4.5 I Percentages

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Hoofdstuk 4 Getallen

4.5 I Percentages

Vandaag

• Terugblik.
• 4.5 I Percentages.
• Samen oefenen.
• Aan de slag!

Terugblik procenten

1% is hetzelfde als            deel ergens van.

Je kunt dit ook schrijven als een decimaal getal: 0,01 

Dus 36% van 820 is:                                       of

Je kunt ook intikken: 36 : 100 x 280 = 295,2. 

                                                                        

​100​​1​​

​100​​36​​⋅820=295,2

0,36⋅820=295,2

Geldbedragen ronden we altijd af op 2 decimalen!

Leerdoel van vandaag

Aan het eind van de les kun je percentages berekenen.

Percentages

Voorbeeld:

In een klas zitten 26 leerlingen. Hiervan halen 18 leerlingen een voldoende voor de toets. Hoeveel procent is dat?

Percentage

Een percentage zegt hoeveel een deel van het totaal is.

Dus in het voorbeeld gaat het over 18 van de 26 leerlingen.

Dit is ongeveer 69,2%

Als som:                       %                     % 

​26​​18​​⋅100

≈

69,2

≈

betekent ongeveer

Vul in: 5 van de 25 is %=

​..........​​5​​⋅100

Voorbeeld 

Hoeveel procent is 5 van de 25?

Dit reken je zo uit:                    %               %   

of op je rekenmachine in één keer: 5 : 25 x 100 = 20

​25​​5​​⋅100

=

20

Vul in: 80 van de 320 is %=

​..........​​80​​⋅100

Nu jullie!

In een klas komen 23 van de 28 leerlingen op de fiets naar school. Hoeveel procent van de leerlingen komt op de fiets?

Uitwerking:

23 : 28 x 100 = 82,1428.....       82,1% 

≈

Nu jullie!

Bij een basketbalwedstrijd zitten 145 mannen en 82 vrouwen op de tribune. Hoeveel procent van de toeschouwers is vrouw?

Uitwerking:

Totaal aantal toeschouwers is: 145 + 82 = 227

Percentage vrouwen is: 82 : 227 x 100 = 36,1233...       36,1% 

≈

Video percentage berekenen

Aan de slag!

Leren:

Theorie I op blz. 222.

Maken:

opg. 93, 94, 96, 98, 100 op blz. 222 en verder.

Klaar? Kijk je werk na!

Dit is huiswerk voor dinsdag 9 januari (na de vakantie)

Naar het werkplein mag groep 1:

Irem, Malak, Damian, Niels, Yağmur, Isa,

Lasse, Hasan, Ahmad, Cas, Lars

Naar het werkplein mag groep 2:

Jeremiah, Levi, Yara, Evi, Biko, Sil, 

Noor, Demi, Sem, Louise   

Naar het werkplein mag groep 3:

Reyyan, Ivy, Meyra, Lily, Suzy, Annabelle, 

Colin, Cis, Thomas, Lars

Weektaak:

din: 4.6 I 92, 93, 94, 96, 98, 100

woe: 4.6 J 103 t/m 108

vrij: geen les