§1.2 Niet ieder inkomen is hetzelfde

§1.2 Niet ieder inkomen is hetzelfde
H1 Inkomen en welvaart
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

§1.2 Niet ieder inkomen is hetzelfde
H1 Inkomen en welvaart

Slide 1 - Diapositive

Wat weet je nog
van §1.1 Wat heb je te besteden?

Slide 2 - Carte mentale

Inkomen in natura
Inkomen uit bezit
Inkomen uit arbeid
Overdrachtsinkomen
Kleedgeld
Spullen of goederen
Rente
Winst

Slide 3 - Question de remorquage

Lesdoelen
Je leert in deze paragraaf:
• wat het verschil is tussen bruto, netto en besteedbaar inkomen
• hoe je een stijging of daling berekent met een groeifactor
• wat oorzaken kunnen zijn van inkomensverschillen
• hoe je uit een grafiek de inkomensverschillen kunt aflezen

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Welk inkomen?

Slide 6 - Diapositive

Verandering van inkomen

Slide 7 - Diapositive

Formule

Slide 8 - Diapositive

Inkomensverschillen

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Inkomensverschillen in beeld

Slide 11 - Diapositive

Kleine en grote inkomensverschillen

Slide 12 - Diapositive

Vragen
Kan je de theorie toepassen?

Slide 13 - Diapositive

Netto inkomen is inkomen nadat ____ er is afgehaald:
A
aftrekposten
B
belastingen en premies
C
bruto-uitkeringen (pensioen, WW, ezv)
D
heffingskorting

Slide 14 - Quiz

Het bruto inkomen noemen we ook wel besteedbaar inkomen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Wat is modaal inkomen?
A
Dit is het meest voorkomende inkomen
B
Dit is het gemiddelde inkomen
C
Dit is het laagste inkomen
D
Dit is het hoogste inkomen

Slide 16 - Quiz

De inkomensverschillen bij Janet zijn ....... dan bij Jos
A
kleiner
B
groter

Slide 17 - Quiz

Wat wordt met inkomensverschillen bedoeld?
A
dat je salaris steeds kan veranderen
B
verschillen in inkomen
C
verschillen in salaris tussen verschillende beroepen
D
verschillen tussen uitgaven en inkomsten

Slide 18 - Quiz

Wat is geen voorbeeld van oorzaken voor inkomensverschillen
A
Leeftijd en ervaring
B
Opleiding en scholing
C
Verantwoordelijkheid
D
Normen en waarden

Slide 19 - Quiz

Hoe ontstaan inkomensverschillen?
A
Niet iedereen werkt evenveel.
B
Verschil in opleiding

Slide 20 - Quiz

Wat geeft de lorenzcurve aan...
A
De inkomensongelijkheid van een land
B
De koopkracht van een land
C
De alfabetiseringsgraad van een land
D
De ontwikkelingsgraad van een land

Slide 21 - Quiz

Maak van onderstaande zin een economisch juiste tekst door het juiste woord te kiezen.
Kies uit de woorden die tussen haakjes staan.
Als de inkomensverschillen kleiner worden, verandert Lorenzcurve b in ...... (Lorenzcurve a / Lorenzcurve c ).

Slide 22 - Question ouverte

Aan het werk!
Maken de opdrachten van paragraaf 1.2

Slide 23 - Diapositive

Afsluiten

Slide 24 - Diapositive


Leerdoelen waren voor mij duidelijk.
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Sondage

Kan je het verschil uitleggen tussen bruto, netto en
besteedbaar inkomen.
Ja
Nee
Ik moet hier nog op studeren

Slide 26 - Sondage

Kan je met een groeifactor een stijging of daling
berekenen.
Ja
Nee
Ik moet hier nog op studeren

Slide 27 - Sondage

Kan je oorzaken noemen van inkomensverschillen.
Ja
Nee
Ik moet hier nog op studeren

Slide 28 - Sondage

Kan je uit een Lorenzcurve aflezen hoe de inkomens in
een land verdeeld zijn.
Ja
Nee
Ik moet hier nog op studeren

Slide 29 - Sondage

Extra uitleg
Kijk voor meer uitleg de volgende video's

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Vidéo

Slide 32 - Vidéo

Slide 33 - Vidéo