3M 5.1 en 5.2 1 les Het skelet van de mens

1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Startopdracht - Zelfstandig stil

Het skelet heeft 4 taken/functies. Welke zijn dat? 
Schrijf ze op in je schrift.

  1. Loop rustig het lokaal binnen en praat zachtjes
  2. Ga zitten op je stoel
  3. Je jas hang je over je stoel
  4. Pak je boek, schrift + pen

timer
2:00

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Functies skelet
4 taken/ functies van het skelet:
  • Stevigheid geven aan je lichaam
  • Vorm geven aan je lichaam
  • Kwetsbare organen beschermen --> longen, hart, hersenen.
  • Beweging mogelijk maken



Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Stevigheid en beweging

  • 5.1 Het skelet van de mens
  • 5.2 Kraakbeenweefsel en beenweefsel
  • 5.3 Beenverbindingen
  • 5.4 Spieren
  • 5.5 Houding en beweging
  • 5.6 Blessures

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Planning

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Programma
  • Start thema 5 Stevigheid en beweging (alleen SE)
  • Leerdoelen
  • Filmpje geraamte --> 1 minuut
  • Uitleg basisstof 5.1 --> Het skelet van de mens
  • Uitleg basisstof 5.2 --> Kraakbeenweefsel en beenweefsel
  • Filmpje Samenstelling botten --> 1 minuut
  • Opdrachten maken
  • Afsluiting --> leerdoelen checken

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  • Je kunt de botten benoemen in een afbeelding van het skelet.
  • Je kunt de functies van het skelet benoemen.
  • Je kunt pijpbeenderen en platte beenderen onderscheiden en kenmerken ervan noemen.
  • Je kunt de kenmerken van kraakbeenweefsel en beenweefsel noemen en de delen ervan benoemen in een afbeelding.
  • Je kunt beschrijven hoe de samenstelling van botten verandert tijdens het leven.

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 10 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

De verschillende delen van het lichaam

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Ledematen

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Functies skelet
4 taken/ functies van het skelet:
  • Stevigheid geven aan je lichaam
  • Vorm geven aan je lichaam
  • Kwetsbare organen beschermen --> longen, hart, hersenen.
  • Beweging mogelijk maken



Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2 typen botten
  • Pijpbeenderen --> langwerpig, vooral in ledematen. Koppen zijn gevuld met rood beenmerg. Mergholte met geel beenmerg   --> vet opgeslagen.
  • Platte beenderen --> schedel, ribben, schouderbladeren. Rood beenmerg. Geen mergholte, geen geel beenmerg. 
In het rode beenmerg worden bloedcellen gevormd. 

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kraakbeenweefsel
Waar 2 botten tegen elkaar komen, zit ook een laagje kraakbeen om slijtage te voorkomen.

Kraakbeen bevat veel lijmstof en weinig kalk. Hierdoor is het buigzaam. 

Voel maar aan je oor!

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Been (bot)  en  kraakbeen
  Veel kalk. Beetje lijmstof                 Weinig kalk, veel                                                                                 lijmstof
   

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Veranderingen in botten





          Jong: veel lijmstof          Ouder: steeds meer kalk                                                                     

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk

Lezen 5.1
Maken opdracht 1, 4 en 7

Lezen 5.2
Maken opdracht 1, 3 en 4




Slide 19 - Diapositive

Klaar: puzzel laten maken
Wat zijn je ledematen?
A
Oren, mond en neus
B
Ribben en borstbeen
C
Rug en nek
D
Armen en benen

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Dit been noemen we...................
A
dijbeen
B
scheenbeen
C
kuitbeen
D
spaakbeen

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef de naam van dit bot
A
bovenarm
B
opperarmbeen
C
spaakbeen
D
ellepijp

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan het skelet kun je ook vaak herkennen hoe een organisme er uit zal hebben gezien. Één van de taken van het skelet die hier het beste bij past is...
A
Dit is ter bescherming van de hersenen
B
Dit is voor de stevigheid van het skelet
C
Zo is de vorm het lichaam te herkennen
D
Dit is noodzakelijk om te kunnen bewegen

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe heten de
groene botjes?
A
Handwortelbeentjes
B
Middenhandsbeentjes
C
Vingerkootjes

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Kraakbeen weefsel
Beenweefsel

Slide 25 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Sleep de woorden naar de juiste afbeelding.
Bevat veel lijmstof
Bevat weinig lijmstof
Bevat veel kalkzouten
Is buigzaam
Bevat weinig kalkzouten
Beenweefsel
Kraakbeenweefsel

Slide 26 - Question de remorquage

Sleep de woorden naar de juiste afbeelding
Opa (83) en kleinzoon (1) staan boven aan de trap. Ze vallen allebei. Wie heeft de grootste kans op gebroken botten?
A
Opa, omdat hij de meeste lijmstof in zijn botten heeft.
B
Kleinzoon, omdat hij de meeste lijmstof in zijn botten heeft.
C
Opa, omdat hij de meeste kalk in zijn botten heeft.
D
Kleinzoon, omdat hij de meeste kalk in zijn botten heeft.

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke stof verdwijnt langzaam uit je botten als je ouder wordt? Wat is het gevolg hiervan?
A
Been, botten breken minder snel
B
Kraakbeen, botten breken sneller
C
Kalk, botten breken minder snel
D
Lijmstof, botten breken sneller

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions