Unit 1- Revision (mavo/havo)

mavo 1F
Welcome
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

mavo 1F
Welcome

Slide 1 - Diapositive

Today's program
Reading
Grammar: Can / Can't
  • Grammar: Telling the time

Slide 2 - Diapositive

Lesson objectives
Aan het einde van de les kunnen leerlingen: 
  • zinnen maken met can / can't
  • de tijd zeggen in het Engels
  • nieuwe woordenschat leren

Slide 3 - Diapositive

Grammar: The alphabet
Rhyme words and letters
p.41

Slide 4 - Diapositive

Music - p. 46
Exercise 1 & 2
p. 47

Slide 5 - Diapositive

Lesson 1
Reading
p.51

Slide 6 - Diapositive

Reading: Find out
Do Exercise 3, 4, 5

p.52 & 53

Slide 7 - Diapositive

Vocabulary
Exercise 6 & 7
p.54

Slide 8 - Diapositive

Met uitzondering van 1, 2, 3, eindigt elk ander nummer met th.
fourth..................4th
fifth.....................5th
sixth....................6th

Slide 9 - Diapositive

Practice
Exercise 9 & 10
p. 55, 56

Slide 10 - Diapositive

Running Dictation


Pair work

Slide 11 - Diapositive

Classroom Rules / Klasregels
  • Geen ruzie
  • Niet praten terwijl de leraar praat
  • Steek je vinger op als je wilt praten
  • Geen vechten
  • Opletten wanneer de leerkracht instructies of uitleg geeft
  • Je moet respect voor elkaar hebben


Slide 12 - Diapositive

Grammar: First, second, third
Rangtelwoorden zijn getallen die een volgorde aangeven (eerste, vijfde, twintigste etc).
first..................... 1st  
fifth................... 5th 
twentieth..................... 20th


Slide 13 - Diapositive

Grammar: First, second, third
Alle rantelwoorden einde met 'th' behalve 1,2,3
1.............1st
2..............2nd
3...............3rd
4............... 4th
10............. 10th
18............. 18th

Slide 14 - Diapositive

Grammar: First, second, third
Bij rangtelwoorden under de twintigst (20) zet je th achter het hoofdtelwoord behalve 1st, 2nd, 3rd

moet je goed let op de spelling
bv; fifth, eighth, ninth, twelfth

Slide 15 - Diapositive

Grammar: First, second, third
De getallen die eindigen op 'y' bij de rangtelwoorden word de - y vervangen door - ie

behalve 10 & 100

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Grammar: Days, months and dates
  • De dagen van de week schrijf je altijd met een hoofdletter.
–Monday ................... maandag
–Tuesday ................... dinsdag
–Wednesday ................ woensdag
–Thursday..................... donderdag
 –Friday ........................vrijdag
–Saturday .................... zaterdag 
-Sunday.......................... zondag

Slide 18 - Diapositive

Grammar: Days, months and dates
De maanden van het jaar schrijf je altijd met een hoofdletter.
January.......... januari                      July................juli
February..........februari                    August........... augustus
March.............. maart                      September........september
April............... april                         October...........oktober
May ...............mei                           November.........november
June  ..............juni                           December...........december

Slide 19 - Diapositive

Grammar: Days, months and dates
In een zin gebruik je dagen en maanden samen met een ander woord

dagen
maanden
this
this
next
next
coming
in
morning/afternoon/evening/nighjt
around

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Grammar: Days, months and dates
Practice

Exercise 11
p.56

Slide 22 - Diapositive

Reading
Read: Find out
p.60

Opdracht 17, 18, 19, 20

Slide 23 - Diapositive

Grammar: Can/ Can't - kan/ kan niet - p. 62
Can / can't + hele werkwoord
I can drive.
You can't read without glasses.
Can you hurry up, we are getting late?

Bij vragen, moet je de zin met can / cant beginnen 
Als je can en not voluit schrijft, schrijf je cannot
I cannot help.

Slide 24 - Diapositive

Grammar: Telling the time


óver (het hele uur) = past
vóór (het hele uur) = to
op het hele uur: o'clock
om drie uur – at three o'clock




Slide 25 - Diapositive

Grammar: Telling the time
  • vóór twaalf uur 's middags, dan zet je er am achter.
  • vanaf twaalf uur 's middags, dan zet je er pm achter.

Slide 26 - Diapositive

Recap
Lesson summary

Slide 27 - Diapositive