Les 4 - Moraal en Ethiek

• Levensbeschouwing
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Waarden & Normen

Paragraaf 5 De begrippen moraal en ethiek

Moraal

Ethiek

Wat is een ethisch onderwerp? 

Leerdoelen

 Je normen en waarden worden je moraal. 

• Je leert na te denken over je eigen moraal (waarden en normen) en of je de dingen doet zoals mensen dat zouden moeten doen? 
• Je kunt duidelijk maken door voorbeelden te geven of je handelen het goed is. 

Normen en waarden

Moraal  

• je doet vaak dingen uit gewoonte
• zonder regels is samenleven onmogelijk
• regels zijn er om je waarden te bereiken
• die normen (regels) zitten in je, maken dat je beslissingen neemt

Normen en waarden

Moraal  

• je normen en waarden die je gebruikt (of een groep) noemen we: moraal
• je moraal bepaalt dus wat je doet
• de moraal van de ene groep kan ook anders zijn dan die van een andere groep

Normen en waarden

Ethiek

• je denkt na over wat wel en niet deugt
• over wat je tot een goed mens maakt; je normen en waarden; je moraal
• belangrijke vragen zo nu en dan in je leven

Normen en waarden

Ethiek

• dat nadenken over die vragen in je leven noemen we filosoferen
• filosoferen over goed en kwaad noemen we ethiek
• ethiek is dus nadenken over morele vragen

Normen en waarden

Ethiek

• ethiek gaat niet over wat je feitelijk doet maar wat je zou horen te doen
• over dat wat goed is om te doen kunnen verschillende gedachten zijn; nooit 100% bewijs dat één gedachte goed is

Normen en waarden

Wat is een ethisch onderwerp?

• je kunt over verschillende onderwerpen een moreel standpunt innemen
  
• of een onderwerp ook een ethisch onderwerp is, hangt af van welke vragen je stelt

Normen en waarden

Wat is een ethisch onderwerp? 

• een onderwerp is pas dan ethisch als je er vragen over goed of fout aan stelt

Zelfstandig werken                         Extra uitleg? Vragen?

• Paragraaf 4. Lezen bron 5. Maken opdracht 13 - 14 en 15
  
• Paragraaf 5. Lezen bron 6. Maken opdracht 18 - 19 (lees het kleine stukje er boven)
  
• Lezen bron 7. Maken opdracht 20
• Lezen bron 8. Maken opdracht 21 en opdracht 22
• Opdracht 23 (lees het kleine stukje er boven)

Hoofdstuk 6

Vanaf blz. 114