Cette leçon contient 10 diapositives, avec diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
samenvatting
Slide 1 - Diapositive
notentaart
= 4 tellen
= 2 tellen
= 1 tel
= 1/2 tel
= 1/4 tel
Slide 2 - Diapositive
De notennamen vind je ook op instrumenten.
Hier zie je een keyboard in het voorbeeld
Slide 3 - Diapositive
= Mol: verlaagt de noot met een halve toon.
Er komt -es- achter de naam(bij A en E alleen een s)
= Kruis: verhoogt de noot met een halve toon.
Er komt -is- achter de naam.
= Herstellingsteken: Dit herstelt de noot. Het krijgt zijn naam weer terug.
Voortekens
Slide 4 - Diapositive
Dynamiek
Slide 5 - Diapositive
Tempo
Muziek wordt vaak in een bepaald tempo gespeeld. Soms snel, soms langzaam, soms er tussenin.
Klassieke muziek Popmuziek Allegro = snel = fast
Adagio = langzaam = slow
Andante. = Matig = medium
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Onderdelen van een lied
• Intro (voorspel): begin van een lied, vaak instrumentaal • Verse (couplet): zanggedeelte met meestal een wisselende tekst • Chorus (refrein): zanggedeelte met meestal een vaste tekst • Bridge (brug): zanggedeelte dat anders is dan verse en chorus.