Beroepscode

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 2,3

Aan het eind van de les kun je vertellen:

• Wat het doel is van de beroepscode
• Hoe je de beroepscode toepast in
  verschillende situaties
  
  
• Wat zijn je eigen leervragen over de beroepscode?

Wat weet je al van de beroepscode van Verpleegkundigen en Verzorgenden?

Doel van de beroepscode

De beroepscode is een leidraad bij je handelen als verzorgende. De normen en waarden van de beroepsgroep staan erin omschreven. In januari 2015 is de beroepscode herzien. De beroepscode is opgesteld door de beroepsgroep zelf vanuit de beroepsvereniging V&VN.

De beroepscode

Doel: het geeft je normen en waarden. Die maken duidelijk hoe je je beroep als

verpleegkundige of verzorgende op een goede manier uit kunt oefenen.

De code biedt je ook handvatten om in complexe situaties een weloverwogen

afweging te maken over wat goede zorg in deze situatie vraagt.

Indeling beroepscode

1. Algemene punten met betrekking tot de

beroepsuitoefening

2. De verpleegkundige/verzorgende in relatie tot de

zorgvrager

3. De verpleegkundige/verzorgende in relatie tot

(in)formele samenwerkingspartners

4. De verpleegkundige/verzorgende in relatie tot de

samenleving

Beroepsvereniging V&VN

Lidmaatschap

App met de beroepscode

Eed van verpleegkundigen en verzorgenden

Lees de casus die je hebt ontvangen

Lees de beroepscode door

Noteer welke normen en waarden jij vanuit de

beroepscode belangrijk vindt voor jouw casus

Pitch je conclusie aan je medestudenten

Een cadeau

Je komt in de wijk al een tijd bij meneer Jansen, die chronisch ziek is en veel verzorging nodig heeft. Meneer Jansen en zijn echtgenote waarderen je zorgverlening en willen dat graag laten zien. Ze weten dat je met je gezin/vrienden graag naar de Efteling wil. Met kerst krijg je vier kaartjes voor de Efteling. 

Wat doe je? 

Welk punt uit de beroepscode is hier van toepassing?

2.4

De criminele zoon

Je komt iedere week bij meneer Blok thuis. Hij zit vol verhalen over zijn zoon. Uit die verhalen maak je op dat de zoon zich bezighoudt met criminele activiteiten. Meneer Blok is daar nog trots op ook. 

Wat doe je? 

Welk punt uit de beroepscode is hier van toepassing?

2.12

Hulp bij roken

Een bewoonster op de verblijfsafdeling is een stevige rookster. Ze heeft reuma en daardoor vergroeiingen aan haar handen. Daardoor kan ze zelf geen sigaretten meer draaien. Om te kunnen roken heeft ze hulp nodig. Ze vraagt of jij een paar sigaretten voor haar wil draaien (ga ervan uit dat je dat kan). 

Wat doe je? 

Welk punt uit de beroepscode is hier van toepassing?

4.1

Een andere visie

Een zorgvrager is in de terminale fase en eet en drinkt niet meer. De familie wil dat er een maagsonde wordt ingebracht en dringt daar erg op aan. Als het niet gebeurt zullen ze een klacht indienen. De arts stemt er uiteindelijk mee in. Jij moet de zorgvrager sondevoeding geven. 

Wat doe je? 

Welk punt uit de beroepscode is hier van toepassing?

3.8

Anders denken over seks

Een zorgvrager in de thuiszorg heeft wisselende seksuele contacten met verschillende personen. Jij hebt hier moeite mee vanuit jouw normen en waarden. Je vindt het lastig om deze zorgvrager met respect te behandelen. 

Wat doe je? 

Welk punt uit de beroepscode is hier van toepassing?

2.6

Je collega

Je werkt op een afdeling waar meneer Pietersen woont. Op een ochtend kom je bij hem. Hij is heel blij dat hij jou ziet. Hij zegt: “ Gelukkig dat jij er bent en niet die broeder van gisteren, Mark.” 

Wat doe je? 

Welk punt uit de beroepscode is hier van toepassing?

3.1

Wiet kweken

Je werkt in de thuiszorg en je ontdekt toevallig dat een zorgvrager wiet teelt op zolder. 

Wat doe je? 

Welk punt uit de beroepscode is hier van toepassing?

2.12

Badkamer

Een bewoner met een verstandelijke beperking heeft hulp nodig met wassen. Jij helpt hem daarbij. Als je met de bewoner bezig bent in de badkamer komt je collega binnenlopen om iets te vragen. Dat gebeurt wel vaker. Zeg je daar iets van? En speelt de ernst van de verstandelijke beperking van de bewoner een rol bij je oordeel?

Wat doe je? 

Welk punt uit de beroepscode is hier van toepassing?

2.13

Wat heb je geleerd over de beroepscode?