Taal blok 2 les 9

Schoon/hygiëne
1 / 17
suivant
Slide 1: Carte mentale
TaalBasisschoolGroep 6

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Schoon/hygiëne

Slide 1 - Carte mentale

Wat doe je als je schoonmaakt?
Noem 1 ding.

Slide 2 - Question ouverte

Welke spullen gebruik je bij schoonmaken?
Noem er 1.

Slide 3 - Question ouverte

Welke uitdrukking hoort hierbij:

Hij staat tegenover zijn vijand.
A
in de weer zijn
B
oog in oog met
C
op het punt staan
D
door de bomen het bos niet meer zien

Slide 4 - Quiz

Welke uitdrukking hoort hierbij:

Klaarstaan om te vertrekken
A
in de weer zijn
B
Niet uit het veld laten slaan
C
op het punt staan
D
door de bomen het bos niet meer zien

Slide 5 - Quiz

Welke uitdrukking hoort hierbij:

Ik weet niet waar ik moet beginnen om het probleem op te lossen.
A
in de weer zijn
B
Niet uit het veld laten slaan
C
erg schrikken
D
door de bomen het bos niet meer zien

Slide 6 - Quiz

Welke uitdrukking hoort hierbij:

Het is moeilijk, maar ik ga gewoon door!
A
in de weer zijn
B
Niet uit het veld laten slaan
C
erg schrikken
D
De appel valt niet ver van de boom

Slide 7 - Quiz

Welke uitdrukking hoort hierbij:

Mijn vader is steeds druk bezig met de verbouwing.
A
De aap komt uit de mouw
B
Niet uit het veld laten slaan
C
erg schrikken
D
in de weer zijn

Slide 8 - Quiz

Welk woord past in de zin?

Bij het koken van eten is .. belangrijk
A
bacterie
B
fris
C
hygiëne
D
diarree

Slide 9 - Quiz

Welk woord past in de zin?

Als er een schadelijke .. aan je handen zit, kun je ziek worden.
A
bacterie
B
fris
C
hygiëne
D
riolering

Slide 10 - Quiz

Welk woord past in de zin?

Dan kun je bijvoorbeeld ... krijgen.
A
zuiver
B
fris
C
riolering
D
diarree

Slide 11 - Quiz

Welk woord past in de zin?

Het vuile water van de wc verdwijnt in ... .
A
zuiver
B
riolering
C
bacterie
D
hygiëne

Slide 12 - Quiz

Welk woord past in de zin?

Dit water wordt schoongemaakt, zodat het weer ... en ... drinkwater wordt.
A
fris en zuiver
B
hygiëne en fris
C
zuiver en bacterie
D
zuiver en hygiëne

Slide 13 - Quiz

Welk figuurlijk taalgebruik past bij dit verhaaltje?

Zaterdag moeten wij voetballen tegen de kampioen van vorig jaar. Wij staan onderaan. Toch gaan we ons best doen om te winnen!
A
Op het punt staan
B
Niet uit het veld laten slaan
C
Handen uit de mouwen steken
D
Oog in oog staan met

Slide 14 - Quiz

Welk figuurlijk taalgebruik past bij dit verhaaltje?

Mirthe wil graag dat haar huis erg netjes is. Ze gaat nu beginnen met opruimen en schoonmaken.
A
Op het punt staan
B
Niet uit het veld laten slaan
C
Handen uit de mouwen steken
D
Oog in oog staan met

Slide 15 - Quiz

Schoon/hygiëne

Slide 16 - Carte mentale

Hoe vond je deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 17 - Sondage