ir a 2024

• Spaans
• MBO
• Studiejaar 1

                                                je nummer?

¿Qué tal la clase?

bereid je voor:

1. el chicle, la gorra, los auriculares, la mesa y la silla

2. heb je schrift (libreta) klaar

3. heb je laptop klaar, neem een laptop van receptie als je een laptop nodig hebt.

4. OBSERVATIE: herhaald afwijzende gedrag = AN Magister

aan het einde van deze les gaan wij feedback geven

Lesdoelen

ir a + inf gebruikrn om je voornemens te uiten

¿Tienes un bolígrafo? 

sí/no tengo un bolígrafo

¿Tienes una libreta?

sí/no tengo una libreta

¿Tienes un laptop? 

sí/no tengo un laptop

Heb je een pen?

ja/ ik heb (g)een pen

Heb je een schirft?

ja/ ik heb (g)een schrift

Heb je een laptop?

ja/ ik heb (g)een laptop

¿cómo?

1. theorie 3 min

2. vocab (voorbeelden) 5min

3. oefenen (lied) 5min

4. Escucha 5min

5 voornemens (tot einde les) 

Grammatica

• futuro próximo (ir + a + infinitief)
• voorzetsel a

escribe

Ir + a + heel werkwoord

IR=Gaan             IR A=Gaan naar/going to

yo	voy a
tú	vas a
el/ella/usted	va a
nosotros	vamos a
vosotros	váis a
ellos/ellas/ustedes	van a

verbo: ir = gaan

yo

tú

él/ella/usted

nosotros/-as

vosotros/-as

ellos/ellas/ustedes

voy

vas

va

vamos

vais 

van

+ a = to

- AR

- ER

- IR

¿cómo?

1. theorie 3 min

2. vocab (voorbeelden) 5min

3. oefenen (lied) 5min

4. Escucha 5min

5 voornemens (tot einde les) 

www.liveworksheets.com

¿cómo?

1. theorie 3 min

2. vocab (voorbeelden) 5min

3. oefenen (lied) 5min

4. Escucha 5min

5 voornemens (tot einde les) 

Luister oefening en theorie oefenen

con canción

https://www.liveworksheets.com/cx1114274zo

chrome-extension

¿cómo?

1. theorie 3 min

2. vocab (voorbeelden) 5min

3. oefenen (lied) 5min

4. Escucha 5min

5 voornemens (tot einde les) 

"Vivir mi vida"

Wanneer gebruik je ir+a+infinitivo en wat is de regel?

¿cómo?

1. theorie 3 min

2. vocab (voorbeelden) 5min

3. oefenen (lied) 5min

4. Escucha 5min

5 voornemens (tot einde les) 

6. EXIT TICKET: NO VOY A...

Wordart

¿cómo?

1. theorie 3 min

2. vocab (voorbeelden) 5min

3. oefenen (lied) 5min

4. Escucha 5min

5 voornemens (tot einde les) 

6. EXIT TICKET: NO VOY A...

EXIT TICKET

No voy a... werkwoord + iets

Het werkwoord ir= gaan

stam =va

Vervoegt wie -AR

voy

vas

va

vamos

vais

van

a

ir a + infinitivo: nabije toekomst:

         mañana voy a llevar ropa verde

         

https:

Ir al

1. Gimnasio
2. Piscina
3. Museo
4. Teatro

Tomar

1. Menos azúcar
2. Menos café
3. Más fruta
4. libros

Practicar

1. Deporte
2. Mi español
3. clase
4. piscina

Ir

Viajar a

Je voornemens voor 2019

https: