Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
V 2.2 Scheiden van mengsels en 2.3 Indampen en destilleren
Hoofdstuk 2 Scheidingsmethoden
2.2 Scheiden van mengsels
2.3 Indampen en destilleren
1 / 34
suivant
Slide 1:
Diapositive
Scheikunde
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
34 diapositives
, avec
quiz interactifs
,
diapositives de texte
et
2 vidéos
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Hoofdstuk 2 Scheidingsmethoden
2.2 Scheiden van mengsels
2.3 Indampen en destilleren
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
Herhalen:
Je kunt de vloeibare mengsels oplossing, suspensie en emulsie van elkaar onderscheiden.
Je kunt van oplossingen, suspensies en emulsies voorbeelden benoemen.
Je kunt de mengsels rook, nevel en schuim van elkaar onderscheiden.
Je kunt van de mengsels rook, nevel en schuim voorbeelden benoemen.
Nieuw:
Je kunt een aantal scheidingsmethoden benoemen.
Je kunt bij scheidingsmethoden uitleggen op welk verschil in stofeigenschappen de scheidingsmethode is gebaseerd.
Slide 2 - Diapositive
Herhalen paragraaf 2.1
Slide 3 - Diapositive
Oplossing
= een in vloeistof opgelost gas, vloeistof of vaste stof
Suspensie
= een vaste (niet-opgeloste stof) in een vloeistof
Emulsie
= een (niet-opgeloste vloeistof) in een vloeistof
Vloeibare mengsels
Slide 4 - Diapositive
Oplossing
Een oplossing = een
mengsel
Oplosmiddel
= de vloeistof waarin een stof opgelost wordt.
De stof is uiteengevallen in
losse
moleculen
, die omgeven worden door de watermoleculen.
De deeltjes zijn niet zichtbaar voor het oog.
Bekende oplosmiddelen
:
water, alcohol , wasbenzine & aceton
Slide 5 - Diapositive
Voorbeeld
:
chocolademelk
Suspensie
Stoffen lossen minder goed op > troebele vloeistof.
Moleculen vallen niet allemaal los uiteen, maar blijven soms aan elkaar 'kleven'.
De niet-opgeloste stof zakt na enige tijd naar de bodem
Slide 6 - Diapositive
Emulsie
Emulsie
= vloeistof met daarin een niet-opgeloste, fijn verdeelde vloeistof > je ziet belletjes zweven.
Na een tijdje drijft de olie in een laagje boven op het water >
geen
emulsie meer!
Emulgator
= een stof die de twee vloeistoffen gemengd blijven, bijv. carrageen (E-nummers: 400-499).
Voorbeeld
:
olie & water; melk, mayonaise & gezichtscrème
Slide 7 - Diapositive
Rook, nevel & schuim
Rook
= 1 of meer vaste stoffen zweven fijn verdeeld in een gas.
Nevel
= vloeistof fijn verdeeld in een gas.
Schuim
= een fijne verdeling van gas in een vaste stof of vloeistof.
Voorbeeld
:
badschuim,
schuimmatras
Slide 8 - Diapositive
Welk van de volgende uitspraken over een mengsel is/zijn waar?
A
Een mengsel bestaat uit een soort molecuul
B
Een mengsel bestaat uit twee of meer soorten moleculen
C
Een mengsel heeft een kookpunt
D
Een mengsel heeft een kooktraject
Slide 9 - Quiz
Wat voor soort mengsel krijg je als je water met olijfolie goed mengt?
A
een oplossing
B
een suspensie
C
een emulsie
D
een extract
Slide 10 - Quiz
Welke van onderstaande mengsels is een emulsie
A
Zeewater
B
Melk
C
jus d'orange
D
Koffie
Slide 11 - Quiz
Wat voor soort mengsel krijg je als je water met bruine suiker goed mengt?
A
een emulsie
B
een suspensie
C
een oplossing
D
een extract
Slide 12 - Quiz
2.2 en 2.3 Scheidingsmethoden
Scheiden van mengsels
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Vidéo
Scheiden van mengsels
Twee of meer stoffen in een mengsel uit elkaar halen.
Gebruik maken van verschil in
stofeigenschappen
.
Verschillende eigenschappen:
fase bij kamertemp.
kleur, geur
oplosbaarheid
kook- en smeltpunt
elektrische geleidbaarheid
Slide 15 - Diapositive
Scheiden van suspensie
Bezinken
= zware vaste stof zinkt naar de bodem >
verschil in dichtheid
.
Filtratie
= grote deeltjes vaste stof uit een vloeistof halen middels filtreerpapier >
verschil in deeltjesgrootte
.
Residu
= vaste stof die achterblijft in het filter.
Filtraat
= de vloeistof die door het filter loopt.
