Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
B&F, technisch lezen, Station Zuid Vertel het maar week 1 les 3
Station Zuid: 'Vertel het maar'
Week 1 les 3:
Lezen van woorden die eindigen op -heid en -teit.
1 / 33
suivant
Slide 1:
Diapositive
Technisch lezen
Basisschool
Groep 6
Cette leçon contient
33 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Station Zuid: 'Vertel het maar'
Week 1 les 3:
Lezen van woorden die eindigen op -heid en -teit.
Slide 1 - Diapositive
Slide 2 - Diapositive
Lees de tekst hard op
Slide 3 - Diapositive
Welk woord hoort er niet bij?
A
benauwdheid
B
narigheid
C
stommiteit
D
verkoudheid
Slide 4 - Quiz
Welk woord hoort er niet bij?
A
populariteit
B
brutaliteit
C
agressiviteit
D
onzekerheid
Slide 5 - Quiz
Welk woord hoort er niet bij?
A
beeldkwaliteit
B
betrouwbaarheid
C
mogelijkheid
D
nieuwsgierigheid
Slide 6 - Quiz
Welk woord hoort er niet bij?
A
elektriciteit
B
meertaligheid
C
specialiteit
D
groepsactiviteit
Slide 7 - Quiz
Welk woord hoort er niet bij?
A
bezienswaardigheid
B
eigenaardigheid
C
gelijkwaardigheid
D
geloofwaardigheid
Slide 8 - Quiz
Welk woord past in de zin?
Wat een ........ om zo tegen me te praten.
A
brutaliteit
B
elektriciteit
C
onzekerheid
Slide 9 - Quiz
Welk woord past in de zin?
Mijn stem klinkt door die ............. wat vreemd.
A
specialiteit
B
verkoudheid
C
bezienswaardigheid
Slide 10 - Quiz
Welk woord past in de zin?
Zij bloost snel, ze heeft veel last van .........
A
mentaliteit
B
nationaliteit
C
verlegenheid
Slide 11 - Quiz
Welk woord past in de zin?
De kindertelefoon zorgt voor meer....... over pesten.
A
universiteit
B
publiciteit
C
mogelijkheid
Slide 12 - Quiz
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Noem twee woorden uit de tekst die eindigen op -heid en/of -teit
Slide 16 - Question ouverte
Welke woorden betekenen ongeveer hetzelfde?
activiteit
A
soepelheid
B
hoeveelheid
C
feestelijkheid
D
bezigheid
Slide 17 - Quiz
Welke woorden betekenen ongeveer hetzelfde?
festiviteit
A
soepelheid
B
hoeveelheid
C
feestelijkheid
D
bezigheid
Slide 18 - Quiz
Welke woorden betekenen ongeveer hetzelfde?
flexibiliteit
A
soepelheid
B
hoeveelheid
C
feestelijkheid
D
bezigheid
Slide 19 - Quiz
Welke woorden betekenen ongeveer hetzelfde?
kwantiteit
A
soepelheid
B
hoeveelheid
C
feestelijkheid
D
bezigheid
Slide 20 - Quiz
Welke woorden betekenen ongeveer hetzelfde?
depressiviteit
A
werkelijkheid
B
somberheid
C
stevigheid
D
doeltreffendheid
Slide 21 - Quiz
Welke woorden betekenen ongeveer hetzelfde?
effectiviteit
A
werkelijkheid
B
somberheid
C
stevigheid
D
doeltreffendheid
Slide 22 - Quiz
Welke woorden betekenen ongeveer hetzelfde?
realiteit
A
werkelijkheid
B
somberheid
C
stevigheid
D
doeltreffendheid
Slide 23 - Quiz
Welke woorden betekenen ongeveer hetzelfde?
stabiliteit
A
werkelijkheid
B
somberheid
C
stevigheid
D
doeltreffendheid
Slide 24 - Quiz
Goed gewerkt
Ben je drie ster bij Station Zuid? Dan ga je verder op de volgende pagina's.
(Een en twee ster mogen kiezen.)
Slide 25 - Diapositive
Welk woord past in de zin?
Over dat idee van hem bestaat voldoende.....
A
realititeit
B
bereikbaarheid
C
eensgezindheid
Slide 26 - Quiz
Welk woord past in de zin?
Hij nam zijn ......... en stapte op de jongens af.
A
verantwoordelijkheid
B
creativiteit
C
intensiteit
Slide 27 - Quiz
Welk woord past in de zin?
Ik kan erg goed tekenen, dat is mijn......
A
specialiteit
B
duurzaamheid
C
edelmoedigheid
Slide 28 - Quiz
Welk woord past in de zin?
Toen hij het ongeluk zag, was zijn eerste........... om 112 te bellen.
A
publiciteit
B
benauwdheid
C
prioriteit
Slide 29 - Quiz
Welk woord past in de zin?
Schei toch uit! Ik heb zo'n hekel aan al die .........
A
aangelegenheid
B
geheimzinnigheid
C
nationaliteit
Slide 30 - Quiz
Welk woord past in de zin?
Door zijn ...... werd hij overal herkend.
A
bekendheid
B
puberteit
C
hoeveelheid
Slide 31 - Quiz
Zet de lettergrepen in de goede volgorde. Schrijf de vier woorden op.
1. trouw-baar-be-heid
2. heid-dig-vul-zorg
3. teit-ti-ac-vi
4. a-vi-cre-teit-ti
Slide 32 - Question ouverte
Je bent klaar, goed gedaan!
Slide 33 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
B&F, technisch lezen, Station Zuid Vertel het maar week 1 les 1
Janvier 2021
- Leçon avec
20 diapositives
Technisch lezen
Basisschool
Groep 6
Taalles Blok 1 les 10
Septembre 2023
- Leçon avec
26 diapositives
Nederlands
Basisschool
Groep 7
Spelling 22 juni
Juin 2021
- Leçon avec
13 diapositives
Spelling
Basisschool
Groep 6
SMS klas 5: oefendictee thema 4.
Février 2022
- Leçon avec
33 diapositives
Spelling
Basisschool
Groep 7
Blok 2 week 4 les 2
Octobre 2023
- Leçon avec
15 diapositives
Spelling
Basisschool
Groep 6
woorden met heid en teit
Août 2021
- Leçon avec
10 diapositives
Nederlands
Basisschool
Groep 8
Oefentoets klas 2 Formuleren/spellen 1-3
Novembre 2019
- Leçon avec
35 diapositives
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Spelling - hoofdletters/heidteit/igug/luklijk
Septembre 2022
- Leçon avec
10 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo lwoo, b, k
Leerjaar 2