Thema 1; paragraaf 1.1

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Organismen

                   Lesdoelen

Na deze les:

1. Weet ik wat een organisme is;
2. Weet ik het verschil tussen levend, dood of levenloos;
3. Kan ik 3 van de 7 levensverschijnselen benoemen;

Organismen en levend wezen

• Biologie gaat over organismen
  
• Organismen is een ander woord voor een levend wezen
  
• Organismen zijn:

      Mensen 

      Dieren

      Planten

     

     

Levend – dood - levenloos

• Levend: iets wat leeft. 

Lopende dieren, planten die groeien.

• Dood: organisme heeft geen levensverschijnselen meer.
  

Dood dier haalt geen adem, eet niet, plast niet.

• Levenloos: dingen die nooit hebben geleefd
  

Levend - dood - levenloos

7 levensverschijnselen

• ademhalen

• bewegen

• groeien

• uitscheiden (plassen, zweten)

• voeden (eten en drinken)

• voortplanten (kinderen krijgen)

• waarnemen (horen, proeven, ruiken, voelen en zien)

1. DOOD
2. LEVEND
3. LEVENLOOS

1. levend
2. dood
3. levenloos

1. Levend
2. Dood
3. Levenloos

1. levend
2. dood
3. levenloos

Levend, dood of levenloos

Levend

Dood

Levenloos

Wat is een levensverschijnsel?

1. Leven
2. Waarnemen
3. Dood gaan.

Levensverschijnsel

Geen levensverschijnsel

Horen

Voelen

Uitscheiden

Bewegen

Ademhalen

Voeden

Voortplanten

Zien

Ruiken

Proeven

Groeien

Waarnemen

                   Lesdoelen

Na deze les:

1. Weet ik wat een organisme is;
2. Weet ik het verschil tussen levend, dood of levenloos;
3. Kan ik 3 van de 7 levensverschijnselen benoemen;