Voorlichting V3 GR&LA in de bb

1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Een proeflesje LTC en GTC
cultuuronderwerpen én een echt tekst

Slide 2 - Diapositive

Culturele thema's die aan bod komen
  • religie en mythologie
  • geschiedenis
  • theater en toneel
  • (de ontwikkeling van) het politieke systeem
  • filosofie
  • poëzie
  • genderrollen, relaties en seksualiteit
  • Griekse vaasschilderkunst
  • architectuur
  • beeldhouwkunst

Slide 3 - Diapositive

Welk cultureel onderwerp lijkt jou het interessantst?
religie en mythologie
geschiedenis
theater en toneel
(de ontwikkeling van) het politieke systeem
filosofie
poëzie
genderrollen, relaties en seksualiteit
Griekse vaasschilderkunst
klassieke architectuur
klassieke beeldhouwkunst

Slide 4 - Sondage

Cultuur in de bovenbouw
architectuur, mythologie, vaasschilderkunst, beeldhouwkunst

Slide 5 - Diapositive

Doorwerking van de klassieke vormentaal
  • doorwerking = receptie (ontvangst)
  • benadrukt continuïteit van de klassieke oudheid
  • in latere tijden
  • boodschap/functie/doel
  • VB: Paleis op de Dam (1655)
  • gebouwd als stadhuis van Amsterdam:
  • ‘Amsterdam is het nieuwe Rome!’
  • VB: het beeld van de Griekse Titaan Atlas op het dak van het Paleis op de Dam:
  • ‘Amsterdam is het centrum van de wereld!’
  • de oudheid als gezaghebbend voorbeeld

Slide 6 - Diapositive

PO architectuur + Amsterdamdag

Slide 7 - Diapositive

Cultuur in de bovenbouw
architectuur, mythologie, vaasschilderkunst, beeldhouwkunst

Slide 8 - Diapositive

Mythologie
de min of meer wetenschappelijke bestudering van mythen

De (min of meer) wetenschappelijke
bestudering van mythes

Slide 9 - Diapositive

De Grieken worstelen met hun eigen mythen
  • vreemde mythen: goden misdragen zich, gaan vreemd, geven niet het goede voorbeeld
  • Grieken zoeken een manier om daarmee om te gaan
  • Eén optie: mythen niet meer letterlijk nemen

Slide 10 - Diapositive

Denk allegorisch! Verbind de allegorische interpretaties rechts met de juiste mythe en mythische figuren links.
De kunst van het metaalbewerken: het harde ijzer wordt zacht door de warmte van het vuur en laat zich tot bruikbare voorwerpen vormen.
De liefdesrelatie van Mars en Venus.
Athena
De mythe van Prometheus:  elke dag komt een gier zijn lever uitpikken. 's Nachts heelt de wond weer, maar de volgende dag komt de gier weer terug.
Hermes
Ares
De mythe van Chronos die stuk voor stuk al zijn eigen kinderen opeet. (Totdat Zeus geboren wordt...)
Mensen hebben te leiden onder zorgen die tijdens de nachtrust verdwijnen maar de volgende dag in al hun hevigheid weer terugkomen.
Alles wat door tijd ontstaat, wordt ook weer door tijd verzwolgen.
dwaasheid
wijsheid
spraak

Slide 11 - Question de remorquage

Cultuur in de bovenbouw
architectuur, mythologie, vaasschilderkunst, beeldhouwkunst

Slide 12 - Diapositive

Waarom zijn Griekse vazen interessant?
  • Er zijn er een heleboel gevonden: meest voorkomende archeologische materiaal
    (ook waardevol voor datering van andere objecten)
  • De bloei van de vaasschilderkunst viel samen met de bloeiperiode van Athene: historische bron
  • De vazen zijn ‘illustraties’ bij de verhalen die we kennen uit de teksten
  • Een groot aantal is van uitzonderlijk hoge kwaliteit: ze zijn gewoon zo mooi :)

Slide 13 - Diapositive

pyxis: een klein vierkant of doosje voor olie, parfum of sieraden
kolonettenkrater: grote mengkom; brede mond; oren aan de bovenkant vierkant&plat
kantharos: drinkbeker voor wijn met twee grote omhoog-staande oren
aryballos: klein rond kruikje met brede lip, smalle mond en één oor, voor olie of parfum
Panathenaeïsche amfoor: vrijwel altijd zwartfigurig, kleine oren, smalle hals en voet
kyathos: kleine schepkom met één lang oor om wijn uit een krater te scheppen
d(e)inos: ronde mengkom voor wijn, met brede mond en buik, zonder voet
alabastron: klein langwerpig oorloos kruikje met een smalle hals, voor parfum of olie

