Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
1.5 Demografisch transitiemodel
Slide 1 - Diapositive
Lesdoelen van deze les
Aan het einde van deze les ken je fasen van het demografisch transitiemodel.
Aan het einde van de les weet je wat het demografisch transitiemodel weergeeft?
Aan het einde van de les kan je aan de hand van het bevolkingsdiagram van een land verklaren in welke fase van het demografisch transitiemodel een land zit.
Aan het einde van de les kan je het begrip demografische druk verklaren en herkennen in een bevolkingsdiagram
Slide 2 - Diapositive
Demografie
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Vidéo
Het geboorte- en sterftecijfer sterk worden beïnvloedt door het welvaartsniveau van een land. Een stijgende welvaart leidt tot een dalend sterfte- en geboortecijfer.
Het demografische transitiemodel vertelt ons dus hoe en waarom de bevolking groeit bij een stijgend welvaartsniveau.
!
Het Demografische Transitiemodel
In de eerste fase van het demografische transitiemodel zijn zowel het geboorte- als het sterftecijfer erg hoog. Dit is het geval bij veel landen tijdens de middeleeuwen. Tegenwoordig kunnen we alleen nog de alleramste landen en indianenstammen die nauwelijks contact hebben met andere volken plaatsen in de eerste fase van het model.
De omvang van de totale bevolking is redelijk klein.
1
In de 2e fase van het model maakt het land de eerste economische groei door. Door deze economische groei is er meer geld beschikbaar voor de gezondheidszorg en scholing. Zo is er meer kennis over hygiëne en zijn er meer ziekenhuizen en artsen beschikbaar. Hierdoor daalt het sterftecijfer. Let op: Het geboortecijfer blijft nog wel hoog! Omdat er een (groot) verschil ontstaat tussen het sterfte- en geboortecijfer groeit de bevolkingsomvang. Er komen namelijk veel mensen bij (hoog geboortecijfer), maar er overlijden weinig mensen (dalend sterftecijfer). Veel landen in de Periferie kunnen worden geplaatst in deze fase.
2
In de 3e fase van het model neemt de welvaart verder toe. Onder andere omdat het scholingsniveau hoger wordt, anticonceptie makkelijker beschikbaar wordt en steeds meer vrouwen werken daalt het geboortecijfer. Mensen krijgen vaak later (en dus minder) kinderen. De totale bevolkingsomvang neemt wel toe, maar als het geboortecijfer (ongeveer) gelijk wordt aan het sterftecijfer stopt de groei van de bevolking. Vooral landen in de Semi-Periferie bevinden zich in deze fase.
3
In de 4e fase kunnen vooral de rijke landen uit het centrum geplaatst worden. Er is veel medische kennis en mensen kiezen er voor om weinig (gemiddeld 2 a 3) kinderen te krijgen. Deze landen hebben een laag (rond de 10) sterfte- en geboortecijfer. De bevolking neemt dan ook nauwelijks toe.
4
In de 5e en laatste fase van het model neemt de totale bevolkingsomvang af. Er zijn nog maar weinig landen die zich in deze fase van het model bevinden. Waarschijnlijk is Duitsland een van de weinige landen die zich in deze fase bevindt. Na de Tweede Wereldoorlog was er sprake van een Baby-Boom (er werden veel baby's geboren). Deze groep mensen wordt oud en begint te overlijden. Omdat deze groep zo groot is stijgt het sterftecijfer en het is mogelijk dat het sterftecijfer hoger ligt dan het geboortecijfer. Met andere woorden: Er vallen meer mensen af dan dat er bij komen. Hierdoor daalt de totale bevolkingsomvang.
5
In de grafiek worden 5 fases onderscheiden, elk met zijn eigen kenmerken. Op de X-as (horizontale lijn) wordt de tijd weergegeven: hoe meer naar rechts, hoe verder in de tijd. Op de Y-as (verticale lijn) staat de waarde van het geboorte- & sterftecijfer weergegeven. De gele lijn laat het geboortecijfer zien en de zwarte lijn het sterftecijfer. De bruine lijn laat de totale bevolkingsomvang zien. Er is geen waarde gekoppeld aan de bruine lijn, omdat die per land natuurlijk verschilt. Het is vooral belangrijk om in de gaten te krijgen wanneer de bevolking sterk groeit.
