Woordbenoemen: Lidwoord, Zelfstandignaamwoord, Werkwoord, Bijvoegelijk naamwoord

• Spelling
• Basisschool
• Groep 6-8

Woordbenoemen

Doel: Aan het eind van de les kan ik

- samenwerken met een chromebook

- uitleggen wat werkwoorden, zelfstandignaamwoorden, lidwoorden, bijvoegelijknaamwoorden en bijwoorden zijn

Afspraken

- De chromebook begint bij een leerling en wisselt elke beurt door

- Alleen de leerling die aan de beurt is vult het antwoord in

- Je doet actief mee met het overleggen, samen kom je (zachtjes) tot een antwoord

- Betrek klasgenoten als je ziet dat zij niet actief meedoen

- Het is geen wedstrijd dus je juicht niet

Even oefenen...
Hoe noemen we woorden
zoals de, het en een?

Hoe noemen we woorden
zoals lopen, springen, zitten?

Nu geef je de crhomebook door aan de gene links van je (of tegenover je).

Hoe noemen we het woord 'grote'
in de zin: Hij zit op de grote stoel.

Nu geef je de crhomebook door aan de gene links van je (of tegenover je).

Wat voor woord is het woord 'bloem' in de volgende zin:
Sandra plukte een bloem.

Nu geef je de crhomebook door aan de gene links van je (of tegenover je).

De jongen loopt snel.
Hoe noemen we het woord snel in deze zin?

Nu geef je de crhomebook door aan de gene links van je (of tegenover je).

Het bijwoord

• Zegt iets over een niet-zelfstandignaamwoord (dus bijvoorbeeld een werkwoord, bijvoegelijk naamwoord of ander bijwoord)
• Geeft aan waar, wanneer of hoe iets gebeurt
  

Werk-

woord

Zelfstandig

naamwoord

Lidwoord

Bijvoegelijk naamwoord

Bijwoord

Morgen

werken

de

kinderen

hard

Werk-

woord

Zelfstandig

naamwoord

Lidwoord

Bijvoegelijk naamwoord

Bijwoord

De

groene

plant

waait

hevig

Werk-

woord

Zelfstandig

naamwoord

Lidwoord

Bijvoegelijk naamwoord

Bijwoord

Pieter

schrijft

een

lange

brief

Werk-

woord

Zelfstandig

naamwoord

Lidwoord

Bijvoegelijk naamwoord

Bijwoord

De

kip

legt

een

groot

ei

?

Werk-

woord

Zelfstandig

naamwoord

Lidwoord

Bijvoegelijk naamwoord

Bijwoord

Gaan

de

lieve

kinderen

morgen

spelen

Klap de chromebook nu dicht.

Hoe ging het?

- Samenwerken met de chromebook?

Hoe ging het?

- Oefenen met woordbenoemen?