Slide 14 - Question de remorquage

een vrouw doet de was
een poepende man
een man beschildert een kylix
twee jongens zijn aan het trainen met speer- en discuswerpen
een tot slaaf gemaakte vrouw houdt haar bazin een spiegel voor
twee meisjes krijgen dansles
een vrouw is wol aan het spinnen
een jongetje speelt met een hond
een vissende jongeman

Slide 15 - Question de remorquage

En dan nu: een échte tekst!
Eerst een stukje proza
Daarna poëzie

Slide 16 - Diapositive

Caesar over zijn oorlogscampagne in Gallië. Wie wonen daar nou eigenlijk?
Wie zijn zijn tegenstanders?
Gallia est omnis divisa in partes tres, quarum unam incolunt Belgae, aliam Aquitani, tertiam qui ipsorum lingua Celtae, nostra Galli appellantur.
Hi omnes lingua, institutis, legibus inter se differunt.
Gallos ab Aquitanis Garunna flumen, a Belgis Matrona et Sequana dividit.
Horum omnium fortissimi sunt Belgae, propterea quod a cultu atque humanitate provinciae longissime absunt, minimeque ad eos mercatores saepe commeant atque ea quae ad effeminandos animos pertinent important, proximique sunt Germanis, qui trans Rhenum incolunt, quibuscum continenter bellum gerunt.

Slide 17 - Diapositive

Homerus' eerste woorden van de Odyssee.
Een inleiding op het verhaal, en tegelijkertijd een beknopte samenvatting.

ἄνδρα μοι ἔννεπε, μοῦσα, πολύτροπον, ὃς μάλα πολλὰ
πλάγχθη, ἐπεὶ Τροίης ἱερὸν πτολίεθρον ἔπερσεν:
πολλῶν δ᾽ ἀνθρώπων ἴδεν ἄστεα καὶ νόον ἔγνω,
πολλὰ δ᾽ ὅ γ᾽ ἐν πόντῳ πάθεν ἄλγεα ὃν κατὰ θυμόν,
5ἀρνύμενος ἥν τε ψυχὴν καὶ νόστον ἑταίρων.
ἀλλ᾽ οὐδ᾽ ὣς ἑτάρους ἐρρύσατο, ἱέμενός περ:
αὐτῶν γὰρ σφετέρῃσιν ἀτασθαλίῃσιν ὄλοντο,
νήπιοι, οἳ κατὰ βοῦς Ὑπερίονος Ἠελίοιο
ἤσθιον: αὐτὰρ ὁ τοῖσιν ἀφείλετο νόστιμον ἦμαρ.
10τῶν ἁμόθεν γε, θεά, θύγατερ Διός, εἰπὲ καὶ ἡμῖν.

Slide 18 - Diapositive

Facts and figures
  • landelijke cijfers gymnasium: elk jaar in totaal ongeveer 25%
    van het aantal vwo-leerlingen
  • GTC en LTC op het HWC:
  • relatief kleine lesgroepen:
    veel persoonlijke aandacht, hulp en gezelligheid
  • veel vertalen en vanuit de teksten aandacht voor cultuur en geschiedenis
  • 760 SLU: meer dan bijvoorbeeld Frans of Duits, maar je hebt geen CKV
  • 2.5 uur Grieks en Latijn in V4
  • 2 uur Grieks en Latijn in V5
  • 2.5 uur Grieks en Latijn in V6
  • gymnasiumreis in V5
  • toneelstuk in V6

Slide 19 - Diapositive

Wat ga je doen in de bovenbouw?
Op het examen staan verschillende ‘domeinen’ centraal: gebieden en vraagstukken waarmee je je bezighoudt
  • Griekse en Latijnse teksten lezen, vertalen en interpreteren
  • confrontatie tussen ‘het vreemde’ en ‘het eigene’
  • receptie van klassieke teksten en cultuur: oudheid als eeuwige inspiratiebron voor latere auteurs en kunstenaars
  • hierover een eigen oordeel/mening vormen

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive



  • V4: methodeteksten over het leven in Athene
  • V4: Griekse geneeskunst
  • V4: Loukianos (gesprekken tussen goden)
    of fabels
  • V5: Lysias (redevoeringen in de rechtbank)
  • V5: Plato (filosofie)
  • V5: Een Griekse tragedie
  • V5: Griekenlandthema/geschiedschrijving
  • V5: gymnasiumreis
  • V6: Homerus’ Odyssee
  • V6: toneelopvoering









