par. 1.2 Ontwikkeling van de wereldeconomie

Par. 1.2 Ontwikkeling van de wereldeconomie
Een stukje geschiedenis over het ontstaan van de wereldeconomie, die in par. 1.1 werd beschreven.
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Par. 1.2 Ontwikkeling van de wereldeconomie
Een stukje geschiedenis over het ontstaan van de wereldeconomie, die in par. 1.1 werd beschreven.

Slide 1 - Diapositive

Wat weet je van kolonialisme? (10 min)

Slide 2 - Carte mentale

Lees par. 1.2. (10 min)
Bekijk de leerdoelen. 
Maak de leerdoelen vragend en schrijf ze in je schrift.
Pak je oortjes voor het volgende lesonderdeel.

Slide 3 - Diapositive

Differentiatie (25 min)
Je kiest één van de filmpjes en maakt daarna in een groepje de bijbehorende vragen:
Filmpje 1 duurt 15 minuten en het onderwerp is de dekolonisatie van de Nederlandse koloniën
Filmpje 2 bestaat eigenlijk uit een tijdlijn met een aantal korte filmpjes waarop je zelf moet klikken. Het onderwerp is de Koude Oorlog.
Filmpje 3 duurt 12 minuten en is voor de echte nadenkers onder ons. Het onderwerp is het einde van het communisme.

Slide 4 - Diapositive

Vragen bij filmpje 1:
1. Hoe verliep de dekolonisatie van Indonesië?
2. Hoe verliep de dekolonisatie van Suriname?
3. Hoe verliep de dekolonisatie van de Nederlandse Antillen?

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Vragen bij filmpje 2:
1. Wat hield de Koude Oorlog in?
2. Waarom stonden de Verenigde Staten en de Sovjet Unie lijnrecht tegenover elkaar?
3. Wat was het Warschaupact?

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Lien

Vragen bij filmpje 3:
1. Hoe verliep het einde van het communisme in de Sovjet-Unie en Oost-Europa?
2. Zal de liberale democratie in alle landen van de EU behouden blijven?
3. Waarom denk je dat?

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Uitleg: een stukje economische kennis waarvan we een begrippenlijstje maken (30 min)
vrije markteconomie, vrij ondernemerschap, wet van vraag en aanbod, vrijhandel, invoerrechten, specialisatie in productie/diensten, protectionisme, handelsoorlog.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Lien

Omschrijving van de begrippen
-vrije markteconomie: economie met vrij ondernemerschap, waar de wet van vraag en aanbod de prijzen bepaalt en er vrijhandel is.
-vrij ondernemerschap: iedereen mag een eigen bedrijf beginnen, in tegenstelling tot landen met een communistische economie, waar alle bedrijven van de staat zijn.
-wet van vraag en aanbod: als er veel vraag en/of weinig aanbod van een product of dienst is, dan zijn de prijzen hoog, en andersom.
-vrijhandel: handel zonder belemmeringen zoals invoerrechten of bijvoorbeeld politieke besluiten zoals dat Europa geen gas meer koopt uit Rusland.
-invoerrechten: belasting op import die landen heffen om de eigen producenten te beschermen tegen goedkope import.
-specialisatie in productie/diensten: bedrijven bieden één product of dienst, waar ze heel goed in zijn doordat ze veel ervaring en kennis hebben van dat product/dienst. Vrijhandel leidt tot specialisatie doordat er veel concurrentie is.
-protectionisme: maatregelen die landen nemen om hun eigen producenten te beschermen tegen goedkope import, zoals bijvoorbeeld invoerrechten.
-handelsoorlog: het op grote schaal belemmeren van goedkope import door het heffen van invoerrechten, vaak gericht op een bepaald land of werelddeel.

Slide 13 - Diapositive

We checken de leerdoelen! 
(10 min)

Slide 14 - Diapositive

Bron 8 uit je tekstboek hoort bij
A
Handelskolonialisme
B
Industrieel kapitalisme
C
Handelskolonialisme en industrieel kapitalisme
D
Geen van beiden

Slide 15 - Quiz

De volgende landen waren een kolonie van Nederland:
A
Suriname en Marokko
B
Marokko en India
C
Turkije en Indonesië
D
Suriname en Indonesië

Slide 16 - Quiz

Tijdens de industrialisatie:
A
worden de koloniën onafhankelijk
B
krijgen de moederlanden meer invloed op de koloniën
C
worden er fabrieken gebouwd in de koloniën
D
worden er steeds meer slaven verhandeld

Slide 17 - Quiz

Een voordeel van vrijhandel is:
A
Bedrijven hebben meer concurrentie
B
Bedrijven hebben een grotere afzetmarkt.
C
Bedrijven kunnen failliet gaan door de import van goedkope producten.
D
Consumenten hebben een grotere keus uit producten van over de hele wereld.

Slide 18 - Quiz

Bij een handelsoorlog
A
proberen landen te voorkomen dat er veel goedkope import hun land binnenkomt, door het heffen van belasting op import
B
voeren landen oorlog met elkaar omdat ze het niet met elkaar eens zijn over de voorwaarden voor de handel
C
voeren landen oorlog met elkaar omdat ze boos zijn dat importgoederen niet aan bepaalde kwaliteitseisen voldoen
D
zijn consumenten blij omdat importproducten steeds goedkoper worden

Slide 19 - Quiz

Werkboek:
Maak opdr. 1 en 3 t/m 6

Slide 20 - Diapositive

Vrijhandel houdt in
A
dat bedrijven zelf mogen weten welke prijzen ze voor hun producten vragen
B
dat bedrijven zelf mogen weten welke producten ze produceren
C
dat bedrijven werknemers van over de hele wereld in dienst mogen nemen
D
dat bedrijven geen invoerrechten (belasting op invoer) hoeven te betalen als ze producten importeren

Slide 21 - Quiz