Getallen schrijven

Spelling
Schrijfwijze van getallen
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Spelling
Schrijfwijze van getallen

Slide 1 - Diapositive

Doel


Ik weet wanneer ik een getal met cijfers of met letters moet schrijven

Slide 2 - Diapositive

opwarmertje
Hoe denk je over de volgende dia's?

Slide 3 - Diapositive

Wat is de juiste schrijfwijze?

Julia koopt ......... tijdschriften per week.
A
zes
B
6

Slide 4 - Quiz

Ik schrijf getallen
met letters bij...

Slide 5 - Carte mentale

Ik schrijf getallen
met cijfers bij...

Slide 6 - Carte mentale

Letters voor hele getallen
Voor hele getallen van één tot en met twintig en tientallen tot honderd gebruiken we letters.

Slide 7 - Diapositive

Letters voor honderdtallen en duizendtallen
Ook honderdtallen tot duizend en duizendtallen tot tienduizend worden in letters geschreven.

Slide 8 - Diapositive

Letters voor grote getallen
Voor getallen zoals honderdduizend, miljoen, miljard en biljoen gebruiken we ook letters.

Slide 9 - Diapositive

Letters voor rangtelwoorden
Ook rangtelwoorden worden in letters geschreven, zoals twaalfde, zeventigste, vier miljoenste.

Slide 10 - Diapositive

Cijfers voor getallen boven twintig
Voor getallen boven de twintig gebruiken we cijfers, zoals 88 miljoen, de 34e editie, 42 aanwezigen.

Slide 11 - Diapositive

Cijfers voor maten, gewichten en data
Voor maten, gewichten, data, exacte tijdstippen en percentages gebruiken we cijfers.

Slide 12 - Diapositive

Cijfers voor maten, gewichten en data
Als het dus gaat om exacte waardes: 

  • In de bebouwde kom is de maximumsnelheid 50 km/u.
  • Morgen wordt het 14 ºC.
  • Een overnachting kost € 100,- (of: 100 euro) per persoon.
  • We vertrekken op 15 maart.

Slide 13 - Diapositive

Nummering
Bij het nummeren van de onderdelen van een groter geheel, of van een reeks, verdienen cijfers de voorkeur: ‘hoofdstuk 1’, ‘paragraaf 3.4’, ‘optie 1 en optie 2’, ‘deel 1 t/m 7’, ‘groep 5’, ‘klas 6’.

Slide 14 - Diapositive

Leeftijden 
Leeftijden vallen niet precies in een van deze categorieën in te delen. Veel nieuwsredacties geven leeftijden altijd in cijfers weer: een jongen van 17, een vrouw van 40.


Slide 15 - Diapositive

In een zin of alinea 
Als in een zin of alinea door elkaar getallen in cijfers en in letters zouden voorkomen bij hantering van de richtlijn. 

Het is dus niet dertig koopwoningen en 28 huurwoningen, maar 30 koopwoningen en 28 huurwoningen.

Slide 16 - Diapositive

In een zin of alinea 
Dus als er anders een rare mix van woorden en cijfers zou ontstaan. Dus niet: 
‘Van de 45 deelnemers zijn er zeventien gezakt en 28 geslaagd’, maar liever: 
‘Van de 45 deelnemers zijn er 17 gezakt en 28 geslaagd.’

Dit is alleen als het gaat om hetzelfde onderwerp. 

Slide 17 - Diapositive

Andere regels en uitzonderingen
Breuken schrijven we los, grote ronde getallen combineren letters en cijfers, en bij klinkerbotsing gebruiken we een trema.

Slide 18 - Diapositive

Filmpje
Uitleg over de schrijfwijze van getallen

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Even checken

Slide 21 - Diapositive


Otto speelde met .......... vrienden een potje Fortnite.
A
21
B
een en twintig
C
éénentwintig
D
eenentwintig

Slide 22 - Quiz



De minister wilde ......... miljoen bezuinigen.
A
6-tig
B
zestig
C
60

Slide 23 - Quiz


De staatsgreep vond plaats op ..........
A
vijftien mei negentieneenenzestig
B
15-5-1961
C
15 mei negentieneenenzestig
D
15 mei 1961

Slide 24 - Quiz


Om ...................... had ik een afspraak
A
2 uur
B
14:00 uur
C
twee uur
D
veertien uur

Slide 25 - Quiz

Hoewel ik om 14:00 uur een afspraak had, moest ik .............. wachten op de orthodontist.
A
2 uur
B
14:00 uur
C
twee uur

Slide 26 - Quiz

Verder oefenen?
Op de volgende sites kun je oefeningen met de schrijfwijze van getallen. 
Succes!

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Lien

Slide 29 - Lien

Slide 30 - Lien

Tip


Maak voor jezelf een korte samenvatting met een voorbeeld erbij!

Dan onthoud je dingen sneller en kun je sneller iets nakijken

Slide 31 - Diapositive

Wat vind je nog lastig aan de schrijfwijze van getallen?

Slide 32 - Question ouverte