  • V4: methodeteksten over de Romeinse keizers
  • V4: Caesar (over de leefwijze van de Galliërs)
  • V4: Ovidius (mythologische poëzie)
    of Romeinse inscripties
  • V5: Catullus en Horatius (liefdespoëzie)
  • V5: Vergilius (episch heldengedicht)
  • V5: Cicero (redevoeringen)
  • V5: Romethema/geschiedschrijving
  • V5: gymnasiumreis
  • V6: Seneca: filosofie over hoe te leven
  • V6: toneelopvoering





Slide 22 - Diapositive

Goede redenen om te kiezen voor
  • Grieks is de ‘oertaal’ en de ‘oercultuur’: zonder Grieks zou het Latijn niet bestaan!
  • uniek en genuanceerd taalsysteem
  • supermooie combinatie met het vak filosofie
  • onderbouw en bovenbouw sluiten qua niveau goed op elkaar aan
  • Grieks heeft een makkelijkere en natuurlijkere ‘flow’ dan Latijn
  • het lidwoord geeft houvast
  • er zijn weinig moeilijke zinsconstructies
  • het woordenboek is goed hanteerbaar
  • je doet écht iets heel bijzonders



"Graecia capta ferum victorem cepit et artes
intulit agresti Latio."

"Het veroverde Griekenland veroverde zijn ruwe overwinnaar en bracht de kunsten binnen in het boerse Latium.”

Dat schreef nota bene de Romeinse dichter Horatius over de Griekse en Romeinse cultuur!
Gezocht! Boekenwurmen met:
  • oog voor detail
  • een sterk taalgevoel
  • een genuanceerde blik
  • abstract denkvermogen
  • interesse in het ‘vreemde’

Slide 23 - Diapositive

Goede redenen om te kiezen voor
  • Latijn ligt ten grondslag aan veel Europese talen en dat zie je terug in de Latijnse woorden die je moet leren
  • kennis van het Latijn helpt je andersom ook weer bij het leren van Frans, Engels en Duits
  • het Latijn is eeuwenlang dé cultuurtaal van Europa geweest, van de wetenschap en de kerk
  • de teksten zijn mooi gepolijst met veel stilistische middelen
  • de Latijnse literatuur heeft zijn sporen nagelaten in tal van kunstwerken uit de Renaissance en de Barok, én in de westerse literatuur

Gezocht! Taalliefhebbers met:
  • puzzeltalent
  • oog voor schoonheid
  • een analytische geest
  • interesse in geschiedenis
  • passie voor kunst en cultuur

Slide 24 - Diapositive

Kiezen voor Grieks én Latijn
  • Grieks ligt ten grondslag aan Latijn: de talen vormen samen een eenheid
  • kennis van de Griekse taal en cultuur draagt bij aan begrip van Latijn, en andersom
  • de uitleg bij het ene vak sluit goed aan bij het andere vak
  • voor de échte talenliefhebbers
  • kan met elk profiel
  • rijke cultuurcombinatie met filosofie en beeldende vorming
  • analytische vaardigheden combineren goed met de natuurprofielen

Slide 25 - Diapositive

Een kijkje in het bovenbouwboek
én het woordenboek

Slide 26 - Diapositive

Superleuk dus allemaal!
Maar wat héb je er nou aan?
Je ontwikkelt de volgende algemene vaardigheden en kennisdomeinen:

  • analytisch denken en werken
  • kritisch lezen en denken: vragen stellen!
  • taalkunde
  • woordenschat, óók in het Nederlands!
  • etymologie: woordherkomst en woordbetekenis
  • verbanden leggen
  • kunst ‘lezen’: in musea en in moderne teksten herken je klassieke motieven
  • je inleven in andere culturen
  • precisie
  • doorzetten
  • het verwerken van grote hoeveelheden informatie: goede voorbereiding op de universiteit!

Slide 27 - Diapositive

Nu denk ik erover om...
door te gaan met Grieks
door te gaan met Latijn
door te gaan met Grieks én Latijn
te stoppen met het gymnasium

Slide 28 - Sondage

Dit heeft momenteel
de grootste invloed op mijn keuze:
dat ik het een leuk vak vind
wat ik er later mee kan
of het past in mijn profiel
mijn huidige cijfer voor het vak
wat mijn ouders willen
wat mijn docent mij adviseert
het praktisch nut van het vak
dat ik heel veel vakken leuk vind, en ze niet allemaal kan kiezen
dat ik nog niet goed weet wat ik kan verwachten
iets anders

Slide 29 - Sondage