Grammatica §2 Persoonsvorm en zinsdelen

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Grammatica §2 Persoonsvorm en zinsdelen

Leerdoelen

- Ik weet wat een persoonsvorm is en hoe ik deze kan vinden

- Ik kan de zinsdeelproef doen

Welke twee manieren heb je geleerd om de pv te vinden?

De persoonsvorm is altijd een...

1. lidwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. werkwoord
4. voorzetsel

Wat is de pv?
Ik vind wiskunde een moeilijk vak.

Wat is de pv?
Wij willen een ijsje halen.

Wat is de pv?
Gaan we vanavond naar de bioscoop?

Wat is de pv?
Leo en Ine zijn aan het fietsen.

Wat is de pv?
Wij hebben een verhaal geschreven.

Wat is de pv?
Ik zou nu graag een ijsje willen.

Wat is de pv?
Het team moet de wedstrijd winnen.

Filmpje:

Probeer aantekeningen te maken tijdens het filmpje. 

apps.noordhoff.nl

Aantekeningen

Welke aantekeningen heb je gemaakt?

Vergelijk met je buurman/buurvrouw. (3 min)

Daarna gaan we klassikaal overleggen.

Zinsdelen

- Je kunt een zin in stukjes verdelen. Dit zijn zinsdelen.

- Een zinsdeel kan bestaan uit één woord of uit een groepje woorden.

- Let op! Vóór de pv kan maar één zinsdeel staan!

Je geeft de zinsdelen aan door er streepjes tussen te zetten.

Jan / koopt / een boek.

Zet streepjes tussen de zinsdelen:
Mijn oma bakt vanavond een biefstuk.

Zet streepjes tussen de zinsdelen:
In Frankrijk hebben we de hele dag gewandeld.

Zet streepjes tussen de zinsdelen:
Gaan we volgende week samen naar de Efteling?

Leerdoelen

- Ik weet wat een persoonsvorm is en hoe ik deze kan vinden

- Ik kan de zinsdeelproef doen

Wat wist je al?

Wat heb je geleerd?

Huiswerk