3.2 Bewegingsapparaat

Het bewegingsapparaat
Anatomie
Hoe het lichaam in elkaar zit

Fysiologie
Manier waarop het lichaam beweegt
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
Lichamelijke opvoedingMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 26 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Het bewegingsapparaat
Anatomie
Hoe het lichaam in elkaar zit

Fysiologie
Manier waarop het lichaam beweegt

Slide 1 - Diapositive

Wat zorgt er voor dat jouw
lichaam kan bewegen?

Slide 2 - Carte mentale


Botten & gewrichten

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

De vorm van de gewrichtskop en de gewrichtskom bepalen welke beweging gemaakt kan worden. 
Knie gewricht
Dit is een scharnier gewricht. Net als een deur kan de knie slechts 1 kant op.
Heupgewricht
Dit is een kogelgewricht. Een kogel is rond en kan dus zo goed als alle kanten op bewegen. 

Slide 7 - Diapositive

Waarom is het skelet belangrijk?
A
Het skelet stuurt de spieren aan
B
Het zorgt voor stevigheid
C
Het beschermd belangrijke organen

Slide 8 - Quiz

Een gewricht wordt gevormd door twee botten. De volgende onderdelen zitten in een gewricht:
A
Kraakbeen
B
gewrichtssmeer
C
gewrichtskapsel
D
pezen

Slide 9 - Quiz

Plaats het lichaamsdeel achter het gewricht
Heup
Duim
Knie
Spaakbeen
Pols
Nek

Slide 10 - Question de remorquage

Spieren

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Vidéo

Een beweging ontstaat omdat de pees zich samentrekt
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

De opbouw van een spier

Slide 14 - Diapositive

Spieren werken altijd samen
arm buigspier (m. Biceps)
Arm strek spier (m. Triceps)

Slide 15 - Diapositive

Leg uit wat zijn agonisten en antagonisten?

Slide 16 - Question ouverte

Sleep de juiste naam naar de juiste plek in het lichaam
Borstspier

Armbuigspier (biceps)

Rugspier
voorste dijbeenspier
Armstrekspier (triceps)

Kuitspier


Buikspier
Achterste dijbeenspier (hamstring)
Scheenbeenspier

Slide 17 - Question de remorquage

De spier trekt zich samen door een signaal van de zenuwcellen die in de spier zitten
A
Juist
B
onjuist

Slide 18 - Quiz

Spier pees
Spier
Spiervezel
Spiervezelbundel

Slide 19 - Question de remorquage

Zenuwstelsel

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Je centraal zenuwstelsel bestaat uit je hersenen en je ruggenmerg
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quiz

Het zenuwstelsel verwerkt signalen die via de zintuigen binnen komen.
A
juist
B
onjuist

Slide 24 - Quiz

De zenuwen geven impulsen aan de spieren. Hierdoor komen de spieren in beweging.
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quiz

Wat heb je geleerd?
Je weet dat je botten jouw skelet vormen
Botten, spieren en zenuwstelsel werken samen om te bewegen
Je weet hoe spieren samenwerken
Je weet hoe spieren worden aangestuurd
Je weet hoe het zenuwstelsel in elkaar zit

Slide 26 - Diapositive