week 22 4 havo par. 1.6 samenhang ontwikkeling en verstedelijking

Week 22 par. 1.6
Deze week/les:
checken leerstof
filmpje Hans Rosling
Oefenen 
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Week 22 par. 1.6
Deze week/les:
checken leerstof
filmpje Hans Rosling
Oefenen 

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Terugblik par. 1.5
Begrippen: bevolkingsgroei, leeftijdsopbouw, demografisch transitiemodel, demografische druk
Relatie bevolkingsopbouw en welvaart
Verklaren waarom OL vaak hoge geboortecijfers hebben



Slide 3 - Diapositive

tot welke fase van het demografisch transitiemodel hoort Kameroen met een geboortecijfer van 37 promille en een sterftecijfer van 12 promille
A
fase 1
B
begin 2de fase
C
eind 2de fase
D
3de fase

Slide 4 - Quiz

Een piramide bevolkingsmodel hoort bij fase ..... van het demografisch transitiemodel
A
fase 1
B
fase 2
C
fase 3
D
fase 4

Slide 5 - Quiz

Geef 3 verschillende redenen waarom arme landen vaak hoge geboortecijfers hebben

Slide 6 - Question ouverte

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Wat betekenen de begrippen verstedelijkingsgraad en verstedelijkingstempo?

Slide 10 - Question ouverte

Goed of fout: 1 RL hebben meestal een hoge verstedelijkingsgraad
2: OL is het verstedelijkingstempo meestal laag
A
beide beweringen zijn juist
B
beide beweringen zijn onjuist
C
bewering 1 = juist en bewering 2 = onjuist
D
bewering 1 = onjuist en bewering 2 = juist

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Welke samenhang kun je ontdekken tussen de mate van ontwikkeling en de verstedelijkingsgraad?

Slide 14 - Question ouverte

Welke samenhang kun je ontdekken tussen de mate van ontwikkeling en het verstedelijkingsTEMPO?

Slide 15 - Question ouverte

Hoe is dit te verklaren?

Slide 16 - Question ouverte

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Juist of onjuist?
1: Dikke landen hebben meestal meer megasteden dan wereldsteden
2: De meeste megasteden liggen in armere landen
A
beide beweringen zijn juist
B
beide beweringen zijn onjuist
C
bewering 1 = juist en bewering 2 = onjuist
D
bewering 1 = onjuist en bewering 2 = juist

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Diapositive

Waar bevinden wereldsteden zich vooral?
A
centrumlanden
B
semi periferie
C
periferie

Slide 21 - Quiz

Waar bevinden megasteden zich vrijwel niet
A
centrumlanden
B
Semi periferie
C
periferie

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Diapositive

Begrip Wereldstad
Een wereldstad is een stad die veel invloed heeft op de economie, politiek en allerlei andere dingen van de wereld. 
Bijvoorbeeld New York

Slide 24 - Diapositive

Check lesdoelen
Wat is de relatie tussen ontwikkeling en verstedelijking gelet op:
urbanisatiegraad en urbanisatietempo
wereldsteden en megasteden

Slide 25 - Diapositive

check lesdoelen
Begrippen:
urbanisatietempo en urbanisatiegraad
wereldstad = global city
megastad
Primate city

Slide 26 - Diapositive

Tenslotte


Zelfstandig aan het werk: par. 1.6 maken, leren en samenvatten

Slide 27 - Diapositive