28-11-2022

Du hast 3 Minuten für:


Je hebt 2 min om: 

  • jas uit
  • oortjes uit
  • mobiel in de wandtas
  • werkboek/schrift/pen op tafel
  • ga op je vaste plek zitten 
timer
3:00
--> Als de 3 minuten voorbij zijn ben je stil en wacht je op de docent!
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Du hast 3 Minuten für:


Je hebt 2 min om: 

  • jas uit
  • oortjes uit
  • mobiel in de wandtas
  • werkboek/schrift/pen op tafel
  • ga op je vaste plek zitten 
timer
3:00
--> Als de 3 minuten voorbij zijn ben je stil en wacht je op de docent!

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we vandaag doen?
- nakijken antwoorden
- herhaling bezittelijk voornaamwoord
- domino maken in groepjes
- domino wedstrijdje

Slide 2 - Diapositive

Antwoorden controleren
vanaf pagina 22

Slide 3 - Diapositive

Bezittelijk voornaamwoord:
vertaal: haar
A
unser
B
euer
C
ihr
D
sie

Slide 4 - Quiz

Bezittelijk voornaamwoord:
vertaal: mijn
A
sein
B
ihr
C
mein
D
dein

Slide 5 - Quiz

(zijn) Vater
Wat is de vertaling van het bezittelijk voornaamwoord?

Slide 6 - Question ouverte

(mijn) Mutter
Wat is de vertaling van het bezittelijk voornaamwoord?

Slide 7 - Question ouverte

(jouw) Schule (v)
Wat is de vertaling van het bezittelijk voornaamwoord?

Slide 8 - Question ouverte

(onze) Zimmer (o)
Wat is de vertaling van het bezittelijk voornaamwoord?

Slide 9 - Question ouverte

(jullie) Bücher (mv)
Wat is de vertaling van het bezittelijk voornaamwoord?

Slide 10 - Question ouverte

Domino maken in je groepje
- je krijgt een vel papier
- geef iedereen in het groepje en taak
- bespreek wie wat gaat maken: knippen / kleuren 
timer
15:00

Slide 11 - Diapositive

Domino wedstrijdje
- Zet steeds de juiste vertaling achter en maak het domino treintje af

- Welk groepje is als eerste klaar?
timer
5:00

Slide 12 - Diapositive

Möchten

Slide 13 - Diapositive

  • möchten
    Betekenis: Iets graag willen. 
                         (beleefdheidsvorm van wollen) 
  • Voorbeeld:
    Ich möchte gerne eine Cola. = ik wil graag een cola
    Ich möchte bitte zahlen = ik wil graag betalen

Slide 14 - Diapositive


  • ich möchte
  • du möchtest
  • er/sie/es möchte
  • wir möchten
  • ihr möchtet
  • sie möchten
  • Sie möchten

Slide 15 - Diapositive

Du (möchten) ........ keine Pizza essen.
A
möchte
B
möchtest
C
möchten
D
möchtet

Slide 16 - Quiz

Ihr (möchten) ..... lieber Pommes essen.
A
möchte
B
möchtest
C
möchten
D
möchtet

Slide 17 - Quiz

Es....(möchten)
A
Mag
B
Mage
C
Mache
D
Magst

Slide 18 - Quiz

Was (möchten) ihr für ein Geschenk haben?
A
möchten
B
möchtet
C
magt
D
möchtest

Slide 19 - Quiz

zelfstandig aan de slag:
blz. 20/ 22 opdrachten 9 en 10 
- blz. 19/20 opdracht 8
Je hebt de opdrachten aan het einde van de les af! 
--> anders Huiswerk
Klaar? --> woordjes leren blz. 49 (Lektion 1/2/3 )
timer
25:00

Slide 20 - Diapositive