wisk-x hs 1 versie 2

1 / 31
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenISK

Cette leçon contient 31 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

de getallen schrijven in cijfers en in letters
= cijfers
= letters

Slide 2 - Diapositive

schrijf het getal in letters
acht

Slide 3 - Diapositive


Slide 4 - Question ouverte


Slide 5 - Question ouverte


A
zes
B
seven
C
zeven
D
zez

Slide 6 - Quiz


A
tien
B
negen
C
neegen
D
zeven

Slide 7 - Quiz


A
tien
B
teen
C
ten
D
tiende

Slide 8 - Quiz


A
tien en een
B
tieneneen
C
tiende
D
elf

Slide 9 - Quiz


Slide 10 - Question ouverte


Slide 11 - Question ouverte


A
vierteen
B
veertien
C
viertien
D
veerteen

Slide 12 - Quiz


A
eightteen
B
achtien
C
achttien
D
eighttien

Slide 13 - Quiz


A
tweëntwintig
B
twëentwintig
C
tweeëntwintig
D
tweëentwintig

Slide 14 - Quiz


A
tachtig
B
achtig
C
achttien
D
tachtich

Slide 15 - Quiz


A
drieënachtig
B
driëenachtig
C
driëentachtig
D
drieëntachtig

Slide 16 - Quiz

33 is een ?
A
cijfer
B
getal
C
beide
D
?

Slide 17 - Quiz

Is 3 een cijfer?
A
ja
B
nee
C
getal en cijfer
D
?

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Als je 4 van 9 aftrekt heb je ....
A
-5
B
11
C
5
D
-11

Slide 22 - Quiz

Het product van 3 en 6 is ....
A
18
B
9
C
-3
D
2

Slide 23 - Quiz

Het quotiënt van 20 en 5 is ....
A
100
B
-15
C
25
D
4

Slide 24 - Quiz

Ik vermenigvuldig 4 met 7
A
3
B
-3
C
28
D
11

Slide 25 - Quiz

Ik heb 34 en haal er 10 af.
Hoeveel heb ik dan?
A
44
B
-24
C
24
D
340

Slide 26 - Quiz

Bij 2.643,75 staat 2 op de plek van de ...
A
duizendtallen
B
tienden
C
tientallen
D
duizendsten

Slide 27 - Quiz

Het getal bestaat uit de cijfers 1, 4, 5 en 6
Het cijfer 4 staat op de plek van de eenheden
Het getal heeft 6 honderdtallen
Het cijfer 5 staat vooraan
A
1645
B
5614
C
5641
D
1465

Slide 28 - Quiz

PLUS  +
MIN  -
bij elkaar
totaal
erbij doen
samen
optellen
eraf doen
aftrekken
meer
minder

Slide 29 - Question de remorquage

16
19
13
2 x 8 =
4 x 4 =
15 + 4 =
5 + 5 + 3 =
22 - 6 =
6 + 13 =
26 - 13 =
12 + 2 - 1 =
50 - 31 =
2 x 5 + 6 =

Slide 30 - Question de remorquage

heb je de les goed begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Sondage