4.4 seks enzo

welkom
ga rustig zitten en pak je spullen
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

welkom
ga rustig zitten en pak je spullen

Slide 1 - Diapositive

leerdoelen
Je kunt omschrijven wat onder seksualiteit wordt verstaan.
Je kunt benoemen hoe gender en seksuele oriëntatie kunnen verschillen.

Slide 2 - Diapositive

wat gaan we doen
stukje theorie
aan de slag
stukje theorie
aan de slag

Slide 3 - Diapositive

orgasme
klaarkomen, wat is het verschil tussen mannen en vrouwen daarin?

door seks of masturbatie (zelfbevrediging) 

Slide 4 - Diapositive

seksualiteit
lustbeleving
intimiteit 

aseksualiteit

Slide 5 - Diapositive

seksuele oriëntatie 
heteroseksueel (hetero = ongelijk)
Ongeveer een op de vijftien mensen is homoseksueel (homo = gelijk) of biseksueel (bi = twee)
Mensen die zich aangetrokken voelen tot mannen én vrouwen, noem je biseksueel. Voor sommigen maakt het geslacht of gender van de ander niets uit. Dit noem je panseksueel.

Slide 6 - Diapositive

verschil tussen geslacht en gender
transgender
genderdysforie
transseksueel 
non binair

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

aan de slag
maak opdracht 1,2,6 en 7 in 4.4
ben je klaar?
ga dan aan de slag met 8

Slide 9 - Diapositive

tips uit het boek
1 Zoek oogcontact.
2 Zorg ervoor dat je ‘toevallig’ in de buurt komt.
3 Maak een praatje, laat merken dat je geïnteresseerd bent.
4 Glimlach (dat gaat waarschijnlijk vanzelf).
5 Geef complimentjes.
6 Raak de ander per ongeluk aan. Let op: geen ongewenste intimiteiten.
7 Leer de ander beter kennen via een chat.
8 Vraag een vriend of vriendin om te checken of het wederzijds is.

Slide 10 - Diapositive

grenzen en wensen
 Praat met elkaar over wat je wel en niet wilt.
• Laat zonder woorden merken wat je wel of niet wilt, bijvoorbeeld door iemands hand te sturen.
• Zeg het duidelijk als je iets niet wilt:
• Zeg erbij wat de ander moet doen: ‘Ik wil dat je daarmee stopt.’
• Als de ander jouw grens niet respecteert, is hij of zij je niet waard.

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

ga aan de slag
maak opdracht 1 tot en met 8 in 4.4 online methode

Slide 13 - Diapositive