Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 40 min
Éléments de cette leçon
Etui, werkboek én laptop op tafel
Pak je leesboek en ga rustig zitten.
timer
10:00
Slide 1 - Diapositive
Lezen 2.3 - Leerdoelen
In deze paragraaf leer je:
wat feiten en meningen zijn;
feiten en meningen herkennen;
de Moeilijkewoordenwijzer toepassen;
signaalwoorden herkennen die een opsomming aangeven.
Slide 2 - Diapositive
Vandaag
Nog een keer kerstontbijt !!
signaalwoorden herkennen die een opsomming aangeven.
Afronden verhaal: Ik wil niet naar buiten... (zelfstandig)
Slide 3 - Diapositive
Lezen 2.3 huiswerk bespreken
Lezen tekst 2 en goed maken opdracht 5 en 6 blz. 110-112
Lezen tekst 3 blz. 117 en maken opdracht 12 , 13 en 14.
Slide 4 - Diapositive
Aan de slag - zelfstandig werken
Verhaal 'ik wil niet naar buiten'
timer
15:00
Slide 5 - Diapositive
Etui, werkboek én laptop op tafel
Ga rustig zitten.
timer
10:00
Slide 6 - Diapositive
1.3 Lezen
Leertekst: Signaalwoorden: opsomming blz. 115
In bijna elke tekst staan signaalwoorden.Deze woorden laten het verband zien tussen woorden, zinnen of alinea’s. Dat is bijvoorbeeld zo bij eenopsomming.
Dit zijn signaalwoorden voor een opsomming:
verband
signaalwoorden
opsomming
als eerste, bovendien, verder, daarnaast, ook, tot slot.
Max is dol op sporten. Hij kan goed wielrennen. Ook kan hij geweldig zwemmen. Bovendien loopt hij regelmatig hard.
Zaterdag ben ik naar het theater geweest. Als eerste ging ik op bezoek bij een vriend. Verder ben ik iets gaan eten. Tot slot heb ik een leuke voorstelling gezien.
Mijn zusje had een druk weekend. Ze had veel huiswerk, ook moest ze een spreekbeurt oefenen en voor paardrijden een proef doen. Daarnaast moest ze ook shoppen met vriendinnen.
2.3 Lezen - signaalwoorden
Slide 8 - Diapositive
Aan de slag - zelfstandig werken
Werk verder aan je verhaal 'ik wil niet naar buiten'
timer
25:00
Slide 9 - Diapositive
Huiswerk
Opdracht 12, 13, 14 en 16 blz. 118-119
Slide 10 - Diapositive
Ga zitten in tweetallen
Pen op tafel
Jullie krijgen een werkblad met het alfabet erop
Je kiest een thema
Schijf achter elke letter een woord dat te maken heeft met jouw thema. Het woord moet natuurlijk beginnen met de eerste letter. Wie weet het snelst 23 woorden op te schrijven.