H5.1 Snelheid

Welkom
jassen aan de kapstok of in je kluisje.

geen mobiele telefoons.
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom
jassen aan de kapstok of in je kluisje.

geen mobiele telefoons.

Slide 1 - Diapositive

5.1  Snelheid

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen
5.1.1 Je kunt beschrijven wat snelheid is.
5.1.2 Je kunt de eenheid van snelheid noemen.
5.1.3 Je kunt de snelheid in meter per seconde omrekenen naar kilometer per uur en omgekeerd.
5.1.4 Je kunt de snelheid berekenen van een bewegend voorwerp.

Slide 3 - Diapositive

Welkom!
maak introductie hoofdstuk 5












Kom binnen, ga rustig zitten en ga aan 
de slag met de opdrachten.
- Eerst 5 minuten om te gaan zitten, vragen te stellen en je spullen te pakken. 

- Daarna nog 5 minuten waarin je in stilte aan het werk bent.

timer
5:00
timer
5:00

Slide 4 - Diapositive

De gemiddelde snelheid berekenen

De gemiddelde snelheid geeft een goede indruk van hoe snel iets of iemand beweegt.
Een auto legt in 1 seconde meer afstand af dan een fietser. Snelheid heeft dus te maken met afstand en met tijd. 




Snelheid = afstand die een voorwerp aflegt in een bepaalde tijd

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo




Hoe groter de afstand die je in 1 seconde aflegt, hoe groter je snelheid. Je kunt de gemiddelde snelheid berekenen door de afgelegde afstand te delen door de benodigde tijd:

Meter per seconde is de eenheid van snelheid. Meter per seconde kun je afkorten met m/s.
De betekenis van de afkorting is:
m = meter
/ = per
s = seconde



Kilometer per uur is ook een eenheid van snelheid. Je kunt dit afkorten met km/h.
De betekenis van de afkorting is:
km = kilometer
/ = per
h = uur
De h komt van hour, dat is uur in het Engels.
Een snelheid in kilometer per uur kun je omrekenen naar meter per seconde. Hiervoor moet je de snelheid in km/h delen door 3,6.

Eenheid van snelheid

Slide 7 - Diapositive

Hoe reken je snelheden om?
Soms moet je de snelheid in m/s omrekenen naar km/u of andersom. 

=11hkm=3600s1000m=3,61
1 km/h
m/s

Slide 8 - Diapositive

Wat is snelheid?
Snelheid heeft te maken met de grootheden Afstand en Tijd
Afstand (s): aantal kilometers/ meters tussen twee plaatsen
Tijd (t): aantal uren/minuten/ seconden dat je over een afstand doet.
Snelheid (v): afstand die je in een seconde of uur of minuut aflegt. 

Slide 9 - Diapositive

Vraag
Ik fiets 50 meter in 5 seconden. 
Wat is mijn gemiddelde snelheid?

Slide 10 - Diapositive

Voorbeeld:
Een cheeta spring achter een gazelle na over een afstand van 200 meter. Dit doet zij in 12,5 seconde. 
a)Wat is haar gemiddelde snelheid in m/s?
b) en in km/h?

Slide 11 - Diapositive

Aan de slag!
Leerroute A:
- introductie hoofdstuk 5
-maak opdracht 5 t/m 13 van §5.1
-maak test jezelf online §5.1
Leerroute B:
- introductie hoofdstuk 5
-maak opdracht 1 t/m 13 van §5.1
-maak test jezelf online §5.1
Leerroute C:
- introductie hoofdstuk 5
-maak test jezelf online §5.1
zorg dat je overal groene vinkjes hebt. Dit kun je doen door te leren of extra opdrachten te maken en het opnieuw te proberen. Lukt dit dan niet ga dan opgaven 5 t/m 13 maken





















rood = Iedereen is stil


oranje = Iedereen is stil, docent beantwoord wel vragen

groen = Je mag zachtjes overleggen met je buurman/buurvrouw
timer
10:00

Slide 12 - Diapositive