Schrijven 2F Klachtenbrief

klachtenbrief
Deze les leer je:
de indeling van de zakelijke brief
hoe je een klachtenbrief schrijft
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

klachtenbrief
Deze les leer je:
de indeling van de zakelijke brief
hoe je een klachtenbrief schrijft

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

In welke stijl schrijf je een zakelijke brief of e-mail?
A
Formeel
B
Informeel

Slide 4 - Quiz

Welk woord hoort bij 'formeel'?
A
Zakelijk
B
Persoonlijk

Slide 5 - Quiz

Wanneer schrijf je een zakelijke brief? Geef minimaal één voorbeeld.

Slide 6 - Question ouverte

Hoe schrijf je plaats & datum?
A
Amersfoort, 10-09-2023
B
A'foort, 10 september 2023
C
Amersfoort, 10 September 2023
D
Amersfoort, 10 september 2023

Slide 7 - Quiz

Hoe geef je het onderwerp aan in een zakelijke brief?
A
Onderwerp:
B
Deze brief gaat over:
C
Betreft:
D
Het onderwerp hoef je niet aan te geven.

Slide 8 - Quiz

Hoe geef je het onderwerp aan in een zakelijke e-mail?
A
onderwerp:
B
Deze brief gaat over:
C
Betreft:
D
Het onderwerp hoef je niet aan te geven.

Slide 9 - Quiz

Wat is de juiste aanhef bij een zakelijke e-mail/ brief?
A
Hoi
B
Hallo
C
Geachte
D
Geen

Slide 10 - Quiz

Welke onderdelen zitten in alle zakelijke brieven of e-mails?
A
argument voor
B
argument tegen
C
stelling
D
inleiding, kern, slot

Slide 11 - Quiz

Waaraan zie je dat een nieuwe alinea begint?
A
Het eerste woord van de zin wordt met hoofdletters geschreven.
B
Er staat een witregel boven.
C
Het eerste woord is altijd 'u'.
D
Het eerste woord is altijd 'ik'.

Slide 12 - Quiz

Je hebt een laptop ZRC-96 gekocht en hebt hierover een klacht.
Je schrijft een e-mail waarin je de klacht uitlegt en om een oplossing vraagt. Schrijf het onderwerp op:

Slide 13 - Question ouverte

Wat is de juiste groet bij een zakelijke brief?
A
Groetjes,
B
Met vriendelijke groet,
C
Houdoe!
D
Later!

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Diapositive

Standpunt en Argument
In de kern wordt gevraagd om je standpunt te vermelden en daar argumenten voor te geven.

Een standpunt geeft aan wat iemand ergens van vindt, een mening.
Ik vind....., volgens mij...., kortom...., alles bij elkaar genomen denk ik dat....
Een argument gebruik je om jouw mening/standpunt te onderbouwen.
omdat....., want....., namelijk...., immers.....

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Slide 18 - Diapositive

Wat gebeurt er in de laatste alinea waardoor Jan van Hopen meer kans heeft dat hij zijn schade vergoed zou kunnen krijgen?
A
Hij voegt een kopie van de reservering toe
B
Niet bijzonders
C
Hij geeft een compliment voordat hij zijn klacht uitspreekt

Slide 19 - Quiz

Welk standpunt en welke argumentatie kan Jan ter Hopen gebruiken in de brief?

Slide 20 - Question ouverte

Slide 21 - Diapositive