Een nieuwe keizer: Karel de Grote

De val van het Romeinse rijk
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

De val van het Romeinse rijk

Slide 1 - Diapositive

Volksverhuizingen en val Romeinse rijk
Volksverhuizingen vanaf v.a. 4e eeuw n. Chr.

Splitsing Romeinse rijk in Oost en West (395)

Val West-Romeinse rijk 476, start Middeleeuwen

Slide 2 - Diapositive

Val van het West Romeinse Rijk -> Gevolgen
1. Alle steden werden geplunderd
2. Geen bescherming van Romeins 
bestuur.
3. Handel liep terug.
4. Stedelingen trekken naar het 
platteland -> veilig wonen op land van de heer.

=> Van landbouwstedelijke samenleving terug naar landbouwsamenleving!

Slide 3 - Diapositive

Agrarische economie
  • Rond 500, na val West-Romeinse Rijk, verdwenen de steden
  • Ontstaan agrarische samenleving =  samenleving waarin bijna    iedereen als boer leeft
  • Geen eenheid + vaak oorlog = slecht voor handel
  • Vraag naar gespecialiseerde producten stopte (geen nijverheid)

Slide 4 - Diapositive

De Middeleeuwen

Het einde van het West-romeinse Rijk en de opkomst van de Franken

Slide 5 - Diapositive

De opkomst van de Franken
  • Rond 500 n.C. verenigde Clovis de Frankische stammen: begin Frankische Rijk

  • Rond deze tijd bekeerde hij zich ook tot het christendom.

  • Hierdoor kreeg hij steun van de kerk in zijn strijd tegen andere Germaanse stammen.

  • De geestelijken hielpen Clovis bij het besturen van het rijk.

Slide 6 - Diapositive

1.1 De Nederlanden
T
  • Val van het West-Romeinse rijk
  • Karel de Grote
  • na zijn dood viel rijk uiteen

Slide 7 - Diapositive

Het leenstelsel
klas 1D SGDB

Slide 8 - Diapositive

Feodalisme
  • Rijk van Karel de Grote is te groot om makkelijk te besturen —> uitvinding leenstelsel (feodalisme)  
  • Lokale edelman (leenman / vazal) krijgt van Karel (leenheer) een stuk grond in leen om in zijn naam te besturen 
  • In ruil beloofd de vazal trouw aan Karel: bijstaan in raad en daad (helpen in oorlogen met ridders) 

Slide 9 - Diapositive

  • Leenheer (koning) leent land aan leenman (Adel) in ruil voor steun en besturen land.
  • Leenmannen leenden hun land ook vaak weer uit aan achterleenmannen (ridders).
  • Leenheer en leenmannen = adel
  • De leenman kreeg de horige boeren bij het land
Leenstelsel/feodalisme

Slide 10 - Diapositive

Nadeel leenstelsel. Bedreigingen van binnenuit.



Grote afstanden in het rijk, niet alles viel te controleren wat de leenmannen deden
Erfopvolging, zoon leenman wilde erven. Keizer kon moeilijk weigeren, want dan onstond er een conflict.
Was de nieuwe leenman trouw aan de leenheer??

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Wat is een ander woord voor feodalisme?
A
Er is geen ander woord voor feodalisme
B
Hofstelsel
C
Leenstelsel
D
Herenstelsel

Slide 13 - Quiz

Wat is een leenheer?

Slide 14 - Question ouverte

Stelling: het feodalisme is zowel voor de leenheer als voor de leenman erg gunstig

Slide 15 - Question ouverte

Noem 3 verplichtingen die de leenman (vazal) had ten opzichte van de leenheer?

Slide 16 - Question ouverte