Can could to be able to

• Engels
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

I can/am able to diffentiate the verbs:

Can/Could/May/Might/to be able to/to be allowed to

have to/must/should

1.(zou) kunnen

a. iets is mogelijk: I ________________become a millionaire 

can/could/may /might

b. Je hebt het vermogen, de vaardigheid of de mogelijkheid iets te doen can/ could/to be able to

1.(zou) kunnen

a. iets is mogelijk: I ________________become a millionaire 

can/could/may/ might

b. Je hebt het vermogen, de vaardigheid of de mogelijkheid iets te doen can/ could/to be able to

can could may might

2(zou) mogen

a. je hebt toestemming om iets te doen

can/could/may /to be allowed to 

b. je stelt een beleefde vraag

2(zou) mogen

a. je hebt toestemming om iets te doen

can/could/may /to be allowed to 

b. je stelt een beleefde vraag

can/could/may/might

3. (zou) moeten

a. Je zegt dat iets moet of noodzakelijk is( have to/must) 

b. je zegt dat iets niet anders kan (must)

c je geeft advies (should)

A

must: bevelen, wetten, regels

have to: het is noodzakelijk

B

 have to kan nooit

I can diffentiate the verbs:

Can/Could/May/Might/to be able to/to be allowed to

self study time

Read   page 140/141 in All right

Do 3.5  4/5/6/7 

Discuss 6 with your neighbour, do you agree with the answers? 

Finished? Really?  Start unit 4, lesson 1