Les 4 - debatteren in de klas

• Mentorles
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3

Les 4 - debatteren in de klas

1. Lesdoelen                                             1 min.
2. Terugblik                                              2 min.
3. Voorkennis                                         10 min.
4. Instructie                                            10 min.
5. Samenwerken                                  20 min.
6. Lesdoelen                                             2 min.

Lesdoelen

Aan het einde van deze les ...

1. kan ik in eigen woorden uitleggen wat een drogreden is. 
2. kan ik een 'Brandje blussen'.

Terugblik
Leg in eigen woorden uit wat een argument is.

Waarom is je presentatie tijdens een debat belangrijk?

02:05

Is dit een sterke of zwakke presentatie? (Let op de volgende dingen: ogen, stem, houding, lichaamstaal)

1. Een sterke presentatie, hij maakt goed oogcontact en zijn stem is goed.
2. Een sterke presentatie, hij gebruikt lichaamstaal.
3. Een zwakke presentatie, zijn houding is niet oké en hij gebruikt geen lichaamstaal.
4. Een zwakke presentatie, hij maakt geen oogcontact en zijn houding is zwak.

Ik wil nu geen huiswerk maken.

Wil jij je diploma niet halen dan?!

Voorkennis ophalen:

Laat leerlingen op de afbeelding reageren. Wat gebeurt hier precies? 

Antw: het linker poppetje legt het rechter poppetje woorden in de mond. 

Bruggetje naar drogredenen. Belangrijk: leg de leerlingen uit dat ze niet hoeven te weten hoe iedere drogreden heet. 

Drogredenen

• Een drogreden lijkt een goed argument, maar is het niet. 

• In het dagelijkse leven --> drogredenen moeilijk te vermijden, omdat ze onbewust gebruikt worden.  

• Dus als hij van de brug springt, doe jij dat ook?

‘Van deze wasmachine worden je kleren zo schoon dat je ze nooit meer hoeft te wassen.’

1. Drogreden
2. geen drogreden

Overdrijven van voor- of nadelen.

‘Het is waar, want ik heb het op Facebook gelezen.’

1. Drogreden
2. Geen drogreden

Zeggen dat iets klopt, omdat het ergens staat of door iemand gezegd wordt.

‘De leraar zegt dat ik een onvoldoende heb, dus hij zegt eigenlijk dat ik geschorst moet worden!’

1. Drogreden
2. Geen drogreden

Vertekenen van wat iemand zegt of van wat er staat.

‘Dat weet iedereen, dat hoef ik echt niet uit te leggen.’

1. Drogreden
2. Geen drogreden

Uitleg van je argument vermijden

Optioneel - als je tijd over hebt!

Brandjes blussen

Situatie ‘De vlam in de pan’

Je vertelt over je brandje en leest hier jouw gebluste brandje voor:

Beste klanten,

Jullie hebben maanden geleden gereserveerd om vanavond bij ons te komen eten. Helaas kan dat niet doorgaan. Zoals jullie kunnen zien is restaurant ‘De Vlam in De Pan’ helemaal afgebrand. Ook de komende weken zullen jullie hier niet kunnen eten.

Het vuur is gisteren ontstaan toen ik aan het oefenen was met een nieuw gerecht: ‘De gerookte haas’. Met dit nieuwe gerecht wil ik een grote prijs winnen, waarmee ik het restaurant én ons dorp bekender wil maken. Omdat ik zó druk aan het koken was, zag ik niet dat de vlam in een andere pan sloeg. Heel snel stond de hele keuken in de fik.

Jullie kunnen vanavond en de komende weken niet meer bij ons komen eten en dat is natuurlijk jammer. Maar bekijk het van de positieve kant: Jullie hebben nu de tijd om zélf thuis ook lekker te leren koken!

Wat gebeurd is, is gebeurd. Gelukkig kunnen we nu wel een fantastisch nieuw restaurant bouwen! Dit restaurant zal nog groter zijn dan de vorige waardoor er nog meer mensen kunnen komen eten. Dit is dus het begin van een hele mooie toekomst en jullie zijn allemaal uitgenodigd voor een groot feest als het restaurant weer open gaat!

Laten we dus trots zijn op ‘De Vlam in De Pan’!

De vlam in de pan - hoe los je dit op?

Stap 1 - Begin: Spreek de groep aan die de dupe is geweest van jouw fout.

Beste klanten.

Stap 2 - Noem het slechte nieuws: Vertel wat er is gebeurd en wat er dus mis is gegaan.

Jullie hebben maanden geleden gereserveerd om vanavond bij ons te komen eten. Helaas kan dat niet doorgaan. Zoals jullie kunnen zien is restaurant ‘De Vlam in De Pan’ helemaal afgebrand. Ook de komende weken zullen jullie hier niet kunnen eten.

Stap 3 - Wie zijn schuld is dit? Geef niet aan jezelf, maar aan iemand of iets anders de schuld. Het ligt absoluut niet aan jou!

Het vuur is gisteren ontstaan toen ik aan het oefenen was met een nieuw gerecht: ‘De gerookte haas’. Met dit nieuwe gerecht wil ik een grote prijs winnen, waarmee ik het restaurant én ons dorp bekender wil maken. Omdat ik zó druk aan het koken was, zag ik niet dat de vlam in een andere pan sloeg. Heel snel stond de hele keuken in de fik.

De vlam in de pan - hoe los je dit op?

Stap 4 - Bekijk het positief: Laat zien dat je begrijpt hoe vervelend dit is voor je publiek, maar noem meteen daarna wat er positief is aan de situatie.

Jullie kunnen vanavond en de komende weken niet meer bij ons komen eten en dat is natuurlijk jammer. Maar bekijk het van de positieve kant: jullie hebben nu de tijd om zélf thuis ook lekker te leren koken!

Stap 5 - De toekomst: Leg nu uit welke goede plannen jij in de toekomst gaat uitvoeren, waardoor deze fout nooit meer kan gebeuren.

Wat gebeurd is, is gebeurd. Gelukkig kunnen we nu wel een fantastisch nieuw restaurant bouwen! Dit restaurant zal nog groter zijn dan de vorige waardoor er nog meer mensen kunnen komen eten. Dit is dus het begin van een hele mooie toekomst en jullie zijn allemaal uitgenodigd voor een groot feest als het restaurant weer open gaat!

Stap 6 - Trots: Herhaal de positieve dingen uit stap 4 en 5 met een grote glimlach!

Laten we dus trots zijn op ‘De Vlam in De Pan’!

Opdracht brandjes blussen

Je krijgt een 'brandje' en een werkblad.

Los je brandje op door - aan de hand van het werkblad in het werkboekje - een goed excuus te maken en de situatie om te draaien. 

Uitvoeren!

Brandjes blussen in groepjes!

Verdeel de klas in groepjes. Zorg ervoor dat je ieder brandje in een groepje hebt zitten. Laat ze hun brandje staand blussen. Leerlingen geven daarna feedback aan elkaar. 

Ik weet wat drogredenen zijn.

010

Ik weet hoe ik een brandje kan blussen.

Ja, dit weet ik zeker!

Redelijk

Een beetje

Nee, dit weet ik niet.