H3/ a3 - Y en EN

Y en EN
Y en EN zijn onpersoonlijke voornaamwoorden.
Ze vervangen plaatsen en dingen

- EN vervangt de + zelfstandig naamwoord

- Y vervangt alle andere voorzetsels + zelfstandig naamwoord
Par exemple dans et à
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Y en EN
Y en EN zijn onpersoonlijke voornaamwoorden.
Ze vervangen plaatsen en dingen

- EN vervangt de + zelfstandig naamwoord

- Y vervangt alle andere voorzetsels + zelfstandig naamwoord
Par exemple dans et à

Slide 1 - Diapositive

Voorbeeld
Elle parle de l'école.
-> Elle en parle. 
-> Elle n'en parle pas.

Il reste dans sa chambre.
-> Il y reste.
-> Il n'y reste pas

Slide 2 - Diapositive

Plaats van het voornaamwoord
Als er een heel werkwoord in de zin staat, dan komen Y en EN daarvoor! Net als bij de persoonlijk voornaamwoorden!
-> Elle veut en parler
-> Il veut y rester.
Als er geen heel werkwoord in de zin staat, dan komen Y en EN voor de persoonsvorm.

Slide 3 - Diapositive

Wat is het juiste antwoord?
Je parle de ma voiture.
A
J'y parle.
B
J'en parle.
C
Je y parle.
D
Je en parle.

Slide 4 - Quiz

Wat is het juiste antwoord?
Nous travaillons à la maison.
A
Nous en travaillons.
B
Nous travaillons en.
C
Nous y travaillons
D
Nous travaillons en.

Slide 5 - Quiz

Wat is het juiste antwoord?
Ils sont allés au Maroc.
A
Ils y sont allés.
B
Ils sont y allés.
C
Ils en sont allés.
D
Ils sont en allés.

Slide 6 - Quiz

Wat is het juiste antwoord?
Tu veux retourner au Japon?
A
J'y veux retourner.
B
Je veux y retourner.
C
J'en veux retourner.
D
Je veux en retourner.

Slide 7 - Quiz

Il est content de son travail?
(denk aan hoofdletter en punt)

Slide 8 - Question ouverte

Nous avons parlé de la crise.

Slide 9 - Question ouverte

Wat is het juiste antwoord?
Nous travaillons à la maison.
A
Nous en travaillons.
B
Nous travaillons en.
C
Nous y travaillons
D
Nous travaillons en.

Slide 10 - Quiz