4H thema 7 BS 7 Voedselproductie

Voedselproductie
4 havo
Thema 7
Basisstof 7
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Voedselproductie
4 havo
Thema 7
Basisstof 7

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
Leerdoelen:
  • Je kunt methodes beschrijven om een optimale voedselproductie te krijgen
  • Je kunt uitleggen hoe insecten resistent worden tegen insecticide
  • Je kunt beschrijven wat accumulatie van gifstoffen in een voedselketen is.
  • Je kunt de oorzaken, gevolgen van en enkele oplossingen voor eutrofiëring benoemen

Programma:
  1. Wat weet je nog van ecologie en milieu
  2. Uitleg: voedselproductie
  3. Zelf werken

Slide 2 - Diapositive

Wat is het verschil tussen biotische en abiotische factoren?

Slide 3 - Question ouverte

Wat neemt de plant op van de stikstofkringloop?
A
Nitriet
B
Water
C
Glucose
D
Nitraat

Slide 4 - Quiz

Hoort het proces waarbij brooddeeg rijst door gist bij de C-kringloop, de N-kringloop of beide?
A
Bij de koolstofkringloop
B
Bij de stikstofkringloop
C
Bij beide kringlopen

Slide 5 - Quiz

Is klimaatverandering voordelig of nadelig voor de landbouw?
A
Voordelig
B
Nadelig
C
Ligt eraan waar op de wereld je kijkt
D
Geen van beide

Slide 6 - Quiz

Noem drie factoren waardoor trofische niveaus steeds kleiner worden in een piramide van biomassa. tip: binas

Slide 7 - Question ouverte

Waarom moet je altijd een antibiotica kuur helemaal afmaken?

Slide 8 - Question ouverte

Voedselproductie
  • Onze voedselproductie is relatief langzamer dan onze bevolkingsgroei
  • Om onze bevolking van genoeg eten te voorzien is de manier van voedselproductie enorm efficient
  • Grote akkers met monoculturen en grote bedrijven met intensieve veehouderijen zorgen voor een enorme voedselproductie.

Slide 9 - Diapositive

Voedselproductie
Om de voedselproductie zo efficient mogelijk te maken proberen boeren invloed te hebben op de abiotische en biotische factoren

Abiotische factoren:
  • Mest
  • Extra CO2
  • Kassen

Biotische factoren:
  • Bestrijding van ongedierte

Slide 10 - Diapositive

Bescherming
Één van de grootste uitdagingen voor boeren: beschermen van hun gewassen en vee tegen ziekten en plagen (insecten, bacteriën en schimmels)

Om gewassen en vee te beschermen maken boeren gebruik van bestrijdingsmiddelen:
  • Chemische bestrijdingsmiddelen
  • Biologische bestrijdingsmiddelen

Slide 11 - Diapositive

Chemische bestrijdingsmiddellen
Boeren maken vaak gebruik van pesticiden om hun gewassen te beschermen tegen insecten

Er zijn 2 verschillende soorten insecticiden:
  • Niet-soort specifiek (dood alle insecten)
  • Soortspecifiek (dood één specifieke soort)


Slide 12 - Diapositive

Probleem insecticiden: resistentie

Slide 13 - Diapositive

Probleem pesticiden: Accumulatie
Sommige pesticiden zijn persistent: kan niet of zeer langzaam natuurlijk worden afgebroken

De pesticiden hopen op door de voedselketen heen: Accumulatie

De biomassa neemt af in ieder trofisch niveau, maar de hoeveelheid pesticide blijft gelijk.
Toppredator krijgt hierdoor teveel pesticide binnen en kan hiervan ziek worden.

Slide 14 - Diapositive

Biologische bestrijding
Gebruik maken van natuurlijke vijanden.

Voorbeeld: sluipwespen om de witte vliegen uit te roeien. De sluipwespen leggen eitjes in de larven van de witte vlieg. De larve van de sluipwesp eten deze van binnen uit op.

Slide 15 - Diapositive

Zelf werken
Lezen
BS 7 t/m 'Biologische bestrijding' (blz. 162 t/m 164)

Maken
BS 7 opdr. 53 t/m 56

Kun je:
  • methodes beschrijven om een optimale voedselproductie te krijgen?
  •  uitleggen hoe insecten resistent worden tegen insecticide?
  • beschrijven wat accumulatie van gifstoffen in een voedselketen is?

Slide 16 - Diapositive

Bemesting
Planten hebben mineralen nodig:
  • nitraat
  • fosfaat
  • sulfaat
  • natrium
  • kalium
  • calcium

Mineralen verdwijnen uit de grond door uitspoeling, waarbij mineralen wegzakken met regenwater naar diepere lagen in de bodem.

Om de grond weer van genoeg mineralen te voorzien gebruiken boeren kunstmest of stalmest. Bij meer mest dan de planten op kunnen nemen is er sprake van overbemesting.

Slide 17 - Diapositive

Eutrofiëring
Overbemesting kan leiden tot eutrofiëring van oppervlaktewater. 

Een deel van de mest spoelt met regen van het land af en komt terecht in oppervlaktewater.

De hoeveelheid mineralen in het oppervlaktewater neemt sterk toe






Slide 18 - Diapositive

Veredelen en fokken
Om voedselproductie te verhogen selecteren boeren de planten met de hoogste productie en planten die onderling verder voort. Dit noemen we veredelen (bij planten) en fokken (bij dieren).

Veredelen en fokken worden ook gebruikt om genetische eigenschappen van organismen te veranderen. 


Slide 19 - Diapositive

Zelf werken
Lezen
BS 7 (blz. 162 t/m 168)

Maken
BS 7 opdr. 57 t/m 62

Kun je:
  • methodes beschrijven om een optimale voedselproductie te krijgen?
  • de oorzaken, gevolgen van en enkele oplossingen voor eutrofiëring benoemen?

Slide 20 - Diapositive

Sterke toename van mineralen in het water
Een sterke algengroei in het water
Het selecteren op gunstige eigenschappen en onderling voortplanten van planten
Het ophopen van gifstoffen door de voedselketen
Vorm van bestrijding waarbij gebruik wordt gemaakt van natuurlijke vijanden
Zet de begrippen op de juiste plaats in de tabel.
Veredelen
Eutrofiëring
Waterbloei
Biologische bestrijding
Accumulatie

Slide 21 - Question de remorquage

Autotroof
Heterotroof
Fotosynthese
Afhankelijk van andere organismen voor voedsel
Producenten
Consumenten
Bloedgroenkorrels
Omnivoor, carnivoor, herbivoor
Zelfvoedend; maken energie/voedsel voor hele voedselketen

Slide 22 - Question de remorquage

Zelf werken

Maken
BS 7 opdr. 53 t/m 62


Toetsstof
Thema 7 BS 1 t/m 8

Slide 23 - Diapositive