1P les 13

1P les 13
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

1P les 13

Slide 1 - Diapositive

CNN10

Slide 2 - Diapositive

Charlie chapter 31

Slide 3 - Diapositive

Comparisons (vergelijking)
Ik ben kleiner dan Sasha.
I am smaller than Sasha.

Bijvoeglijk naamwoord?

Slide 4 - Diapositive

Comparisons (vergelijking)
Als je een vergelijking wilt maken voeg je -er of -est toe aan het bijvoeglijk naamwoord. 

I am small. 
I am smaller than Sasha.
Lucas is the smallest of the group.
klein-> kleiner-> kleinst


Slide 5 - Diapositive

Comparisons (vergelijking)
Soms veranderd de spelling van het bijvoeglijk naamwoord.

1. Je verdubbeld de medeklinker als het woord eindigt op een klinker + medeklinker. 
This room is big.
The classroom is bigger. 

Slide 6 - Diapositive

Comparisons (vergelijking)
2. Als het woord eindigt in -e voeg je -r of -st toe.

My neighbour is nice.
My uncle is nicer
My grandma is the nicest.

Slide 7 - Diapositive

Comparisons (vergelijking)
3. Als een woord eindigt op medeklinker + -y, verander je dit naar -ier of -iest.

I am happy.
Playing sports makes me happier.
Watching movie makes me the happiest.

Slide 8 - Diapositive

Comparisons (vergelijking)
Sommige woorden volgen de regels niet. Deze moet je leren.

I feel good.
I feel better than before.
I feel the best I have ever felt.

Slide 9 - Diapositive

Comparisons (vergelijking)
Good/well-> better-> best
Bad/ill-> worse-> worst
Little-> less-> least
Many/much-> more-> most

Slide 10 - Diapositive

She is _____ (old) than her sister.

Slide 11 - Question ouverte

I think Martha is the ______ (nice) person in our group.

Slide 12 - Question ouverte

Russia is the _____ (big) country of the world.

Slide 13 - Question ouverte

My mother eats ____ (healthy) than I do.

Slide 14 - Question ouverte

Comparisons: more and most
Als een woord meer dan twee lettergrepen heeft gebruik je more and most.

The cat is beautiful.
The cat is more beautiful than the dog.
The cat is the most beautiful of all the animals.

Slide 15 - Diapositive

Comparisons: more and most
Als een woord eindigt in -y gebruik je altijd -ier of -iest. Ook als het woord meer dan twee lettergrepen heeft.

The dog was naughty.
The cat was naughtier than the dog.
The guinea pig was the naughtiest.

Slide 16 - Diapositive

My painting is ______(perfect) than Sarah's.

Slide 17 - Question ouverte

Antartica is the _____(cold) place on earth.

Slide 18 - Question ouverte

I think baseball is the ______(interesting) sport.

Slide 19 - Question ouverte

The test was way ______(easy) than the one before.

Slide 20 - Question ouverte

Work on E

Slide 21 - Diapositive