Zinsontleding les 2

1 / 25
suivant
Slide 1: Vidéo
TaalBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Vidéo

Hoe vind je de persoonsvorm?

Slide 2 - Question ouverte

Hoe vind je het onderwerp?

Slide 3 - Question ouverte

Slide 4 - Vidéo

Wat is een gezegde?

Slide 5 - Question ouverte

Aan die ruwe buurjongens zullen we nooit onze racefietsen uitlenen.
Wat is de persoonsvorm?
A
zullen
B
we
C
onze racefietsen
D
uitlenen

Slide 6 - Quiz

De ambtenaar had dit rapport alsnog aan de baas kunnen tonen.
Wat is de persoonsvorm?
A
de ambtenaar
B
dit rapport
C
de baas
D
had

Slide 7 - Quiz

In het voorjaar heeft mijn vader een tuinhuis voor Anja gekocht.
Wat is het onderwerp?
A
het voorjaar
B
heeft
C
mijn vader
D
voor Anja

Slide 8 - Quiz

Zouden de boeren de grote akker willen bewerken?
Wat is het onderwerp?
A
de boeren
B
de grote akker
C
willen
D
bewerken

Slide 9 - Quiz

Wat zullen wij aan de collectant geven?
Wat is het onderwerp?
A
wat zullen
B
wij
C
de collectant
D
geven

Slide 10 - Quiz

Is jouw vriend opgepakt in de ochtend?
Wat is het gezegde?
A
is
B
is opgepakt
C
in de ochtend
D
jouw vriend

Slide 11 - Quiz

De vrouw heeft vanmorgen alle kinderen een sticker laten uitzoeken.
Wat is het gezegde?
A
de vrouw
B
heeft
C
heeft laten uitzoeken
D
een sticker

Slide 12 - Quiz

Tijdens de vakantie is het contract alsnog ontbonden.
Wat is het gezegde?
A
tijdens
B
de vakantie
C
is ontbonden
D
is

Slide 13 - Quiz

Waarom geven jullie haar tien koeken?
Wat is het onderwerp?
A
jullie
B
tien koeken
C
geven
D
haar

Slide 14 - Quiz

De stoute kat mocht zijn eigenwijze baasje een kopje geven.
Wat is het gezegde?
A
de stoute kat
B
mocht geven
C
mocht
D
mocht een kopje geven

Slide 15 - Quiz

Heeft Achmed voor jullie alsnog een schilderij gemaakt?
Wat is de persoonsvorm?
A
Achmed
B
heeft
C
heeft gemaakt
D
gemaakt

Slide 16 - Quiz

Karel heeft een spelletje voor jou gekocht.
Wat is het onderwerp?
A
Karel
B
een spelletje
C
gekocht
D
jou

Slide 17 - Quiz

Vanmorgen heeft haar vader Piet een opdracht gegeven.
Wat is het onderwerp?
A
heeft haar vader
B
haar vader Piet
C
vader
D
Piet

Slide 18 - Quiz

Huilend heeft Erna een brief aan haar vriend geschreven.
Wat de persoonsvorm?
A
huilend
B
heeft
C
Erna
D
geschreven

Slide 19 - Quiz

Hij heeft Patricia gefeliciteerd voor haar verjaardag
Wat is het onderwerp?
A
haar verjaardag
B
heeft
C
hij
D
heeft gefeliciteerd

Slide 20 - Quiz

Vorige week wilden Bart en Ben een cadeaubon gaan kopen bij de boekhandel voor de jarige juf.
Wat is het gezegde?
A
wilden
B
wilden kopen
C
wilde gaan kopen
D
wilden

Slide 21 - Quiz


De brand verwoestte een groot deel van het huis.
In het koor zong het meisje wel vaker mee.
Door zijn schuld werd er een grote fout gemaakt
timer
0:30

Slide 22 - Question ouverte

Wat heb je geleerd?

Slide 23 - Question ouverte

Wat zou je nog een keer willen oefenen?

Slide 24 - Question ouverte

Heeft jouw vader weer een nieuwe auto gekocht?
Wat is de persoonsvorm?
A
heeft
B
jouw
C
een nieuwe auto
D
gekocht

Slide 25 - Quiz