Bankzitters. Na het fragment komen er vragen uit dit examen.
Slide 16 - Diapositive
De Bankzitters maken een eindexamen waar ook het onderdeel Nederlands aan bod komt. We kijken eerst naar een fragment en daarna volgen vragen uit het Bankzittersexamen!
Slide 17 - Vidéo
-
Vul de zin aan: Tijdens de quizjes op het Bankzitterskanaal ... de deelnemers geregeld.
A
Assimileren
B
Marchanderen
Slide 18 - Quiz
1) Tijdens de quizjes op het Bankzitterskanaal … de deelnemers geregeld.
Marchanderen
Vul de zin aan: Matthy staat vanwege zijn ... bekend als een vreselijke autist.
A
Agorafobie
B
Kwalligheid
Slide 19 - Quiz
2) Matthy staat vanwege zijn … bekend als een enorme autist.
Agorafobie
EXTRA wat betekent agorafobie? Matthy benoemt dit in het fragment. pleinvrees
Let goed op bij de volgende video! De vraag komt pas na het fragment.
Slide 20 - Diapositive
De Bankzitters gaan koken volgens de regels van Matthy. Matthy legt de opdracht uit.
Slide 21 - Vidéo
-
Bij Matthy gaat het uitleggen van de opdracht niet helemaal soepel. Welke taalfouten maakt hij?
A
Het eerste stap, een ander apparaat dan
B
De eerste stap, een ander apparaat dan
C
De eerste stap, een ander apparaat als
D
Het eerste stap, een ander apparaat als
Slide 22 - Quiz
Het uitleggen gaat niet helemaal soepel. Welke taalfouten maakt Matthy?