Slide 16 - Diapositive
Centrifugeren is een snelle vorm van bezinken.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 17 - Quiz
Scheiden van oplossing vaste stoffen
Indampen
= verdampen van het oplosmiddel >
verschil in kook-/smeltpunt
.
Residu
= vaste stof die achterblijft.
Slide 18 - Diapositive
Extraheren
= één of meerdere vaste stoffen oplossen in oplosmiddel >
verschil in oplosbaarheid
.
Daarna kun je de opgeloste stof filtreren of indampen.
Bij
indampen
ontstaat een
extract
.
Extractiemiddel
= vloeistof waarin de ene stof wel en de andere stof niet oplost.
Residu
= vaste stof die
achterblijft.
Bijv.
: chemisch reinigen
Slide 19 - Diapositive
Op welk verschil berust extraheren?
A
Deeltjesgrootte
B
Aanhechtingsvermogen
C
Oplosbaarheid
D
Kookpunt
Slide 20 - Quiz
Van welke scheidingsmethode(n) maken we gebruik bij het zetten van koffie?
A
Indampen
B
Indampen & destilleren
C
Extraheren
D
Extraheren & filtreren
Slide 21 - Quiz
Een suspensie kan ik scheiden met behulp van ...
A
Destilleren
B
Adsorptie
C
Filtratie
D
Extraheren
Slide 22 - Quiz
Van welke stofeigenschap maakt filtreren gebruik?
A
Kookpunt
B
Oplosbaarheid
C
Deeltjesgrote
D
Dichtheid
Slide 23 - Quiz
Scheiden van vloeistoffen
Destillatie
= verhitten, oplosmiddel verdampt, damp opvangen en
condenseren
>
verschil in kookpunt
.
Destillaat
= gecondenseerde vloeistof (laag kookpunt).
Residu
= vloeistof die niet verdampt en dus achterblijft (hoog kookpunt).
Slide 24 - Diapositive
Verwijderen van verontreiniging
Adsorberen
= het hechten van een stof aan het oppervlak van een andere stof >
verschil in aanhechtingsvermogen
.
Actieve kool
= fijngemalen koolstof met speciale bewerking > veel minuscule openingen & gangen.
Voorbeeld
: drinkwater,
kleurstoffen uit voeding
halen.
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Vidéo
niet in te delen
Dichtheid
Adsorberen
Destilleren
Bezinken en afschenken
Kookpunt
Oplosbaarheid
Verbranden
Deeltjesgrote
Indampen
Extraheren
Filtreren
Slide 27 - Question de remorquage
Op welke stofeigenschappen berusten de volgende scheidingsmethodes? Sleep de juiste eigenschap naar de juiste scheidingsmethode
Deeltjesgrootte
Dichtheid
aanghechtingsvermogen
kookpunt
Filtreren
Bezinken
Adsorberen
Destilleren
Slide 28 - Question de remorquage
Welke 2 scheidingsmethoden worden gebruikt bij koffie zetten?
A
Bezinken en filtreren
B
Filtreren en extraheren
C
Extraheren en bezinken
D
Extraheren en destilleren
Slide 29 - Quiz
welke scheidingsmethode is dit?
A
Adsorberen
B
indampen
C
Bezinken + afschenken
D
filtreren
Slide 30 - Quiz
Filtreren
Adsorberen
Indampen
Destilleren
Extraheren
Slide 31 - Question de remorquage
Scheidingsmethode
Werkt door een verschil in...
Dichtheid
Deeltjesgrootte
Kookpunt
Aanhechting
Oplosbaarheid
Destilleren
Filteren en zeven
Indampen
Extraheren
Adsorberen
Bezinken en afschenken
Slide 32 - Question de remorquage
Evaluatie Leerdoelen
Je kunt een aantal scheidingsmethoden benoemen.
Je kunt bij scheidingsmethoden uitleggen op welk verschil in stofeigenschappen de scheidingsmethode is gebaseerd.
Slide 33 - Diapositive
Huiswerk
Lezen paragraaf 2.2 en 2.3
Maak opdracht 12, 14, 18, 19, 22, 27, 30
Slide 34 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
indampen destilleren
Décembre 2021
- Leçon avec
36 diapositives
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
indampen destilleren
Novembre 2023
- Leçon avec
31 diapositives
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
H2.3 Indampen en destilleren
Septembre 2021
- Leçon avec
40 diapositives
Scheikunde
Voortgezet speciaal onderwijs
Scheidingsmethoden
Novembre 2023
- Leçon avec
35 diapositives
Scheikunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Scheidingsmethoden
il y a 24 jours
- Leçon avec
11 diapositives
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Scheidingsmethoden
Octobre 2024
- Leçon avec
11 diapositives
Natuurkunde / Scheikunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Hoofdstuk 3
Décembre 2020
- Leçon avec
33 diapositives
Scheikunde
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
7.3
Août 2020
- Leçon avec
17 diapositives
Nask / Techniek
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4