D&Z les 10 Huishoudelijke apparaten vroeger en nu.

Het huishouden vroeger en nu.






1 / 22
suivant
Slide 1: Diapositive
Dienstverlening en ZorgVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Het huishouden vroeger en nu.






Slide 1 - Diapositive

Terugblik: ken jij ze nog?
Gevaarsymbolen

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we vandaag leren?
Jullie leren wat het  verschil is in het huishouden tussen vroeger en nu.
Jullie leren welke verschillen er zijn in huishoudapparaten.

Slide 3 - Diapositive

Hoe deden onze opa´s en oma´s vroeger het huishouden?

Slide 4 - Question ouverte

Slide 5 - Vidéo

Slide 6 - Vidéo

Slide 7 - Diapositive


Vaste rituelen van vroeger

- Kinderen groeien op met de 3R's: Rust, reinheid en regelmaat.
- Voorjaarschoonmaak
- Wassen was het zwaarst

Slide 8 - Diapositive

In 1900 was er nog geen elektriciteit.
Dus geen stopcontacten, centrale verwarming of lampen.
Koken ging op de kachel (stoken op steenkool of hout).
Er was geen een koelkast om eten in te bewaren.

Slide 9 - Diapositive

In de avond zat iedereen om 1 lamp aan tafel, meer lampen waren er niet. Er waren geen straatlantarens, buiten was het pikkedonker. Later kwamen er in sommige dorpen lantarens op gas. Een lantaarnopsteker ging alle lampen langs met een lange stok om aan te steken.

Slide 10 - Diapositive

Vloeren werden niet gestofzuigd, maar geveegd met een bezem. Water kwam niet uit de kraan, maar moest worden gehaald worden bij een pomp of uit de put.

Slide 11 - Diapositive

                                                    Waterpomp

Slide 12 - Diapositive







De Mangel
Wie kent hem nog? De natte was wordt tussen twee rollen gedraaid. De
mangel was de voorloper van de centrifuge en is na ongeveer 1970
volledig verdwenen. Alleen het spreekwoord ‘door de mangel halen’
bleef bestaan. 

Slide 13 - Diapositive

Welke apparaten staan er in jouw huis die werken op elektriciteit?






Bedenk eens welke apparaten in jouw huis staan, die op elektriciteit werken. Laten we met de
keuken beginnen: koelkast, diepvriezer, vaatwasser, magnetron, mixer, koffiezetapparaat en
waterkoker. In de kamer staan natuurlijk een televisie, een radio en een dvd-speler. Alles wordt
schoongemaakt met de stofzuiger. Voor de was is er een wasmachine, misschien ook wel een
wasdroger en een stoomstrijkbout. Overal zijn lampen die met een simpele knop aan en uit gaan. Er
staat een computer, een laptop en/of een tablet en we hebben telefoon, vast en mobiel.
De verwarming kan niet werken zonder elektriciteit. Misschien kun je zelf nog wel meer dingen
bedenken waarvoor je elektriciteit nodig hebt. Als de stroom uitvalt, werkt opeens niets meer.

Slide 14 - Diapositive

Welke dingen gebruikte men vroeger voor de was?
A
Een wasbord
B
Een mangel
C
Een elektrische wasmachine
D
Ze brachten de was naar de wasserette

Slide 15 - Quiz

Hoe maakte men voor de tijd van de stofzuiger de vloer schoon?
A
De vloer werd geveegd met een bezem.
B
Vloerkleden met de mattenklopper.
C
De vloer werd niet schoongemaakt.

Slide 16 - Quiz

Welke gezinsleden deden het huishouden vroeger?
A
Moeder
B
Vader
C
Moeder en de kinderen.
D
Vader en moeder samen.

Slide 17 - Quiz

Had iedereen een kraan in huis?
A
Nee, je moest bij de pomp buitenshuis water halen
B
Ja, iedereen had een kraan.

Slide 18 - Quiz

Waar staan de drie R-en voor?
A
Rust, Ruig en Regelmaat
B
Rust, Rijk en Regelmaat
C
Rust, Reinheid en Regelmaat.
D
Relaxed, Reinheid en Regelmaat.

Slide 19 - Quiz

Wat heb je tijdens deze les geleerd?

Slide 20 - Question ouverte

Wij hebben het maar mooi voor elkaar in "onze tijd" met alle luxe apparaten in het huishouden ;)

Slide 21 - Diapositive

Vooruitblik
In de volgende les gaan wij het hebben over thee. 

Slide 22 - Diapositive