1.2 D201

• Burgerschap
• MBO
• Studiejaar 1

Wat gaan we doen?

Vandaag 2 lesuren

Nakijken opdrachten 1.1

Uitleg Cultuur 1.2

Werkvorm

Maken opdrachten 1 t/m 6

Controleren uitleg

Nakijken opdrachten 1.1

Cultuur

Schrijf 5 woorden op, waaraan je moet denken als je aan cultuur denkt.

Normen en waarden

Waarden zijn ideeën over over gedrag. Een waarde is iets wat je belangrijk vindt. Bijvoorbeeld: Respect voor elkaar

Normen zijn gedragsregels die je hieraan kunt verbinden.

Norm: Opstaan voor een zwangere vrouw in de trein

Welke waarde past hierbij..?

Normen

Geschreven en ongeschreven

Gewoonten en Tradities

In elke groep bestaan gewoonten. Dit zijn vaste manieren om te doen, die je steeds opnieuw gebruikt. Voorbeelden?

Elke groep heeft ook zijn eigen tradities: oude gebruiken, vaak rondom feesten en speciale gebeurtenissen, die van generatie op generatie worden doorgegeven. Voorbeelden?

Cultuur

De normen, waarden, gewoonten en tradities vormen samen de cultuur van een groep.

Cultuur staat niet vast.

Noem een voorbeeld waarin cultuur kan veranderen.

Werkvorm

In groepjes van 3.

Je krijgt 2 briefjes met op elk 2 stellingen.

Bespreek de 4 stellingen in je groepje.

Klaar!?

Bespreek de stellingen met het groepje naast je.

10 minuten: daarna klassikaal bespreken

Maken opdrachten  paragraaf 1.2: 1 t/m 6

Waarden zijn:

1. Ideeën over gedrag
2. Gedragsregels die we zelf bedacht hebben
3. Gedragsregels die in de wet staan
4. Vaste manieren om iets te doen

Een geschreven norm staat:

1. Nergens geschreven, maar geldt voor iedereen.
2. De wet
3. De schoolregels

Cultuur bestaat uit:

1. normen, waarden gewoonten
2. normen, waarden, gewoonten en tradities
3. waarden, normen en tradities
4. normen, waarden, gewoonten en gedragsregels

Wat is GEEN Traditie?

1. Beschuit met muisjes eten bij een geboorte
2. Vieren van het Sinterklaasfeest
3. Elke woensdag gehaktdag
4. Het eten van gebak met je verjaardag

Wat is GEEN gewoonte

1. Gebruik van toiletpapier
2. Oliebollen eten op oudejaarsdag
3. Elke morgen vroeg opstaan
4. Hand geven bij ontmoetingen

Volgende les: (Morgen)

Nakijken vragen 2.1 Cultuur

1 t/m 6

Uitleg paragraaf 1.3/1.4 De Nederlandse samenleving.