Slide 5 - Diapositive
Bevolkingsdiagrammen in transitie
In de eerste fase van het demografische transitiemodel zijn zowel het geboorte- als het sterftecijfer erg hoog. Dit is ook te zien in deze bevolkingsdiagram, je ziet namelijk dat de voet van de pyramide, wat de mensen tussen 0 en de 15 jaar weer geeft, erg breedt is. Richting de top wordt hij al snel erg puntig. dit houdt in dat de bevolking vanaf 65 snel kleiner wordt. Deze vorm van de bevolkingsdiagram noemen ze ook wel een pyramide-vorm.
1
In de 2e fase van het model maakt het land de eerste economische groei door. Dit is ook duidelijk te zien aan de bevolkingsdiagram. Door de breede voet vertelt dat geboortecijfer nog steeds hoog is, maar er overlijden weinig mensen, het sterftecijfer is dalend. Dit is ook duidelijk te zien door dat de punt van de bevolkingsdiagram minder stijl wordt. Deze vorm van de bevolkingsdiagram noemen ze ook wel een pyramide-vorm.
2
In de 3e fase van het model neemt de welvaart verder toe, daardoor wordt de groei van de bevolking afgeremd. Je ziet aan de voet van de bevolkingsdigram dat de geboortecijfer daalt, want hij wordt minder breedt. Het sterftecijfer neemt door de toenemende welvaart ook af, dit zie je doordat de top niet meer punt heeft, maar meer rond wordt. Deze vorm van de bevolkingsdiagram noemen ze ook wel een granaat-vorm.
3
In deze fase kunnen vooral de rijke landen uit het centrum geplaatst worden. In de 4e fase is er een lage en vrij wel gelijke sterfte- en geboortecijfer. De bevolking neemt dan ook nauwelijks toe. De bevolkingsdiagram zal meer recht worden. In de toekomst zal het naar de 5e fase verschuiven, het geboortecijfer zal dalen en het sterftecijfer zal sterk gaan stijgen waardoor de bevolkingsgroei zal afnemen. Deze vorm van de bevolkingsdiagram noemen ze ook wel een urn-vorm
4/5
Elke fase in het demografische transitiemodel heeft ook een eigen bevolkingsdiagram.
!
Slide 6 - Diapositive
Bevolkingsdiagram bouwen(1)
Bouw het waarschijnlijkebevokingsdiagram van een periferie land.
Slide 7 - Diapositive
Bevolkingsdiagram bouwen(1)
Bouw het waarschijnlijkebevokingsdiagram van een periferie land.
Slide 8 - Diapositive
Bevolkingsdiagram bouwen(2)
Bouw het waarschijnlijke bevolkingsdiagram van een land dat in de vierde fase van het demografisch transitiemodel zit.
Slide 9 - Diapositive
Bevolkingsdiagram bouwen(2)
Bouw het waarschijnlijkebevokingsdiagram van een land dat in de vierde fase van het demografisch transitiemodel zit (Centrumland)
Slide 10 - Diapositive
Voorspellen(3)
Bouw het waarschijnlijke bevolkingsdiagram van Rusland in 2050 OF bouw het waarschijnlijke bevolkingsdiagram van Japan in 2050
Slide 11 - Diapositive
Demografische druk(4)
Leg uit wat 'demografische druk' is en maak een bevolkingsdiagram waarbij er sprake is van demografische druk.
Slide 12 - Diapositive
In welke fase van het demografisch transitie model zit de bevolkingsdiagram van Indonesië?
A
Fase 1
B
Fase 2
C
Fase 3
D
Fase 4
Slide 13 - Quiz
Wat laat de bevolkingsdiagram van Indonesië zien?
A
Een ontwikkeld land
B
Een land in ontwikkeling
C
Een sterfteoverschot
D
Een geboorteoverschot
Slide 14 - Quiz
In welke fase van het demografisch transitie model zit Rusland in 2016?
A
Fase 1
B
Fase 2
C
Fase 3
D
Fase 4
Slide 15 - Quiz
Bekijk de leeftijdsdiagram van Rusland. Welke ontwikkeling zie je?
A
Land in ontwikkeling; veel geboorten, minder sterfgevallen
B
Een ontwikkeld land; weinig geboorten, veel sterfgevallen
C
Ontwikkelingsland; veel geboorten, veel sterfte
Slide 16 - Quiz
Lesdoelen checken van deze les
Welke fasen kent het demografisch transitiemodel?
Wat geeft het demografisch transitiemodel weer?
Wat gebeurt er met de bevolkingsdiagram, wanneer een land van fase veranderd?