30/3 Woordenschat 4 -6 2H6

  • Woordenschat H6 (blz 154) herhalen theorie spreekwoorden en uitdrukkingen
  • nakijken opdracht 2 vraag 1
  • opdracht 2 afmaken
  • maken opdracht 3 en opdracht 4 (vraag 1 en 2) 
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

  • Woordenschat H6 (blz 154) herhalen theorie spreekwoorden en uitdrukkingen
  • nakijken opdracht 2 vraag 1
  • opdracht 2 afmaken
  • maken opdracht 3 en opdracht 4 (vraag 1 en 2) 

Slide 1 - Diapositive

Spreekwoorden en uitdrukkingen
Uitdrukking --> deel van een zin (ook wel gezegde genoemd)
Voorbeeld: De leerling laat zijn klasgenoot links liggen.
Janneke laat haar vriend altijd links liggen.
Spreekwoord --> vaste zin met figuurlijke betekenis (wijsheid of tip)
Voorbeeld: De appel valt niet ver van de boom.
Voorbeeld: Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens.
Voorbeeld volgens meneer De Lange: Wie hier niet als vriend naar binnen huppelt, wordt er gelijk weer uitgeknuppeld.

Slide 2 - Diapositive

Welk spreekwoord herken je hier EN wat betekent dit spreekwoord?

Slide 3 - Question ouverte

Welke uitdrukking herken je hier?

Slide 4 - Diapositive

Welke spreekwoord wordt hier uitgebeeld? Wat betekent dit spreekwoord?

Slide 5 - Diapositive

nakijken en maken WS 6
  • Woordenschat H6 (blz 154) herhalen theorie
  • nakijken opdracht 2 vraag 1 ,
  • maken opdracht 3 
  • lezen tekst 2/maken opdracht 4 (vraag 1 en 2) 

Slide 6 - Diapositive

Raad zo snel mogelijk de uitdrukking op de volgende dia 

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Bekijk de volgende dia
Welke spreekwoorden of uitdrukkingen herken je op de plaat?

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

blz. 108 opdracht 4 (WS 4)
- eis bij beoordeling                        6 criterium
- in één woord samen te vatten 3 onder één noemer te brengen
- meestal                                              7 doorgaans
- mooie                                                  8 fraaie
- omschreven, vastgesteld          4 gedefinieerd
- ongeveer                                            9 circa
- onregelmatige, veranderlijke  10 grillige
- past bij de eisen                             5 voldoet
- persoonlijk                                        1 subjectief
- verlichting, opluchting               2 verademing

Slide 11 - Diapositive

WS 5: Samenstellingen

Slide 12 - Diapositive

lezen en maken WS 5
  • lezen tekst 1/maken opdracht 2
  • maken opdracht 5 punt 1 en 4 (tekst lezen hoeft niet) 

Slide 13 - Diapositive