K3A-Na Klar Kapitel 2 par 1-2-3
1 / 21
La durée de la leçon est: 30 minÉléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Wat betekent:
der Grund
der Grund
A
de grond
B
de reden
C
het water
D
de economie
Slide 2 - Quiz
Wat betekent:
die Wirtschaft
die Wirtschaft
A
de grond
B
de reden
C
het water
D
de economie
Slide 3 - Quiz
Wat betekent:
damals
damals
A
hopelijk
B
vroeg
C
toen
D
meteen
Slide 4 - Quiz
Wat betekent:
gleich
gleich
A
hopelijk
B
vroeg
C
toen
D
meteen
Slide 5 - Quiz
Wat betekent:
hoffentlich
hoffentlich
A
hopelijk
B
vroeg
C
toen
D
meteen
Slide 6 - Quiz
Wat betekent:
früh
früh
A
hopelijk
B
vroeg
C
toen
D
meteen
Slide 7 - Quiz
Wat betekent:
fernsehen
fernsehen
A
wandelen
B
winkelen
C
tv-kijken
Slide 8 - Quiz
Wat betekent:
shoppen
shoppen
A
wandelen
B
winkelen
C
tv-kijken
Slide 9 - Quiz
Wat betekent:
wandern
wandern
A
wandelen
B
winkelen
C
tv-kijken
Slide 10 - Quiz
Hoe zeg je in het Duits?
maandag
maandag
Slide 11 - Question ouverte
Hoe zeg je in het Duits?
woensdag
woensdag
Slide 12 - Question ouverte
Hoe zeg je in het Duits?
vrijdag
vrijdag
Slide 13 - Question ouverte
Hoe zeg je in het Duits?
zaterdag
zaterdag
Slide 14 - Question ouverte
Hoe zeg je in het Duits?
zondag
zondag
Slide 15 - Question ouverte
Hoe zeg je in het Duits?
op dinsdag
op dinsdag
Slide 16 - Question ouverte
Hoe zeg je in het Duits?
op donderdag
op donderdag
Slide 17 - Question ouverte
Hoe zeg je deze tijd in het Duits?
half tien
half tien
Slide 18 - Question ouverte
Hoe zeg je deze tijd in het Duits?
elf uur
elf uur
Slide 19 - Question ouverte
Hoe zeg je deze tijd in het Duits?
kwart voor twaalf
kwart voor twaalf
Slide 20 - Question ouverte
Hoe zeg je deze tijd in het Duits?
kwart over zeven
kwart over zeven
